Taal 6.7

• Taal
• Basisschool
• Groep 4

Taal 6.7

Doel van de les:

Even oefenen:
Ik heb één koek.
Ik heb twee ...

1. Maak er meervoud van

Is het meervoud van het woord met en of s aan het einde?

Enkelvoud

Meervoud

Poster

Posters

Broertjes

Broertje

struiken

struik

dingen

ding

1. Ik heb een brief in mijn hand.
Ik heb een brief in mijn ..

1. Handen
2. Hands

2. Op de postzegel staat het symbool van een vogel.
Op de postzegel staan symbolen van ...

1. Vogelen
2. Vogels

3. Er staat vast een geheim in de brief.
Er staan vast ... in de brief.
Wat is het meervoud van geheim?

4. Hij zoekt de verstopte schatkist.
Hij zoekt de verstopte ..
Wat is het meervoud van schatkist?

5. Jammer, de brief is voor mijn zusje.
Jammer, de brief is voor mijn ... .
Wat is het meervoud van zusje?

Verzin een zin met het woord poster. Let op! Het woord poster moet in meervoud gebruikt worden.

Verzin een zin met het woord krant.
Let op! Het woord poster moet in meervoud gebruikt worden.

Verzin een zin met het woord moeder. Let op! Het woord poster moet in meervoud gebruikt worden.

Ik vond de les makkelijk/moeilijk,
omdat..