Inleiding in de biologie

Inleiding in de biologie
2FV - 4e klas
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Inleiding in de biologie
2FV - 4e klas

Slide 1 - Diapositive

1. Wat is biologie?

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven wat biologie is en op welke gebieden biologie een rol speelt
  • Je kunt de levenscyclus van dieren beschrijven
  • Je kunt de organisatieniveaus van de biologie benoemen en uitleggen dat op elk hoger organisatieniveau emergente eigenschappen ontstaan.

Slide 3 - Diapositive

Begrippen
organismen, levensverschijnselen, stofwisseling, enzymen, katalyseren, dood, levenloos, individu, levensloop, ontwikkelen, soort, levenscyclus, natuurwetenschappen, context, biologische eenheden, moleculen, DNA, cel, orgaan, organisme, populatie, ecosysteem, biosfeer, systeem aarde, emergente eigenschap, interactie

Slide 4 - Diapositive

Organismen
Organismen zijn levende wezens zoals planten, dieren, schimmels en bacteriën.

Alle organismen vertonen levensverschijnselen, zoals voortplanten, groeien, ontwikkelen en stofwisseling

Slide 5 - Diapositive

Stofwisseling
Met stofwisseling worden alle chemische reacties in een organisme bedoeld.

Enzymen zijn eiwitten die een rol spelen bij katalyseren. Dit is het versnellen van stofwisselingsprocessen.

Slide 6 - Diapositive

Levensloop en levenscyclus
Elk individu heeft een unieke levensloop.
Vanaf het ontstaan van een organisme begint de groei en ontwikkeling.

Een soort heeft een levenscyclus.
Een levenscyclus eindigt als een soort uitsterft.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Tijdens welke fase van de levensloop van een dagpauwoog neemt het lichaamsgewicht het meest toe?
A
Fase 1 - Eitje
B
Fase 2 - Rups
C
Fase 3 - Pop
D
Fase 4 - Vlinder

Slide 9 - Quiz

Tijdens welke fase van de levensloop ondergaat de dagpauwoog de meeste verandering?
A
Fase 1 - Eitje
B
Fase 2 - Rups
C
Fase 3 - Pop
D
Fase 4 - Vlinder

Slide 10 - Quiz

Leg uit dat de dagpauwoog na fase 3 anders gaat functioneren

Slide 11 - Question ouverte

 'Leg uit' vragen maken
Geef de definitie van het gevraagde
Wat is fase 3 --> Fase 3 is de fase waarin de rups een vlinder wordt

Wat willen ze weten over het gevraagde?
Wat verandert er na fase 3 --> Na fase 3 kan de vlinder vliegen

Rond het antwoord op de vraag af
Voor fase 3 liep de rups alleen maar lopen, als vlinder kan hij ook vliegen. Benoem bij een verschil altijd beide kanten

Slide 12 - Diapositive

Organisatieniveau's
Organismen zijn georganiseerd in biologische eenheden.

Molecuul              Populatie
Cel                           Ecosysteem
Orgaan                   Biosfeer
Organisme 



Slide 13 - Diapositive

Emergente eigenschap
Een nieuwe eigenschap die op een hoger organisatieniveau ontstaat, maar die er op het lagere organisatieniveau niet is.

Slide 14 - Diapositive