Marketing lesbrief 1

Wat is marketing
volgens jullie?
1 / 47
suivant
Slide 1: Carte mentale
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Wat is marketing
volgens jullie?

Slide 1 - Carte mentale

Slide 2 - Vidéo

Marketing
Alles wat een bedrijf (bewust) doet om meer producten te verkopen of de naamsbekendheid te vergroten.

Slide 3 - Diapositive

Marketing
Marketing komt van de Engelse woorden; Market en Getting. Letterlijk vertaald betekent dit: de markt krijgen.

Bedrijven doen er dus alles aan om de vraag uit de markt bij hen terecht te laten komen.

Slide 4 - Diapositive

Hoe kan een winkelier
dit doen?

Slide 5 - Carte mentale

Hoe kan een winkelier dit doen?
Hoe kan een winkelier de vraag uit de markt bij hem terecht laten komen?
Bijvoorbeeld door:
  • mooie etalages
  • grote advertenties
  • vriendelijk en goed opgeleid personeel
  • reclameposters in bushokjes.

Slide 6 - Diapositive

Marketingbeleid
Een winkelier kan verschillende (marketing)doelen hebben, bijvoorbeeld:
  1. meeste verkopen
  2. zo snel mogelijk rijk worden
  3. jonge mensen aantrekken

Slide 7 - Diapositive

Marketingbeleid
Om deze doelen te bereiken moet de winkelier een koers gaan uitzetten, dit noemen we het marketingbeleid.

Dus het marketingbeleid is de koers die je gaat volgen om je marketingdoelen te halen.

Slide 8 - Diapositive

Marketingplan
Als je weet welke (marketing)doelen je wilt bereiken, dan kun je een plan opstellen om deze doelen te bereiken. Dit noemen we het marketingplan.

Een marketingplan is het plan waarin staat hoe je je marketing gaat aanpakken.

Slide 9 - Diapositive

Marketinginstrumenten
Een marketinginstrument is een activiteit gericht op verkoop.
Er zijn zes instrumenten voor de marketing van een winkel, deze staan op de afbeelding hiernaast.

Slide 10 - Diapositive

De marketingmix
De 6 marketinginstrumenten samen heet de marketingmix.
Om als bedrijf je marketingdoelen te behalen, moeten de 6 P's goed op elkaar afgestemd zijn.

Slide 11 - Diapositive

De P van product
Welk product of welke dienst verkoop je? Denk daarbij aan de kwaliteit en de functie. 
Maar ook aan eigenschappen zoals de verpakking.
Ook het merk van het product hoort bij de P van product.

Slide 12 - Diapositive

De P van prijs
Is het product of de dienst goedkoop of duur? Past het bij de kwaliteit die je biedt? Zijn er kortingen?

Slide 13 - Diapositive

De P van plaats
Op welke plaatsen wordt je product of dienst verkocht? 
In een winkel in de winkelstraat?
Is er een webshop?

Slide 14 - Diapositive

De P van personeel
Hoe gaat het personeel om met klanten?
En hoe gaat de werkgever om met de werknemers?
Welke opleiding heeft het personeel gehad?

Slide 15 - Diapositive

De P van promotie
Hoe breng je het product of de dienst onder de aandacht van de consumenten? Denk hierbij aan reclame, sponsoring of een advertentie in de krant.

Slide 16 - Diapositive

De P van presentatie
Hoe presenteer je het product in de winkel en de etalage?
En hoe presenteer je het product in een webshop?

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Welke doelgroep past het beste bij de volgende producten? Zet de juiste combinaties bij elkaar.
Doelgroep : 
Product :
cruisevakanties
schooltassen
raamkozijnen
tweedehands meubels
ouderen
jongeren van 12 tot 18
studenten
huishoudens

Slide 19 - Question de remorquage

Wat is een doelgroep?
A
De groep mensen die je wil bereiken
B
Het doel dat je wil bereiken
C
De collega's met wie je samenwerkt
D
De kenmerken van een bepaalde groep

Slide 20 - Quiz

Wat is geen P uit de marketingmix?
A
Product
B
Promotie
C
Productie
D
Prijs

Slide 21 - Quiz

Bekijk de afbeelding. Welke P hoort hierbij?
A
product
B
promotie
C
plaats
D
prijs

Slide 22 - Quiz

Jumbo sponsort een wielerclub.
Welke P hoort hierbij?
A
product
B
promotie
C
plaats
D
prijs

Slide 23 - Quiz

Producten zijn in de aanbieding.
Welke P hoort hierbij?
A
product
B
promotie
C
plaats
D
prijs

Slide 24 - Quiz

Een bedrijf stuurt zijn werknemers op cursus.
Bij welke P hoort dit?
A
product
B
promotie
C
presentatie
D
personeel

Slide 25 - Quiz

Een bedrijf besluit om zijn huisstijl te vernieuwen.
Bij welke P hoort dit?
A
product
B
promotie
C
presentatie
D
personeel

Slide 26 - Quiz

Marktonderzoek
Een marktonderzoek is een onderzoek waarbij een bedrijf de markt onderzoekt.
Het bedrijf doet onderzoek door klanten te vragen wat ze willen en door te kijken wie de concurrenten zijn en wat zij precies verkopen.
Ook houdt het bedrijf de ontwikkelingen en de trends in de gaten.

Slide 27 - Diapositive

Deskresearch en fieldresearch
Informatie verzamelen via internet doe je achter je bureau (desk) op de computer. Dit noemen we deskresearch.

Informatie krijg je ook door enquêtes en interviews af te nemen. Dit noem je fieldresearch.

Slide 28 - Diapositive

Deskresearch
Het verzamelen van al bestaande gegevens noem je deskresearch. Je kunt deze gegevens namelijk achter je bureau verzamelen.
Omdat deze informatie al beschikbaar is, spreek je ook wel van secundaire informatie.

Slide 29 - Diapositive

Fieldresearch
Bij fieldresearch verzamel je de informatie zelf. Deze informatie noem je dan ook wel primaire informatie

Slide 30 - Diapositive

Fieldresearch
Primaire gegevens verzamelen bij fieldreseach kan op verschillende manieren. Namelijk door:
  1. vragen te stellen; denk aan vragenlijsten, interviews, panels of groepsdiscussies.
  2. observatie; bijv. door het winkelgedrag van consumenten te observeren.

Slide 31 - Diapositive

Fieldresearch voor/nadelen:

  1. kost veel tijd
  2. duur
  3. informatie is goed afgestemd op jouw vraag
  4. is up-to-date
Deskresearch voor/nadelen:

  1. kost weinig tijd
  2. goedkoop
  3. informatie is niet altijd afgestemd op jouw vraag
  4. soms verouderd

Slide 32 - Diapositive

Wat betekent deskresearch?

Slide 33 - Question ouverte

Wat betekent fieldresearch?

Slide 34 - Question ouverte

Fieldresearch
Deskresearch
Goedkoop
Up-to-date
Duur
Soms verouderd
Kost veel tijd
Kost weinig tijd

Slide 35 - Question de remorquage

Bekijk de afbeelding. Gaat het hier om primaire of secundaire informatie?
A
Primaire informatie
B
Secundaire informatie

Slide 36 - Quiz

Stappen van marktonderzoek
Stap 1: Omschrijf het probleem
Stap 2: Bepaal het doel
Stap 3: Doe deskresearch
Stap 4: Doe fieldresearch
Stap 5: Verwerk de gegevens
Stap 6: Analyseer
Stap 7: Rapporteer


Slide 37 - Diapositive

Stappen van marktonderzoek
Stap 1
Omschrijf het probleem. Wat wil je onderzoeken?

Bijv. de omzet van mijn winkel daalt.

Daarna formuleer je hoofd- en deelvragen.

Slide 38 - Diapositive

Stappen van marktonderzoek
Stap 2
Bepaal het doel van je marktonderzoek. 

Bijvoorbeeld: wat kan mijn winkel doen om weer meer klanten aan te trekken.

Slide 39 - Diapositive

Stappen van marktonderzoek
Stap 3
Doe deskresearch.

Is het onderzoeksdoel hiermee behaald? Ga dan naar stap 5.
Is het onderzoeksdoel hiermee nog niet behaald? Ga dan naar stap 4.

Slide 40 - Diapositive

Stappen van marktonderzoek
Stap 4
Doe fieldresearch.

Je kunt bijvoorbeeld interviewen, enquêtes afnemen, een panel organiseren, mensen iets laten testen of observeren.

Slide 41 - Diapositive

Stappen van marktonderzoek
Stap 5
Verwerk de gegevens.

Gebruik hiervoor zo veel mogelijk tabellen, grafieken, diagrammen, flowcharts en infographics.



Slide 42 - Diapositive

Stappen van marktonderzoek
Stap 6
Analyseer de informatie.

Je kijkt wat de verzamelde gegevens je eigenlijk zeggen: Welke conclusies kun je trekken uit je gegevens?



Slide 43 - Diapositive

Stappen van marktonderzoek
Stap 7
Rapporteer.

Maak een rapport van het marktonderzoek. Beantwoord de hoofdvraag en de deelvragen. Formuleer eventueel aanbevelingen, als dat gevraagd wordt door de opdrachtgever.


Slide 44 - Diapositive

Bekijk de onderstaande stappen nog eens goed.
Stap 1: Omschrijf het probleem
Stap 2: Bepaal het doel
Stap 3: ...
Stap 4: Doe fieldresearch
Stap 5: Verwerk de gegevens
Stap 6: ...
Stap 7: Rapporteer


Slide 45 - Diapositive

Bekijk de vorige sheet. Wat hoort er bij stap 3 te staan?

Slide 46 - Question ouverte

Wat hoort er bij stap 6 te staan?

Slide 47 - Question ouverte