lesson 10

Unit 4 - lesson 10
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsVoortgezet speciaal onderwijs

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Unit 4 - lesson 10

Slide 1 - Diapositive

Hoofdstuktoets unit 4 
16 Januari!

Slide 2 - Diapositive

Plan for today
  • What did we learn last time?
  • Learning goal of today
  • Instruction
  • Get to work 
  • Evaluation

Slide 3 - Diapositive

Maak een rangtelwoord van:
achtste

Slide 4 - Question ouverte

Maak een rangtelwoord van:
tweede

Slide 5 - Question ouverte

Translate to English:
Schrijf dat artikel voor me, of anders...

Slide 6 - Question ouverte

Translate to English:
morgen
timer
0:15

Slide 7 - Question ouverte

Translate to Dutch:
off you go
timer
0:15

Slide 8 - Question ouverte

Learning Goal
  • What is the learning goal of today?

I can use the present simple to explain what I do regularly.
Ik kan de present simple gebruiken om uit te leggen wat ik regelmatig doe.

  • What do you know about the learning goal? 

  • How are we going to reach the learning goal? 

Slide 9 - Diapositive

Present simple
Present simple = tegenwoordige tijd
Geeft regelmaat of feiten aan.

Voorbeeld:
I brush my teeth every night.
Ik poets mijn tanden elke avond.

  • Dit is een feit 
  • De persoon doet het regelmatig

Slide 10 - Diapositive

Present simple
Hoe gebruik je de present simple op de juiste manier?
Neem de stappen door bij het volgende voorbeeld:

(walk) I ..... in the forest on Tuesdays.

  • Onderstreep wie het werkwoord gebruikt. 
  • Is het he/she/it/naam (enkelvoud)?                                 ---> werkwoord + s 
  • ... of is het I/you/we/they?                                                    ---> werkwoord 
  • Schrijf het antwoord op de puntjes. 

I walk in the forest on Tuesdays.


Slide 11 - Diapositive

Get to work!
  • Ik maak de self-test van unit 4 af als het nog niet klaar is.
  • Ik werk aan de fast forward.

  • Bij vragen steek ik mijn hand op.

  • Als ik klaar ben, kijk ik mijn werk na.

  • Als ik helemaal klaar ben, doe ik wat voor mezelf (lezen, tekenen, niet op mijn mobiel...)

Slide 12 - Diapositive

EVALUATION
  • What went well?

  • What can go better?

  • Did we reach the learning goal?

Slide 13 - Diapositive