12.4 - Het verteringsstelsel

Thema 12 Voeding en vertering
Basisstof 4 - Het verteringsstelsel
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Thema 12 Voeding en vertering
Basisstof 4 - Het verteringsstelsel

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Vertering
Voedingsstoffen uit het voedsel worden opgenomen in het bloed
  • Sommige voedingsstoffen worden direct opgenomen (mineralen, vitaminen en water)
  • Sommige voedingsstoffen worden eerst verteerd (eiwitten, vetten en de meeste koolhydraten)

Vertering:
Afbreken van voedingsstoffen die niet door de darmwand heen in het bloed kunnen worden opgenomen in verteringsproducten die wel in het bloed kunnen worden opgenomen


Slide 3 - Diapositive

Verteringssappen
Enzymen uit verteringssappen reageren met specifieke voedingsstoffen.

De enzymen zorgen ervoor dat de grote voedingsstoffen worden afgebroken in kleinere voedingsstoffen. (In speeksel zit een enzym dat zetmeel verteert tot glucose.)

Sommige voedingsstoffen worden in meerdere stappen klein genoeg gemaakt

Verteringsklieren: Speekselklier, maagsapklier, alvleesklier, lever, darmsapklier
Verteringssappen: speeksel, maagsap, alvleessap, darmsap
Gal is geen verteringssap, maar emulgeert vetten






Slide 4 - Diapositive

Darmperistaltiek 
Tijdens de vertering wordt de voedingsbrij voortgeduwd d.m.v. de darmperistaltiek (peristaltische bewegingen)





Onverteerde voedselresten verlaten het lichaam via de anus (b.v. voedingsvezel)

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Dunne darm
Slokdarm
Endeldarm
Dikke darm
Twaalfvingerige darm
Maag

Slide 7 - Question de remorquage

Wat is de juiste volgorde van de volgende darm organen?
A
Dunne darm, dikke darm, twaalfvingerige darm, endeldarm
B
Twaalfvingerige darm, dikke darm, dunne darm, endeldarm
C
Dunne darm, twaalfvingerige darm, dikke darm, endeldarm
D
Twaalfvingerige darm, dunne darm, dikke darm, endeldarm

Slide 8 - Quiz

Wat doen enzymen?
A
Enzymen verbranden voedingsstoffen
B
Enzymen versnellen het afbreken van voedingsstoffen
C
Enzymen bevatten verteringssappen
D
Enzymen nemen voedingstoffen op in het bloed

Slide 9 - Quiz

Wat is GEEN verteringssap?
A
Speeksel
B
Gal
C
Alvleessap
D
Darmsap

Slide 10 - Quiz

Wat betekent darmperistaltiek
A
de knijpende beweging van spieren in de darm
B
het samentrekken van de kringspier
C
afsluiting van de darm
D
productie van darmsappen

Slide 11 - Quiz

Herhalingsvragen 
uit vorige basisstoffen

Slide 12 - Diapositive

Wat is de schijf van 5?
A
5 vakken met minder goede producten waar je niets uit mag nemen
B
5 vakken met alleen maar vette dingen waar je 1 keer per week iets uit mag kiezen
C
5 vakken vol goede producten waar je ieder dag iets uit kiest. Uit het ene vak wat meer dan het andere
D
5 vakken met goede en minder goede producten door elkaar Je kiest zelf de goede producten

Slide 13 - Quiz

Waardoor kan een eetstoornis ontstaan?
A
Je wordt beïnvloed door wat je ziet in de media
B
Je bent ontevreden over jezelf, je lichaamsgewicht en je uiterlijk.
C
Je wordt beïnvloed door de normen in de mode
D
alle drie juist

Slide 14 - Quiz

Welke voedingsstof kan dienen als brandstof?
A
Mineralen
B
Vitaminen
C
Eiwitten
D
Koolhydraten

Slide 15 - Quiz

Van wie zou de energiebehoefte het grootst zijn als je alleen naar het beroep kijkt ?
A
Een minister
B
Een stratenmaker
C
Een docent
D
Een huisarts

Slide 16 - Quiz

Is de energiebehoefte groter in de winter of in de zomer?
A
In de winter
B
In de zomer

Slide 17 - Quiz

Voedingsvezels zijn een voorbeeld van
A
Voedingsmiddelen
B
Voedingsstoffen
C
Stoffen die het lichaam niet kan gebruiken
D
Stoffen die het lichaam niet kan afbreken

Slide 18 - Quiz