Lezen en Literaire begrippen - les 2

1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?

  • Nakijken opdracht 2 en 3
  • Uitleg inleiding en slot
  • Lezen tekst 2

Slide 2 - Diapositive

Herhaling Lezen onderbouw
Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen onderwerp en hoofdgedachte. 
Ik kan uitleggen welke doelen een tekst kan hebben.
Ik kan uitleggen welke functies een titel kan hebben.
Ik kan uitleggen wat de functies van de inleiding en het slot zijn.

Slide 3 - Diapositive

Nakijken
Maak opdracht 2 en 3 (blz 11).

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Inleiding
Een goede tekst bestaat uit drie delen: inleiding, middenstuk, slot.

De inleiding van een tekst heeft twee functies:
-de aandacht van het publiek trekken
-het onderwerp van de tekst introduceren

Slide 7 - Diapositive

Inleiding: aandacht trekken
  • Naar een actuele gebeurtenis verwijzen
  • Kort de voorgeschiedenis van het onderwerp beschrijven
  • Een aantrekkelijk voorbeeld geven (anekdote)
  • Het belang voor het publiek aangeven

Slide 8 - Diapositive

Aandacht trekken: sterke eerste zin
  • een intrigerende vraag: Hoeveel keer per dag liegt u?
  • schokkende of opvallende cijfers: een op de zeven leerlingen in havo 4 blijft zitten
  • een paradox (tegenstelling): hoe gespecialiseerder iemand is, hoe minder hij kan.
  • een prikkelend citaat: 'Ik denk, dus ik besta', schreef de Franse filosoof ...
  • een bijzondere opsomming: vijf stripboeken, een weduwe en een prinses. Wat hebben die met elkaar te maken?

Slide 9 - Diapositive

Inleiding: onderwerp introduceren
  • Een of meerdere vragen stellen
  • Een mening (standpunt) formuleren
  • Een probleem schetsen

In het middenstuk worden dan de vragen beantwoord, de argumenten bij het standpunt gegeven of de verklaringen of oplossingen voor het probleem gepresenteerd.


Slide 10 - Diapositive

Slot
Een tekst wordt afgerond met een slot. Het slot bevat meestal de hoofdgedachte (de conclusie) van de tekst. Deze is dan vaak in één zin geformuleerd. Vaak begint het slot met een signaal(woord): kortom, al met al, we hebben dus gezien dat ...

Slide 11 - Diapositive

Slot
Naast de hoofdgedachte bevat het slot soms:
-een samenvatting
-een afweging
-een aansporing of aanbeveling
-een toekomstverwachting
De manier waarop een tekst wordt afgerond, wordt onder andere bepaald door het doel van de tekst en door de inleiding. Een activerende tekst kan bijvoorbeeld eindigen met een aansporing.

Slide 12 - Diapositive

Slot: aantrekkelijk eindigen
-aansluiten bij de inleiding: in het slot wordt teruggekomen op de aandachtstrekker uit de inleiding ('de cirkel rondmaken')
-een uitsmijter: een pakkende slotzin, bijvoorbeeld door een retorische   vraag of een citaat

-> voorbeeld blz 18

Slide 13 - Diapositive

Tekst 2 - Wel of geen bijbaan?

Slide 14 - Diapositive

Opdracht
Maak opdracht 4 en 5 online of in je schrift.

Slide 15 - Diapositive

Herhaling Lezen onderbouw
Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen onderwerp en hoofdgedachte. 
Ik kan uitleggen welke doelen een tekst kan hebben.
Ik kan uitleggen welke functies een titel kan hebben.
Ik kan uitleggen wat de functies van de inleiding en het slot zijn.

Slide 16 - Diapositive

Personages
Er bestaan geen verhalen zonder personages. Het belangrijkste personage, degene over wie het hele verhaal gaat, is de. Je weet wat de hoofdpersoon hoort, ziet, denkt en voelt. 

De overige personages zijn bijfiguren

Een bijzondere bijfiguur is de tegenspeler. Die kan verschillende rollen hebben, maar het effect is altijd dat de hoofdrolspeler optimaal tot zijn recht komt. Denk maar aan Harry Potter (hoofdpersoon) en Voldemort (tegenspeler).



Slide 17 - Diapositive

Type en karikatuur
Bijfiguren die nauwelijks worden uitgewerkt, zijn typen. De rol die zij in het verhaal spelen, is belangrijker dan wie zij zijn (bijvoorbeeld ‘de arts’ of ‘de politieman’). 

Als bepaalde kenmerken van typen overdreven worden, heb je te maken met een karikatuur.

Literaire personages zijn vaak (enigszins) complex en kunnen onvoorspelbaar handelen. Het is belangrijk om in die gevallen je oordeel nog even uit te stellen en niet meteen te denken: die is gek. Probeer in plaats daarvan mee te gaan in de gedachten en gevoelens van de personages



Slide 18 - Diapositive

Ontwikkeling personages
Veruit de meeste literaire verhalen gaan over de psychologische ontwikkeling van de hoofdperso(o)n(en). Deze ontwikkeling kun je vaak goed herkennen met behulp van het conflictmodel, dat bestaat uit vier fasen:

1  Vaak is er aan het begin van het verhaal sprake van een evenwicht: een min of meer stabiele           situatie die al enige tijd duurt.
2  Dan ontstaat er een conflict: er vindt een gebeurtenis plaats waardoor de hoofdpersoon in             actie komt. Zo’n gebeurtenis kan van alles zijn: een natuurramp of een ongeluk, de 
     ontmoeting met een ander personage etc. Dit wordt ook wel het motorisch moment 
     genoemd.



Slide 19 - Diapositive

Ontwikkeling personages
3  De hoofdpersoon komt in actie waardoor er ontwikkeling plaatsvindt, bijvoorbeeld in de vorm 
    van het oplossen van problemen en het overwinnen van tegenslagen. Dit is de fase van 
    ontwikkeling.
4  De laatste fase is die van oplossing of voorlopig nieuw evenwicht: het conflict wordt opgelost 
    óf het bestaat nog steeds, maar in dat geval is het personage zodanig veranderd dat hij het 
    conflict in een ander daglicht ziet.



Slide 20 - Diapositive

Opdracht 1 (blz 179)
  1. Wat is er in Magnus' leven veranderd?
  2. Hoelang geleden heeft deze verandering plaatsgevonden?
  3. Citeer een zin die het huidige bestaan van Magnus goed samenvat.
  4. Welke fase van het conflictmodel wordt in tekst 1 beschreven? Licht je antwoord toe.
  5. Wat voor iemand denk je dat Magnus is? Noem drie steekwoorden. 

Slide 21 - Diapositive

Avani

  1. Wie zijn de hoofd- en bijpersonen?
  2. Schets de ontwikkeling van Avani aan de hand van  het conflictmodel.

Slide 22 - Diapositive

Huiswerk (9 jan.)
Lezen verhaal 3 uit 3PAK - Gameplan
(Maak een samenvatting voor jezelf!)

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive