Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Leerdoelenkaart in MagisterMe PTO3
Slide 1 - Diapositive
a.Ik kan de persoonsvorm tegenwoordige tijd in een samengestelde zin goed spellen.
b.Ik kan de persoonsvorm verleden tijd in een samengestelde zin goed spellen.bij
c. Ik kan bijvoeglijk werkwoord goed spellen.
d. Ik kan het infinitief goed spellen.
e. Ik kan voltooid deelwoord goed spellen.
lesdoel
Slide 2 - Diapositive
Ik kan de persoonsvorm in een samengestelde zin goed spellen.
Ik kan de persoonsvorm in een samengestelde zin goed spellen.
Ik kan de persoonsvorm in een samengestelde zin soms goed spellen.
Slide 3 - Sondage
Wat weet je nog?
Bespreek met jouw klasgenoot hoe je het schema moet invullen.
timer
3:00
Slide 4 - Diapositive
Een samengestelde zin is een zin met 2 of meer persoonsvormen.
Vaak staat tussen de 2 delen een
komma of een voegwoord (allebei kan ook), maar dat hoeft niet.
Hij leest een boek en zijn broer kijkt televisie.
Logeren vind ze leuk maar ze mist haar eigen huis ook.
Wil je koffie of wil je thee?
Ik drink koffie want dat lust ik graag.
Het is droog dus we kunnen naar buiten gaan. conclusie
Slide 5 - Diapositive
Vul de persoonsvorm tegenwoordige tijd
Vader zegt, dat ik me die vreemde verhalen maar (verbeelden).
Slide 6 - Question ouverte
Vul de persoonsvorm tegenwoordige tijd
De reiger ving een kikker en (verslinden) hem met huid en haar.
Slide 7 - Question ouverte
Vul de persoonsvorm tegenwoordige tijd
Ik hoop dat ik je (bijhouden).
Slide 8 - Question ouverte
Vul de persoonsvorm verleden tijd
Het was voor de planten goed als je ze met lauw water (besproeien).
Slide 9 - Question ouverte
Overheden ............................................ vorig jaar voor een versimpeling van de voorwaarden, maar dat heeft nog weinig opgeleverd. (pleiten)
Slide 10 - Question ouverte
Ik kan de persoonsvorm in een samengestelde zin goed spellen.
Ik kan de persoonsvorm in een samengestelde zin goed spellen.
Ik kan de persoonsvorm in een samengestelde zin soms goed spellen.
Slide 11 - Sondage
Had je nog fouten?
Leer het stappenplan goed en oefen met NUMO
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
In de voortuin staat de jongen zijn fiets te (poetsen)
Slide 14 - Question ouverte
Frans behoort niet tot de (verplichten) vakken op school.
Slide 15 - Question ouverte
Die (aanbranden) doperwten zijn niet meer te eten
Slide 16 - Question ouverte
Ik kan een werkwoord dat niet de persoonsvorm is goed spellen - infitinief -bijvoeglijk werkwoord
Ik weet als het werkwoord niet de persoonsvorm is. Ik herken het infitinitef en bijvoeglijk werkwoord goed.
Ik weet soms niet of een werkwoord geen persoonsvorm is.
Slide 17 - Sondage
Slide 18 - Diapositive
Mijn vader heeft mijn huiswerk wel drie keer (overhoren).
Slide 19 - Question ouverte
Het intelligente meisje had al snel de andere leerlingen (overvleugelen)
Slide 20 - Question ouverte
Wij hebben een heel eind ( fietsen)
Slide 21 - Question ouverte
Ik kan een werkwoord dat niet de persoonsvorm is goed spellen - infitinief -bijvoeglijk werkwoord voltooid deelwoord
Ik weet als het werkwoord niet de persoonsvorm is. Ik herken het infitinitef en bijvoeglijk werkwoord goed.
Ik weet soms niet of een werkwoord geen persoonsvorm is.
Slide 22 - Sondage
Snap je het goed?
Maak het stencil zelfstandig af ( oefening 1,2,5)
nakijkblad staat op het prikbord van cool
maak numo werkwoordspelling
Wil je nog oefenen?
Doe met mij mee!
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Wat heb je geleerd?
Hoe heb je het geleerd?
Wat doe je met de stencils?
Wanneer gebruik je het spellen van de werkwoorden buiten school?
Slide 25 - Diapositive
Vul de persoonsvorm in tegenwoordige tijd
Slide 26 - Question ouverte
Vul de persoonsvorm in tegenwoordige tijd
Slide 27 - Question ouverte
Ik kan een werkwoord dat niet de persoonsvorm is goed spellen - infitinief -bijvoeglijk werkwoord
Ik weet als het werkwoord niet de persoonsvorm is. Ik herken het infitinitef en bijvoeglijk werkwoord goed.
Ik weet soms niet of een werkwoord geen persoonsvorm is.