Verspreiding van het Christendom in Europa

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

De verspreiding van het Christendom in geheel Europa.

Wat gaan jullie leren?

- Jullie kennen de belangrijkste kenmerken van het Christendom.

- Jullie kennen de manier waarop het bestuur van de Katholieke kerk is opgebouwd.

- Jullie weten op welke manieren het Christendom zich verspreidde in Europa.

- Jullie weten waarom het Christendom zich zo snel en goed verspreidde in Europa.

Voor de 'pauze' gedaan.

- Inventarisering van de voorkennis over het Christendom.

- Uitleg over het ontstaan van het Christendom en wat het Christendom is.

- Opbouw van het bestuur binnen de Katholieke kerk.

De val van het West-Romeinse Rijk

- Viel in 476.

- Start van de middeleeuwen.

- 'Grote Volksverhuizing'.

- Vroeg voorbeeld van de verspreiding van het Christendom.

Oorzaken van de verspreiding van het Christendom in Europa.

- Samenwerking tussen de Paus en vorsten.

- Goede organisatie van de Katholieke kerk.

- Katholieke kerk had een snelle groei in rijkdom.

Samenwerking tussen de Paus en vorsten.

- Doping Frankische vorst Clovis begin 6e eeuw.

- Waarom samenwerking tussen Paus en vorsten?

- vanaf c.a 600 stuurde Paus Gregorius missionarissen door Europa om  heidense volkeren te kerstenen.

       > Nederland bekeerd door Bonifatius en Willibord in de 8e eeuw.

- Bekering door geweld

   > Karel Martel en later Karel de Grote na 750. 

Goede organisatie binnen de kerk.

- Bisschoppen deden goed hun werk

- Stichting van kloosters.

Kloosters werden steeds rijker > Bezitten veel grond > meer macht.

Problemen verspreiding van het Christendom.

- Invasies van heidenen: Vikingen en Moslims 9e en 10e eeuw.

- Grote Schisma 1054 > verdeeld in: Rooms-Katholiek en Grieks-Orthodox

Klassikale Tijdbalk

In tweetallen:

- 5 minuten de tijd om te bespreken wat je ziet.

- Daarna op tijdbalk op het bord plaatsen.

Noem een reden waardoor het Romeinse rijk ten val kwam.

Geef aan waarom de doping van Clovis belangrijk is geweest.

Noem een probleem voor de verspreiding van het Christendom