2.2 Skelet en houding

Thema 2 Bewegen

Welkom 3BB
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 2 Bewegen

Welkom 3BB

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Thema 2 Bewegen

 Terugblik 2.1 Botten
Lesdoel
Uitleg 
Aan het werk
Evalueren

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat is het verschil tussen kraakbeen en botten?

Op welke plekken werken ze samen?

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.2 Skelet en houding

Lesdoel:


1. Je kunt uitleggen hoe de wervelkolom 
schokken kan opvangen.

2. Je kan uitleggen wat een juiste lichaamshouding is.

3. Je weet wat scoliose en hernia is.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe vangt je wervelkolom schokken op?
  • Je ruggengraat kan daardoor schokken opvangen.

  • De dubbele S-vorm
  • Kraakbeen schijven.

  • Denk hierbij aan de vering van een auto. Zonder vering zou je telkens een harde klap horen.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

wervel bestaat uit:
  1. -wervellichaam
  2. wervelgat
  3. uitsteeksels

1 wervellichaam: geeft stevigheid aan je lichaam. 

2 wervelgat: hierin ligt het ruggenmerg (zenuwcellen).

3 Uitsteeksel zitten je ribben aan vast.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe moet je tillen?
  • Rug recht.

  • Tillen vanuit de benen.

  • Til niet te zwaar en te lang.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rugklacht 1 : Hernia

  • Kraakbeenschijf puilt uit

  • Drukt op zenuwen

  • Operatie is soms een oplossing

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

'Gezonde houding'
  • Hoe je staat of zit, noem je je lichaamshouding. 

  • Je rug- en buikspieren zorgen ervoor dat je wervelkolom goed staat. 

  • Een goede houding voorkomt rug- of nekpijn krijgt. 



Zithouding
rechtop zitten, knieën 90 graden gebogen
als je aan tafel zit: onderarmen op tafel, elleboog 90 graden gebogen

Slide 11 - Diapositive

antwoord:
Dubbele S-vorm
Deze werkt als een door schokbreker bij springen en als een soort veer bij het tillen van zware voorwerpen.

rechtop zitten
Laatste staande persoon, rechts onder
Rugklacht 2 scoliose.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag.
Hoofdstuk 2.2 opdracht 1-10.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

juiste lichaamshouding
Lichaamhouding: manier waarop je zit,staat en beweegt.

 Rechte rug.
Gebogen rug tillen: fout, de kraakbeenschijven kunnen beschadigen, of tussen de wervels uitpuilen.

 Zenuwen komen klem te zitten(hernia)
Verkeerde houding kan vervorming van je wervelkolom veroorzaken (onderuitgezakt zitten, hoofd op je arm, zware boekentas)

 Scoliose: vergroeiing van de wervelkolom (zenuwen raken bekneld en spieren verkeerd belast) Je moet dan een brace dragen en oefeningen doen om erger te voorkomen. of soms een operatie

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voor speciale vorm heeft de wervelkolom?
A
s-vorm
B
dubbele s-vorm
C
o-vorm
D
dubbele o-vorm

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Tussen de wervels zitten:
A
kraakbeenschijven
B
schokwervels
C
beenschijven
D
wervelschijven

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Dankzij de vorm van je wervelkolom en de kraakbeenschijven:
A
blijf je rechtop staan
B
kun je lopen
C
kun je je ledematen bewegen
D
schokt je hoofd niet bij elke stap

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Elke wervel bestaat uit:
A
wervellichaam, wervelgat, kraakbeenschijf
B
wervelgat, uitsteeksels, zenuwen
C
wervellichaam, wervelgat, uitsteeksels
D
wervellichaam, wervelgat, bloedvaten

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In het wervelgat
A
ligt het ruggenmerg
B
liggen bloedvaten
C
ligt het wervellichaam
D
liggen zenuwen

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

het ruggenmerg bestaat uit
A
bloedvaten
B
zenuwcellen
C
kraakbeen
D
beenmerg

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij een juiste lichaamshouding heb je
A
een rechte rug
B
iets gebogen rug
C
de armen naast je lichaam
D
de voeten naast elkaar

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je met gebogen rug tilt
A
slijten je wervels
B
komen de bloedvaten klem te zitten
C
kunnen de kraakbeenschijven beschadigen tussen de wervels uitpuilen
D
raakt je ruggenmerg beschadigd

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een hernia is
A
zenuwen die klem komen te zitten
B
bloedvaten die klem komen te zitten
C
Spieren die klem komen te zitten
D
Wervels die kapot zijn

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Scoliose is
A
Vergroeiing van de wervelkolom
B
Slijtage van de tussenwervelsschijven
C
Verslapping van de spieren
D
zenuw die in de knel zit

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Nakijken
WB blz. 67 t/m 69
TL: 79 t/m 81 (opdr. 8 niet)

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions