Cliënten met een verstandelijke beperking



Cliënten met een verstandelijke beperking
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 20 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon



Cliënten met een verstandelijke beperking

Slide 1 - Diapositive



Invullen enquête

Slide 2 - Diapositive

Lesdoel
Aan het einde van de les heb je basiskennis van een verstandelijke beperking en de verschillen erin

Slide 3 - Diapositive

Planning
1. Herhaling hoofdstuk 3 cliënten met een LB
2. 

Slide 4 - Diapositive

Zelfstandige opdracht


Bekijk hoofdstuk 3 cliënten met een lichamelijke beperking nog eens goed en probeer zoveel mogelijk te onthouden
timer
7:30

Slide 5 - Diapositive




Herhalingsspel

Slide 6 - Diapositive

Hoofdstuk 4

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Wat is een verstandelijke beperking?

Slide 9 - Diapositive



DSM-V


Handboek voor psychiatrische aandoeningen

Slide 10 - Diapositive

Vier niveau's van LVB
Licht: 75 procent valt hieronder (IQ tussen 50-70)
Matig: 18 procent valt hieronder (IQ tussen 35-50)
Ernstig: 7 procent valt hieronder (IQ tussen 20-35) + motorisch en communicatief zwak
Diep: 1 procent valt hieronder (IQ <20) behoefte aan een structurerende omgeving, zintuiglijke stimulering en voortdurend toezicht

Slide 11 - Diapositive



Indeling in ervaringsfasen

Slide 12 - Diapositive

Lichaamsgebonden fase
Omgeving verkennen doormiddel van de zintuigen;
voelen, proeven en ruiken
Communicatie verloopt via lichaamstaal en geluiden

Slide 13 - Diapositive

Associatieve fase
De persoon leert verbanden te leggen tussen personen, gebeurtenissen en voorwerpen.
Leert een dagritme te herkennen

Tafeldekken betekent eten
Jas aandoen betekent we gaan weg

Slide 14 - Diapositive

Structurerende fase
Betekenis geven aan verbanden uit de associatieve fase.
Leert vaardigheden uit te voeren die bij elkaar horen.

Na het ontbijt ga ik mijn tanden poetsen
Als ik naar buiten wil moet ik een jas aandoen

Slide 15 - Diapositive

Vormgevende fase
Iemand kan zelf ideeën hebben, plannen maken en zelf vormgeven in zijn leven. 

Hij kan zelfstandig keuzes maken en leert om abstract te denken en te communiceren.

Slide 16 - Diapositive

Samenwerken
Maak in tweetallen opdracht 
1 t/m 3 op pagina 29/30 uit je werkboek.

Gebruik je laptop voor het zoeken van informatie

Slide 17 - Diapositive

Individueel
Maak opdracht 4 op pagina 31 uit je werkboek

Slide 18 - Diapositive

Samenwerken
Maak opdracht 5 op pagina 32 uit je werkboek

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive