1.3 Lezen - les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Welkom!

Wat gaan we doen?

• Klas aanmaken Talent
• Nakijken huiswerk
• Verder lezen in Het zusje van

Doelen

• Ik kan leesstrategieën toepassen.
  
• Ik kan tekstverbanden herkennen.
• Ik kan vertellen vanuit wel perspectief een verhaal verteld wordt.

Klas aanmaken

Code

522420

Huiswerk nakijken

maken opdr 3, 4, 6, 7, 9

Opdracht 3

a) verband = tijdsvolgorde 

    'Terwijl' geeft aan dat twee gebeurtenissen tegelijkertijd plaatsvinden.

b) reden= Tante Fie haat feestjes

     gevolg= ze gaat eerder weg

c) conclusie = Diana is terecht kampioen

d) Bijvoorbeeld: 

Opdracht 4

a) Hun zwijgzaamheid

b) Willem houdt van sperziebonen, evenals zijn vader.

c) De overeenkomst is dat beiden van sperziebonen houden.

Opdracht 5

a) Hun zwijgzaamheid

b) Willem houdt van sperziebonen, evenals zijn vader.

c) De overeenkomst is dat beiden van sperziebonen houden.

Opdracht 6 en 7 klassikaal

Psychisch perspectief

De gebeurtenissen in een verhaal lees je altijd vanuit het standpunt/de ogen van iemand anders. Vaak is dit de hoofdpersoon, maar niet altijd. Het standpunt van vertellen heet het psychisch perspectief.

Er zijn verschillende perspectieven van waaruit een verhaal kan worden verteld.

Het zusje van

Van welk perspectief is sprake in Het zusje van ?

Lezen

We lezen samen verder 

t/m blz 46.

Vragen

1) Wat ervaart Liv op de eerste schooldag? Hoe reageren anderen op haar?

2) Wat is de grootste zorg van Liv? Wat is de grootste zorg van haar klasgenoten?

3) Het beeld dat Liv van Alex heeft verschilt van het beeld dat haar klasgenoten van hem hebben. Hoe ziet Liv haar broer en welk beeld hebben haar klasgenoten van hem?

Vragen

4) Hoe denk jij over Alex? Zie jij hem meer zoals Liv of deel je het beeld dat haar klasgenoten van hem hebben?

5) Wat vind je van de reacties van Livs klasgenoten? Vind je die terecht of juist niet? Leg uit.

Vrijdag 20 september

Gelezen t/m blz 67

Doelen

• Ik kan leesstrategieën toepassen.
  
• Ik kan tekstverbanden herkennen.
• Ik kan vertellen vanuit wel perspectief een verhaal verteld wordt.