2.6 Voedselbederf

• Biologie / Verzorging
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 2

	Vak: Biologie Hoofdstuk: 2.6 Voedselbederf
1.	Lesopening
2.	Lesdoelen
3.	Mini-check & arrangementen
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Pak je werkboek van biologie op tafel en laat deze nog even dicht op tafel liggen. 

Huiswerk controle:

2.5 opdracht 1 t/m 8

2. Lesdoelen

Aan het eind van deze les:

- kun je manieren beschrijven om voedselbederf tegen te gaan. 

3. Arrangementen

- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie. 

n.v.t.

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 

Jessica, Niek, Jaysen, Jochem & Gijs

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 

Jamie & Krystian

Verdiept arrangement:

Verdiept: n.v.t.

Huiswerk noteren + maken:

les: 2.6 

blz: 128 t/m 133

opdr: 1 t/m 5

Mini-check

Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Wat is een voedselvergiftiging?

1. Een allergische reactie op voedsel
2. Een spijsverteringsstoornis
3. Een tijdelijke maagklacht na het eten
4. Een ziekte die ontstaat door het eten van besmet voedsel

Sleep de manieren om voedselbederf tegen te gaan naar de juiste afbeelding. 

pasteuriseren

drogen

vacuüm verpakken

invriezen

Wat zijn conserveermiddelen?

1. Middelen die smaak aan voedingsmiddelen geven
2. Middelen die kleur aan voedingsmiddelen geven
3. Middelen die beschermende stoffen toevoegen aan eten
4. Middelen waardoor het voedingsmiddel langer houdbaar is

Wie maakt wat:

3 vragen of meer goed? Ga zelfstandig aan de slag:

les 2.6, opdracht 1 t/m 5, blz. 128 t/m 133

De rest doet mee met de instructie.

4. Instructie

Lees en kijk mee naar de volgende dia. 

Voedselbederf

Schimmels en bacteriën groeien in het voedsel, en produceren gifstoffen. Hierdoor kan voedsel bederven.

Voedselvergiftiging: afweerreactie van je lichaam bij het eten van voedsel met gifstoffen

Salmonellabacteriën

Salmonella is een bacterie. Deze bacterie komt voornamelijk voor in rauwe dierlijke producten. 

-> Bijvoorbeeld: vlees, vis, eieren. 

Je kunt ziek worden van salmonella. 

De bacterie groeit snel tussen 20 en 30 graden.

Klachten bij salmonella: diarree, buikpijn & koorts. 

Voedselbederf tegengaan

Er zijn verschillende manieren om voedselbederf tegen te gaan. Voedsel wordt dan behandeld, zodat het minder snel bederft. 

- pasteuriseren

- steriliseren

- drogen

- vacuum trekken

- invriezen

Invriezen

• Temperatuur te laag ( -20 graden of lager) voor bacteriën en schimmels om zich voort te kunnen planten
• Niet opnieuw invriezen na het ontdooien

Pasteuriseren

- verhitten tot 72 graden C;

- veel bacteriën en schimmels 

    gaan dan dood;

- sommige bacteriën overleven wel!

- in de koelkast bewaren (vertraagd de groei van schimmels en bacteriën)

Steriliseren

- Verhitten tot 130/140 graden   of meer

- Alle bacteriën en schimmels     gaan dood

- Lang houdbaar!

Vacuüm verpakken

- alle lucht in de verpakking wordt weggezogen

- bacteriën en schimmels kunnen zich 

niet voortplanten want er is geen zuurstof. 

   

      

Drogen

- al het water uit het voedsel halen.

- zonder water kunnen de bacteriën en schimmels niet voortplanten.

Voorbeelden:

(droog)worst, melkpoeder, rozijnen en soep in droge vorm (poeder)

Conserveermiddelen toevoegen

Door consumeermiddelen toe te voegen worden de leefomstandigheden voor schimmels en bacterie slecht. 

Conserveermiddelen die je kunt toevoegen: 

- Suiker (bijv. in jam)

- Zuur (bijv. azijn)

- Zout (bijv. in olijven)

- Stikstof

- Sulfiet (bijv. in gedroogd fruit)

Geur-, kleur- en smaakstoffen

- kleur-, geur- en smaakstoffen worden toegevoegd om voedsel     aantrekkelijker te maken

- deze stoffen helpen niet tegen voedselbederf

- kunnen kunstmatig zijn. Dan worden ze gemaakt in een fabriek, bijv in snoep. 

Conserveren (samenvatting)

• Pasteuriseren (verhitten tot 72 graden)
• Steriliseren (verhitten tot 130 - 140 graden)
• Drogen (water uit product halen)
• Vacuüm (zuurstof uit het product halen)
• Invriezen (invriezen op -20)

5. Begeleid inoefenen

Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?

Jessica, Niek, Jaysen, Jochem & Gijs: jullie gaan zelfstandig les 2.6, opdracht 1 t/m 5 maken op blz. 128 t/m 133. Lees goed de stukjes tekst. 

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?

Jamie & Krystian, of als je alle vragen bij de mini-check fout had.  Wij maken samen opdracht 1.

6. Zelfstandig werken

Je leest de theorie van paragraaf 2.6 goed door. Hierna maak je opdracht 1 t/m 5 op blz. 128 t/m 133

Ben je klaar?

1. Nakijken en verbeteren

2. Samenhang maken (zie vorige lessen)

3. Leren voor biologie

 

7. Evaluatie

Hoe ging de les?

Zijn er nog dingen waar je moeite mee had?

Evaluatie lesdoelen: 

- kun je manieren beschrijven om voedselbederf tegen te gaan. 

8. Huiswerk en toetsen

Huiswerk:

Donderdag 16 november

2.6 opdracht 1 t/m 5

Toetsen: