BS 2.2 Skelet en houding

BS 2.2 Skelet en houding
1. Je kunt uitleggen hoe de wervelkolom schokken kan opvangen.
2. Je kan uitleggen wat een juiste lichaamshouding is. 

1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

BS 2.2 Skelet en houding
1. Je kunt uitleggen hoe de wervelkolom schokken kan opvangen.
2. Je kan uitleggen wat een juiste lichaamshouding is. 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe vangt je wervelkolom schokken op?
Wervelkolom heeft dubbele S-vorm
Daardoor kan de wervelkolom een beetje in elkaar geduwd worden en veren.
Tussen de wervels zitten kraakbeenringen.
Kraakbeenringen kunnen ook een beetje ingedrukt worden.

Door de vorm van je wervelkolom en door de kraakbeenschijven schokt je hoofd niet bij elke stap.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

wervel
wervel bestaat uit:
- wervellichaam
-wervelgat
-uitsteeksels

wervellichaam: geeft stevigheid aan je lichaam
wervelgat: hierin ligt het ruggenmerg (zenuwcellen)

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

'Gezonde houding'
Hoe je staat of zit, noem je je lichaamshouding. Je rug- en buikspieren zorgen ervoor dat je wervelkolom goed staat. Dat voorkomt rug- of nekpijn klachten. 
De spieren die aan de wervels vastzitten zorgen voor de juiste vorm van je wervelkolom.



Zithouding
rechtop zitten, knieën 90 graden gebogen
als je aan tafel zit: onderarmen op tafel, elleboog 90 graden gebogen

Slide 5 - Diapositive

antwoord:
Dubbele S-vorm
Deze werkt als een door schokbreker bij springen en als een soort veer bij het tillen van zware voorwerpen.

rechtop zitten
Laatste staande persoon, rechts onder
 

Rugspieren
zorgen ervoor dat je rug recht blijft.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

juiste lichaamshouding
Lichaamhouding: manier waarop je zit,staat en beweegt. Rechte rug.
Gebogen rug tillen: fout, de kraakbeenschijven kunnen beschadigen, of tussen de wervels uitpuilen.
Zenuwen komen klem te zitten(hernia)
Verkeerde houding kan vervorming van je wervelkolom veroorzaken (onderuitgezakt zitten, hoofd op je arm, zware boekentas)
Scoliose: vergroeiing van de wervelkolom (zenuwen raken bekneld en spieren verkeerd belast) Je moet dan een brace dragen en oefeningen doen om erger te voorkomen. of soms een operatie

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Goede manier van tillen is belangrijk.
  • Elke dag tillen is erg belastend.
  • Vaak tillen vergroot kans op rugklachten.
  • Zwaar tillen is super slecht voor je lichaam.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar moet je op letten?
  • Tillen vanuit je benen
  • Houd het voorwerp dicht bij je
  • Til niet te zwaar
  • Til niet te lang
  • Houd je rug recht

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hernia
  • Kraakbeenschijf puilt uit
  • Drukt op zenuwen
  • Operatie is soms een oplossing

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voor speciale vorm heeft de wervelkolom?
A
s-vorm
B
dubbele s-vorm
C
o-vorm
D
dubbele o-vorm

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Tussen de wervels zitten:
A
kraakbeenschijven
B
schokwervels
C
beenschijven
D
wervelschijven

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Dankzij de vorm van je wervelkolom en de kraakbeenschijven:
A
blijf je rechtop staan
B
kun je lopen
C
kun je je ledematen bewegen
D
schokt je hoofd niet bij elke stap

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Elke wervel bestaat uit:
A
wervellichaam, wervelgat, kraakbeenschijf
B
wervelgat, uitsteeksels, zenuwen
C
wervellichaam, wervelgat, uitsteeksels
D
wervellichaam, wervelgat, bloedvaten

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het wervellichaam
A
bestaat uit zenuwen
B
geeft stevigheid aan de wervelkolom
C
bestaat uit kraakbeen
D
zorgt voor de verbinding met de kraakbeenschijf

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In het wervelgat
A
ligt het ruggenmerg
B
liggen bloedvaten
C
ligt het wervellichaam
D
liggen zenuwen

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

het ruggenmerg bestaat uit
A
bloedvaten
B
zenuwcellen
C
kraakbeen
D
beenmerg

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij een juiste lichaamshouding heb je
A
een rechte rug
B
iets gebogen rug
C
de armen naast je lichaam
D
de voeten naast elkaar

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je met gebogen rug tilt
A
slijten je wervels
B
komen de bloedvaten klem te zitten
C
kunnen de kraakbeenschijven beschadigen tussen de wervels uitpuilen
D
raakt je ruggenmerg beschadigd

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een hernia is
A
zenuwen die klem komen te zitten
B
bloedvaten die klem komen te zitten
C
Spieren die klem komen te zitten
D
Wervels die kapot zijn

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Scoliose is
A
Vergroeiing van de wervelkolom
B
Slijtage van de tussenwervelsschijven
C
Verslapping van de spieren
D
zenuw die in de knel zit

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
Basisstof 1 wordt gecontroleerd
Basisstof 2 maken

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions