Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Leestekens
Leg op tafel:
- je laptop
- je boekje
- een pen/potlood
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we vandaag doen?
- Opstarten (5 minuten)
Bespreken boekje (5 minuten)
- Lessonup (15 minuten)
- Zelfstandig werken ( 15 minuten)
- Toets bespreken (15 minuten)
Slide 2 - Diapositive
Boekje bespreken
Slide 3 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt uitleggen welke leestekens er zijn
Je kunt de leestekens op een goede manier gebruiken
Slide 4 - Diapositive
Er was eens een prins die zo graag een prinses wilde hebben maar het moest een echte prinses zijn hij reisde de hele wereld rond om er één te vinden maar overal kwam er iets tussen prinsessen waren er genoeg maar of het echte prinsessen waren daar kon hij nooit helemaal achter komen altijd was er iets dat niet helemaal in de haak was toen kwam hij weer thuis en was erg bedroefd want hij wilde graag een heuse prinses hebben op een avond brak er een verschrikkelijk onweer los het bliksemde en donderde de regen stroomde neer het was vreselijk toen werd er aan de stadspoort geklopt en de oude koning ging opendoen het was een prinses die buiten stond maar lieve hemel wat zag ze eruit door de regen en het noodweer het water liep uit haar kleren en haren bij de punt van haar schoen liep het erin en bij de hiel er weer uit zij zei dat ze een echte prinses was ja daar zullen we wel achter komen dacht de oude koningin maar ze zei niets ze ging haar slaapkamer binnen nam al het beddengoed weg en legde een erwt op de bodem van het bed nam toen twintig matrassen legde die boven op de erwt en toen opnieuw twintig veren bedden boven op de matrassen daar moest de prinses nu 's nachts op liggen
Voorleestekst
Je werkt in tweetallen.
Open je boekje op de eerste bladzijde en ga naar de startopdracht. Je leest de tekst voor aan de ander.
Je bespreekt wat er aan de hand is met de tekst.
Slide 5 - Diapositive
Wanneer gebruik je hoofdletters?
Slide 6 - Question ouverte
Wanneer gebruik je een punt?
Slide 7 - Question ouverte
Wanneer gebruik je een vraagteken?
Slide 8 - Question ouverte
Wanneer gebruik je een uitroepteken?
Slide 9 - Question ouverte
Slide 10 - Vidéo
Een leesteken is een teken voor het lezen.
. = zin is afgelopen
? = zin is een vraag
! = zin met nadruk lezen
, = pauze
H = begin van de zin óf naam
Jan, dit boek is leuk.
Vind jij dat ook,Marie?
Zeker!
Slide 11 - Diapositive
Neem de zin over en zet de leestekens op de juiste plaats. wat doe jij in spanje
Slide 12 - Question ouverte
Neem de zin over en zet de leestekens op de juiste plaats. jeroen zit in de kantine
Slide 13 - Question ouverte
Schrijf op een los blaadje een verhaal van minimaal 60 woorden.
Gebruik alle leestekens minstens 2x.
Klaar? Laat een klasgenoot je verhaal voorlezen. Staan alle leestekens goed? Verbeter! Wissel om.