1.1 Inleiding in de biologie

Begin taak
Bedenk (samen) en noteer je antwoord op de volgende vragen:

Wat is biologie voor vak?
Wat is het verschil tussen levensloop en levenscyclus?
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Begin taak
Bedenk (samen) en noteer je antwoord op de volgende vragen:

Wat is biologie voor vak?
Wat is het verschil tussen levensloop en levenscyclus?

Slide 1 - Diapositive

Biologie

Slide 2 - Carte mentale

 Welk plaatje geeft een levenscyclus weer en welk plaatje een levensloop?
Bij welk plaatje gaat het over een individu en bij welk plaatje over de soort?

Slide 3 - Diapositive

LEVENSLOOP

Ontstaan
Groei en ontwikkeling
Voortplanting
Dood gaan


(INDIVIDU)

LEVENSCYCLUS

Ontstaan
Groei en ontwikkeling
Voortplanting

Nieuwe generatie ontstaat
etc.
(SOORT)

Slide 4 - Diapositive

Leerdoelen BS 1

o Je kunt beschrijven wat biologie is en uitleggen op welke gebieden biologie een rol speelt.
o Je kunt de levensloop en levenscyclus van organismen beschrijven.
o Je kunt de organisatieniveaus van de biologie benoemen en uitleggen dat op elk hoger organisatieniveau emergente eigenschappen ontstaan.

Slide 5 - Diapositive

De organisatieniveaus in de biologie

(kleiner dan een organisme)

Molecuul
Celorganel
Cel
Weefsel
Orgaan
Orgaanstelsel

Organisme

Slide 6 - Diapositive

De organisatieniveaus in de biologie

(groter dan een organisme)

Organisme (soort)

Populatie
Levensgemeenschap
Ecosysteem
Biosfeer

Slide 7 - Diapositive

Lees de eerste paragraaf van BS1 en let op de volgende begrippen:

  • organismen
  • levensverschijnselen
  • stofwisseling
  • enzymen
  • katalyseren
  • dood
  • levenloos

Slide 8 - Diapositive

organisme
levensverschijnselen
stofwisseling
enzymen
dood
levenloos
verschijnselen die laten zien dat je leeft
levende wezens
dingen die nooit geleefd hebben
versnelt een chemische reactie
alle chemische reacties in een organisme
organisme dat geen levensverschijnselen meer vertoond

Slide 9 - Question de remorquage

Welke levensverschijnselen ken je?

Slide 10 - Carte mentale

levensverschijnselen/levenskenmerken

Slide 11 - Diapositive

Emergente eigenschap
Waarom kan een spier (orgaan) niet lopen?

Denk aan de organisatieniveau's.
Een emergente eigenschap is een eigenschap die op een hoger organisatieniveau ontstaat.

Slide 12 - Diapositive

antwoord
Een spier kan samentrekken. Een spier (orgaan) kan niet lopen. Lopen is een emergente eigenschap van een organisme (het is een nieuwe eigenschap, ontstaan op een hoger organisatieniveau)

Slide 13 - Diapositive

Conceptcheck
Waarom is geboortepercentage een emergente eigenschap van het organisatieniveau populatie?

Slide 14 - Diapositive

antwoord
Een individu (organisme) kan zich voortplanten. Voortplanten is een emergente eigenschap op het nieveau organisme.
Een populatie (=hoger organisatieniveau) is een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied die samen een voortplantingsgemeenschap vormen. Het geboortepercentage is dus een emergente eigenschap van een populatie (het is een nieuwe eigenschap,ontstaan op een hoger organisatieniveau - namelijk het percentage van alle geboortes van de groep)

Slide 15 - Diapositive

Wat is een ander voorbeeld van een emergente eigenschap van populaties?
A
sociale interactie
B
lopen
C
voedsel zoeken
D
vliegen

Slide 16 - Quiz

Levenscyclus en levensloop
(weet je het nog vd brugklas?)

Slide 17 - Carte mentale

huiswerk
Opdrachten van bs 1
Opdracht 1 ™ 6

Slide 18 - Diapositive