Naut H4 - Andere tekstsoorten (First Lego League)

Naut H4 - Andere tekstsoorten
Help de robots staken
Bij les Naut H4 - First Lego League

Ga ik tweetallen zitten!!
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieBasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Naut H4 - Andere tekstsoorten
Help de robots staken
Bij les Naut H4 - First Lego League

Ga ik tweetallen zitten!!

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
Jullie weten waar ze een verhalende tekst aan kunnen herkennen.
Jullie krijgen plezier in het lezen van een verhalende tekst.

Jullie begrijpen de inhoud van een verhalende tekst.

Slide 2 - Diapositive

Bespreek


Mensen staken ook weleens,
waarom denk je?

Slide 3 - Diapositive

Waarom staken mensen?

Slide 4 - Question ouverte

Modellen van uitleg instructietekst
Help! De robots staken! van Rian Visser & Heleen Brulot
In de basisles heb je gelezen over de FIRST LEGO League robotwedstrijd voor kinderen. Robots worden steeds meer gebruikt in het dagelijkse leven. Maar in de toekomst misschien nog veel meer…

Het boek Help! De robots staken! van Rian Visser gaat over robots en speelt zich af in de toekomst, in het jaar 2050. Kinderen gaan alleen naar school om leuke dingen te doen, zoals sporten of dansen. Leren doet iedereen thuis met zijn eigen robot. Op een ochtend doet Panda, de robot van Jasmijn raar. Ook de robot van haar vriendin doet raar. De zelfsturende auto’s zijn van slag en de voedselprinter gaat zijn eigen gang. Wat is er aan de hand?

Slide 5 - Diapositive

Vragen maken
We gaan wat vragen maken over de tekst.

Pak je kleurtjes erbij.

Slide 6 - Diapositive

Vraag
Onderstreep het antwoord van deze vraag in tekst met GEEL

Wie is de hoofdpersoon in dit verhaal?

Slide 7 - Diapositive

Vraag:
Wie is de hoofdpersoon in dit verhaal?
A
dat kun je niet weten
B
Rian Visser
C
Jasmijn
D
Panda

Slide 8 - Quiz

Vraag
Onderstreep het antwoord van deze vraag in tekst met PAARS

In het eerst stukje staat: Panda zoemt bozig.
Waarom is Panda boos?

Slide 9 - Diapositive


Waarom is Panda boos?
A
Omdat ze lopend naar school moet
B
omdat ze geen zin heeft om naar school te gaan
C
omdat de wieltjes onder haar voeten snel bewegen
D
omdat ze met de zelf rijdende auto naar school gaan

Slide 10 - Quiz

Vraag
Onderstreep het antwoord van deze vraag in tekst met Roze

Lees het tweede stukje nog eens. Het stukje begint met ‘Op straat’.
Daar staat: ‘Panda gedroeg zich vanmorgen heel vreemd,’ vertel ik.
Pas veel later in het boekfragment kom je te weten wat Panda deed.
Wat voor vreemds deed Panda?

Slide 11 - Diapositive

Wat voor vreemds deed Panda?
A
Panda viel op de grond
B
Panda ging op haar handen staan.
C
Panda skeelerde naar het voetbalveld.
D
Panda draaide haar hoofd helemaal om.

Slide 12 - Quiz

Vraag
In het derde stukje lees je: Op school doen we gezamenlijk dingen, zoals sporten, knutselen, spelen, dansen of experimenteren in het laboratorium.
Wat betekent experimenteren?
A
wachten, ergens een tijd blijven totdat iemand komt of iets begint
B
uitproberen, kijken wat er kan of wat er mogelijk is
C
uitstellen, iets veel later doen dan dat de afspraak is
D
trainen, lang en veel oefenen om iets steeds beter te kunnen

Slide 13 - Quiz

Vraag
Onderstreep het antwoord van deze vraag in tekst met ORANJE

Er kwam een monteur voor Panda. 
Wat was er aan de hand met Panda?

Slide 14 - Diapositive

Wat was er aan de hand met Panda?
A
De wieltjes onder haar voeten waren gebroken.
B
er was helemaal geen schade
C
de accu was leeg
D
Er zaten wat schroefjes los.

Slide 15 - Quiz

Vraag
Onderstreep het antwoord van deze vraag in tekst met BLAUW

Waarom willen de kinderen niet langer met de robots voetballen?

Slide 16 - Diapositive

Waarom willen de kinderen niet langer met de robots voetballen?
A
De robots moeten luisteren en dat doen ze niet.
B
De robots vallen steeds op de grond en gaan daardoor stuk.
C
Het is niet leuk om met de robots te voetballen, want ze kunnen het niet goed.
D
De robots spelen heel gemeen en doen de kinderen pijn.

Slide 17 - Quiz

Vraag
In de tekst staat: De monteur fronst haar wenkbrauwen.
Wat betekent het als je je wenkbrauwen fronst?
A
dan kijk je vrolijk en ben je blij met iets
B
dan veeg je het zweet van je gezicht na het sporten
C
dan denk je na of ben je ergens boos over
D
dan houd je je handen boven je ogen om fel licht tegen te houden

Slide 18 - Quiz

Vraag:
In de basisles heb je gelezen dat robots geen gevoelens hebben. En dat robots bij beslissingen niet hun gevoel gebruiken. Wat weet je over de robots die in het boek voorkomen?
1
De robots hebben wel gevoelens, want een van de robots is boos.
De robots worden alleen thuis gebruikt voor klusjes en op school om te leren.
De robots maken alleen geluidjes, ze kunnen niet met mensen praten.
De robots kunnen met elkaar praten, alleen weet niemand wat ze bespreken.

Slide 19 - Question de remorquage

Vraag
Onderstreep het antwoord van deze vraag in tekst met ROOD

Waarom wil de monteur dat Olivia de nieuwsberichten checkt? De monteur wil dat Olivia de nieuwsberichten checkt om te weten te komen…

Slide 20 - Diapositive

Waarom wil de monteur dat Olivia de nieuwsberichten checkt? De monteur wil dat Olivia de nieuwsberichten checkt om te weten te komen…
A
… of er andere groepen zijn van robots die voetballen en wat de stand daar is.
B
… of er op andere plekken ook problemen zijn met robots door de nieuwe software.
C
… naar welke volgende plek de monteur moet gaan om een andere robot te repareren.
D
… of Panda gisteren in het park andere robots heeft ontmoet en met ze heeft gepraat.

Slide 21 - Quiz

Afsluiting
Zou je dit boek willen lezen?
Ja
Nee

Slide 22 - Sondage