SO werkwoordspelling

Werkwoordspelling
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Werkwoordspelling

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Slide 3 - Diapositive

Is het geen pv?
  •  Gebiedende wijs: 'Pak je boek', 'zit stil', etc. 
  • Bijvoeglijk naamwoord: 'De rode auto', 'het rustige meisje', etc. 
  • Voltooid deelwoord

Slide 4 - Diapositive

Vul in:
'Ik heb gister een film (zien).'

Slide 5 - Question ouverte

Vul in:
'Mijn zus heeft jarenlang (voetballen).'

Slide 6 - Question ouverte

Vul in:
'Een jaar lang heb ik de wereld rond (reizen).'

Slide 7 - Question ouverte

Vul in:
'De (verbranden) aardappelen zijn helemaal zwart!'

Slide 8 - Question ouverte

Hulpsteuntje
Stap 1: vraag jezelf af of het woord wat je moet vervoegen een PV is. 
Stap 2: in welke tijd staat de zin? (TT of VT)
Stap 3: met welk onderwerp heb je te maken? (Ik/hij/zij/het/wij)
Stap 4: schrijf de juiste uitgang. 

Slide 9 - Diapositive

Tegenwoordige tijd (TT)
  •  ik: ik-vorm
  • Jij/hij/zij/het: stam + t
  • Wij: hele werkwoord

Let op! Staat er 'je' achter de persoonsvorm en kan je deze veranderen in 'jij' dan schrijf je ook de ik-vorm. 

Slide 10 - Diapositive

Vul in:
"Ik (verhuizen) morgen naar Venlo."

Slide 11 - Question ouverte

Vul in:
'Hij (verhuizen) morgen naar Venlo."

Slide 12 - Question ouverte

Vul in:
Hij (worden) morgen (ophalen).
A
wordt, opgehaald
B
word, opgehaald
C
wordt, opgehaalt
D
wort, opgehaalt

Slide 13 - Quiz

Vul in:
'(Vragen) je dat morgen even na?'

Slide 14 - Question ouverte

Verleden tijd (VT)
  •  Zwakke werkwoorden
  • Enkelvoud (ik/jij/hij/zij/het): -te of -de
  • Meervoud (wij/zij/hen): -ten of -den

Slide 15 - Diapositive

Vul in:
'Zij (verbranden) gister haar handen aan de hete pan.'

Slide 16 - Question ouverte

Vul in:
'Ik (willen) dat eigenlijk niet doen.' (VT)

Slide 17 - Question ouverte

Vul in:
'Wij (plannen) het feestje met een groepje.' (VT)

Slide 18 - Question ouverte

Vul in:
'Zij (starten) gister met de toetsweek.'

Slide 19 - Question ouverte

Verleden tijd (vt)
  •  Sterke werkwoorden
  • Veranderen van klank in de verleden tijd

Slide 20 - Diapositive

Vul in:
'Hij (vinden) dat geen goed idee.' (VT)

Slide 21 - Question ouverte

Vul in:
'Zij (dragen) graag kleding van de Zara.' (VT)

Slide 22 - Question ouverte

Vul in:
'Ik (zwemmen) graag als het warm weer was.' (VT)

Slide 23 - Question ouverte

Wat neem je mee naar het SO?

Slide 24 - Carte mentale

Slide 25 - Diapositive