4.2 les 2

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo k, g
• Leerjaar 2

Planning

Herhaling stof (5 minuten)

Nieuwe uitleg (10 minuten)

Opdrachten maken (15 minuten)

Energiebronnen (oud/nieuw), impact stoommachine 

Wat betekent huisnijverheid?

1. Het thuis maken van goederen door boeren of ambachtslieden
2. Het thuis maken van goederen door machines
3. Het maken van goederen door machines in fabrieken
4. Het maken van goederen door mensen in fabrieken

Wat hoort NIET bij huisnijverheid?

1. Spinnewiel
2. Weefgetouw
3. Boerenfamilies
4. Stoommachine

Waar groeit de katoen?

1. Bangladesh
2. China
3. Nederland
4. Verenigde Staten

Wie verdiende waarschijnlijk het meest aan de huisnijverheid?

1. De koopman-ondernemer
2. De ambachtslieden
3. De boerenfamilies
4. De wevers en de spinners

Katoen is een voorbeeld van

1. Dierlijke stof
2. Natuurlijke stof
3. Synthetische stof

Wind-, water- en spierkracht zijn allemaal voorbeelden van...

1. Nieuwe energie bronnen
2. Oude energiebronnen

d

• Energie (bron)
  
• Kracht die ervoor zorgt dat er iets gebeurd.
  
• Iets dat energie geeft.

Oude energiebronnen

• Eigen energie, van dieren en de natuur.

Nieuwe energiebronnen

• De stoommachine (1780)
• Minder afhankelijk van de natuur!

Vragen voor bij de video

• Waardoor ontstonden de eerste fabrieken?
• Waar komen de kolen vandaan?
• Hoe kan het dat de lakens goedkoper werden?
• Wat voor gevolg had dit voor de huisnijverheid?
• Wat moesten de kinderen in de fabriek doen?

Vragen voor bij de video

• Waardoor ontstonden de eerste fabrieken?
• Waar komen de kolen vandaan?
• Hoe kan het dat de lakens goedkoper werden?
• Wat voor gevolg had dit voor de huisnijverheid?
• Wat moesten de kinderen in de fabriek doen?

Opdrachten maken!

Maak opdrachten; 4, 5, 6 en 7 (cursus 4.2)

Je mag overleggen met de buur.

Vragen? Steek je hand op.

Is huiswerk!

Klaar? Test jezelf opdrachten maken 1 Tm 6 (blz. 40 en 41)