Welke acties heb je uitgevoerd en gepland?
Welke middelen en materialen heb je gebruikt?
Wat was het gedrag van anderen en hoe heb je daar op gereageerd?
Wat hielp je en wat belemmerde je?
TIP: Denk na wat in chronologische volgorde jouw acties waren deze periode. Beschrijf deze puntsgewijs.