4.1 meervoud

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Grammatica

Meervoud

Wat gaan we vandaag doen?

Inleiding (5 min): 

Inhoud en doel van de les bespreken & voorkennis activeren.

Kern (15 min): 

Les: Meervoud. Oefenen met uitleg.

Slot (10 min): 

Is het leerdoel behaald? Uitleg huiswerk.

Doel:

Je spelt het meervoud van zelfstandige naamwoorden correct.

Hoe goed ben jij in het correct spellen van zelfstandige naamwoorden (mv)?
schaal van 1 tot 10

Uitleg

De meeste zelfstandige naamwoorden krijgen in het meervoud -en of -s.

Uitleg

1. Zet -en achter het woord.

kast - kasten

2. Pas de spelling aan als dat nodig is.

kaas - kazen

Uitleg

3. Onbeklemtoond -ik, -el, -et, -es (geen dubbele medeklinker)

havik - haviken

4. Gebruik -ën bij de meeste woorden op -ee of -ie (behalve bij woorden waarin de klemtoon niet op -ie ligt

idee - ideeën 

kopie

rapport

dief

middel

dreumes

Uitleg

5. Schrijf -s aan het woord vast, ook na e, é, eau, en ui 

café - cafés 

bureau - bureaus

6. Gebruik 's als je het woord anders verkeerd uitspreekt

alinea - alinea's

tosti - tosti's

Uitleg

7. Gebruik ook -'s na afkortingen

dvd - dvd's 

8. Latijnse woorden, voor woorden die eindigen op -um = 

-a of -ums gebruiken

museum - musea/museums

Uitleg

9. Gebruik -ici voor woorden die eindigen op -icus

technicus - technici

medicus

tv

spray

shampoo

accu

criterium

buggy

Afsluiting

- Is het leerdoel behaald? 

(Je spelt het meervoud van zelfstandige naamwoorden correct.)

- Eigen niveau goed ingeschat?

Aan de slag!

NU Nederlands

Grammatica

4.1

alle (gewone) opdrachten 

Succes :) 

Aan de slag!

NU Nederlands

Grammatica

4.1

extra opdrachten en examenopdrachten 

Succes :)