Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
BACK TO SCHOOL QUIZ
Slide 1 - Diapositive
Uitleg quiz leerlingen
2 onderwerpen
Met in totaal 20vragen
De onderwerpen zijn:
1. Je tijd thuis
2. Corona
Slide 2 - Diapositive
Ronde 1: Je tijd thuis
Slide 3 - Diapositive
Wat was het leukst aan je tijd thuis?
Slide 4 - Carte mentale
Wat was het minst leuk aan je tijd thuis?
Slide 5 - Carte mentale
Welke les vond je het moeilijkst om op afstand te volgen?
Slide 6 - Question ouverte
Waar liep je tegenaan met het volgen van digitale lessen?
Slide 7 - Question ouverte
Welke nieuwe hobby ben je thuis gestart?
Slide 8 - Carte mentale
Hoeveel uur Netflix / Disney +/ Videoland heb je denk je gekeken?
Slide 9 - Carte mentale
Wat vond jij van de tijd thuis ".........." ?
Het rad werkt pas als de leerlingen zijn aangemeld
Slide 10 - Diapositive
Ronde 2: Corona feiten
Slide 11 - Diapositive
LET OP --> Vanaf deze ronde:
Wordt het een wedstrijd!
Raad de goede antwoorden
Hoe sneller, hoe beter
Succes!
Slide 12 - Diapositive
Wat is de officiële naam van het Virus?
A
Het Corona virus
B
Sars-Cov-2
C
Covid-19
D
The Wuhan flu
Slide 13 - Quiz
Hoe verspreidt corona zich?
A
Via kleine deeltjes die we uithoesten en inademen
B
Met het openbaar vervoer
C
Op de fiets
D
Door met elkaar te telefoneren
Slide 14 - Quiz
Wat is GEEN symptoom van Corona?
A
Niezen
B
Hoesten
C
Duizeligheid
D
Moeilijk ademen
Slide 15 - Quiz
Wat ging er mis tijdens een persconferentie van Premier Rutte?
A
Hij schudde een hand
B
Hij moest erg hard niezen
C
Hij vergat zijn tekst
D
Hij kreeg een hoestaanval
Slide 16 - Quiz
Het was inderdaad A, kijk maar..
Slide 17 - Diapositive
Welk land heeft de meeste corona besmettingen ter wereld?
A
Amerika
B
China
C
Spanje
D
Italië
Slide 18 - Quiz
Wat kun je ALLEMAAL doen om corona verspreiding tegen te gaan?
A
Haar borstelen
B
Extra warm aankleden
C
Afstand houden en niezen in elleboog
D
Afstand houden, niezen in elleboog en handen wassen
Slide 19 - Quiz
Je ziet hier twee groepen mensen
Ouderen
Jongeren
Slide 20 - Diapositive
Voor welke groep is het gevaar van besmetting het grootst?
A
Veel gevaarlijker voor Jongeren
B
Voor jongeren
C
Voor ouderen
D
Even gevaarlijk
Slide 21 - Quiz
Welk woord kan je maken van de letters waar je in deze tijd mee moet oppassen? Schrijf het op!
Slide 22 - Question ouverte
Waar staat RIVM voor?
A
Rijks Inlichtingendienst voor de Maatschappij
B
Rijksinstituut voor Maatschappij
C
Rijksinstituut Inlichtingen voor Milieu
D
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
Slide 23 - Quiz
Back To School Quiz!?
Slide 24 - Diapositive
Les 1 hoofdstuk 5
Wat is omzet?
Wat is afzet?
Hoe kan je je marktaandeel vergroten?
En wat moet ik met de BTW?
Slide 25 - Diapositive
Afzet = ....
Omzet = ....
Slide 26 - Diapositive
Afzet en omzet
Slide 27 - Diapositive
Omzet =
A
omzet
B
afzet
C
omzet - inkoopwaarde vd omzet
D
afzet x verkoopprijs
Slide 28 - Quiz
MARKTAANDEEL
= de afzet/omzet van een bedrijf in % van de afzet/omzet van de hele bedrijfstak
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Diapositive
Berekening marktaandeel
Slide 31 - Diapositive
Bereken het marktaandeel van Slowy.
Slide 32 - Question ouverte
Bereken het marktaandeel van Slowy.
3000 + 2200 + 800 = €6000
3000 : 6000 x 100% = 50%
Slide 33 - Diapositive
Hoeveel procent is het marktaandeel van alle bedrijven samen?
Slide 34 - Question ouverte
Hoeveel procent is het marktaandeel van alle bedrijven samen?
Marktaandeel samen is 100% want dat is de totale omzet.
Slide 35 - Diapositive
In Barendrecht zijn er 3 bloemisten. De totale afzet van rozen op Valentijnsdag is 1150 rode rozen. Roberto's Flowershop verkoopt 450 rode rozen op deze dag. Hoe groot is haar marktaandeel?
A
33%
B
39%
C
33,3%
D
39,1%
Slide 36 - Quiz
BTW 3 tarieven (en 0%)
In het boek gebruiken ze nog 6%. Het is nu 9%.
Slide 37 - Diapositive
Slide 38 - Vidéo
welk van de onderstaande belastingtarieven hoort niet in het rijtje thuis?
A
21%
B
19%
C
9%
D
0%
Slide 39 - Quiz
Inclusief 21% BTW
Inclusief 6% BTW (bon van 2017)
Slide 40 - Diapositive
Slide 41 - Diapositive
Voorbeeld opgave met procenten
Na 20% korting kost een stoel nog 198 euro.
Hoeveel kost de stoel zonder korting?
Stappenplan
1) Voorbereiding: Wat weet je al? Zichtbaar maken.
2) Aanpak kiezen: hoe kun deze opgave berekenen?
Slide 42 - Diapositive
Voorbeeld opgave
Na 20% korting kost een stoel nog 198 euro.
Hoeveel kost de stoel zonder korting?
Stappenplan
1) Voorbereiding: Wat weet je al? Zichtbaar maken.
2) Aanpak kiezen: hoe kun deze opgave berekenen?
Na 20% korting --> 100-20=80
80% is dus 198 euro
Slide 43 - Diapositive
Voorbeeld opgave
Na 20% korting kost een stoel nog 198 euro.
Hoeveel kost de stoel zonder korting?
Stappenplan
3) Bereken
4) Antwoord geven
Slide 44 - Diapositive
Voorbeeld opgave
Na 20% korting kost een stoel nog 198 euro.
Hoeveel kost de stoel zonder korting?
Stappenplan
3) Bereken
4) Antwoord geven
Slide 45 - Diapositive
Voorbeeldopgave
Na 20% korting kost een stoel nog 198 euro.
Hoeveel kost de stoel zonder korting?
Stappenplan
5) Controle
Vraag opnieuw lezen. Wat wordt gevraagd? Is het antwoord logisch? Klopt de notatie?
De prijs was €247,50.
Slide 46 - Diapositive
BTW
BTW betekent Belasting Toegevoegde Waarde
Vaak is de BTW 21%.
De prijs zonder BTW noem je "exclusief BTW".
Exclusief BTW -> 100 %
De prijs met BTW noem je "inclusief BTW".
Inclusief BTW -> 121 %
Slide 47 - Diapositive
een voorbeeld opgave met BTW
Meneer Hiemstra heeft een deuk in zijn portier van zijn auto. De kosten voor het uitdeuken en spuiten zijn 400 euro, maar dat is exclusief BTW. Er komt nog 21% BTW bij.
Hoeveel euro moet meneer Hiemstra precies aan BTW betalen?
Slide 48 - Diapositive
opgave
Bij een groothandel kost een printer €96,80 euro inclusief 21? BTW. Wat is de prijs exclusief BTW?
Slide 49 - Diapositive
huiswerk
opdracht 2 en 6 maken
(taken voor volgende week zijn maken opdracht 1,3,4,5 en 7)