Why bridges collapse / woordenboek


Why bridges collapse
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon


Why bridges collapse

Slide 1 - Diapositive

In deze les....
- lees je tekst 2 'Why bridges collapse'
- voorspel je wat voor woorden we tegen gaan komen
- leer je omgaan met een woorden boek

Slide 2 - Diapositive


How did this happen???

Slide 3 - Carte mentale


What words do you expect in the text?

Slide 4 - Carte mentale

let's read text 2 Why bridges collapse
While reading:
Onderstreep de woorden uit de tekst die in de vorige opdracht zijn voorspelt

Slide 5 - Diapositive

Het woordenboek                              

Slide 6 - Diapositive

Hoe gebruik je een woordenboek? 
Tips:
  • De woorden staan op alfabetische volgorde.
  • Gebruik de gidswoorden boven aan. Deze geven het 1e woord en het laatste woord van die pagina aan en helpen je beter zoeken naar het woord. 
  • Bedenk welke vertaling het meest logisch in de zin is.
  • Zoek naar de stam van het woord: zie volgende pagina.

Slide 7 - Diapositive

Stam van het woord

It was extremely  cold outside.     >   stam = extreme
She loved her new phone.            >   stam = love
That is unfair.                              >   stam = fair  
They are talking  too much.          >   stam = talk
We went home after class            >   stam = go


Slide 8 - Diapositive

Hoe 'lees' je een woordenboek. 
  1. Het woord dat je moet opzoeken.
  2. De uitspraak van het woord. 
  3. Het aantal woordsoorten wordt aangeven, in dit geval 2, zowel een zelfstandig naamwoord als een werkwoord.
  4. Woordsoort zoals bijvoorbeeld zelfstandig nw, werkwoord, bijvoeglijk naamwoor.
  5. Hier vul je het woord in dat je hebt opgezocht.
  6. Voorbeelden in het Engels worden schuingedrukt. 

Slide 9 - Diapositive

Let's oefen
Zoek de betekenis op van de volgende woorden uit de tekst
1. crucial (inleiding)
2. scrutiny (inleiding)
3. engineers (inleiding)
4. susceptible (fire)
5. occur (during contruction)
6. miscalculation (during construction)
7. velocity (boat or train crash)
Maak hierna task 1+2

Slide 10 - Diapositive