valkuilen

Halo effect - Horn effect
Voorbeeld: solliciteren
Zelfs het uiterlijk van een persoon heeft een zekere invloed op hoe wij hem of haar inschatten als persoon, maar dus ook of wij hen zien als geschikte sollicitant. Wanneer deze cognitieve invulling in positieve zin uitvalt, noemen we dit het halo-effect. Ons beeld over deze persoon is rooskleuriger dan eigenlijk het geval is. Het tegenovergestelde van het halo-effect noemen we het horn-effect.
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

Halo effect - Horn effect
Voorbeeld: solliciteren
Zelfs het uiterlijk van een persoon heeft een zekere invloed op hoe wij hem of haar inschatten als persoon, maar dus ook of wij hen zien als geschikte sollicitant. Wanneer deze cognitieve invulling in positieve zin uitvalt, noemen we dit het halo-effect. Ons beeld over deze persoon is rooskleuriger dan eigenlijk het geval is. Het tegenovergestelde van het halo-effect noemen we het horn-effect.

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Wat bedoelen we met het halo-effect?
A
Als één positief element overheerst in een personeelsgesprek.
B
Als één negatief element overheerst in een personeelsgesprek.

Slide 3 - Quiz

Een medewerker van de broodafdeling is heel erg klantvriendelijk. Ze wordt daardoor ook op alle andere
competenties goed beoordeeld. Van welke beoordelingsfout is hier sprake
timer
0:20
A
Vooroordelen
B
Horn effect
C
Gemiddelde score
D
Halo effect

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Vidéo

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Stereotype

Slide 8 - Carte mentale

Slide 9 - Diapositive

Wat is tijdens een observatie belangrijk?
A
Objectief waarnemen; waarnemen zonder oordeel, gevoel of betekenis. Feiten benoemen.
B
Objectief waarnemen; waarnemen van dingen en mensen vanuit je eigen persoon.
C
Subjectief waarnemen; waarnemen zonder oordeel, gevoel of betekenis. Hij benoemt feiten.
D
Subjectief waarnemen; waarnemen van dingen en mensen met je eigen interpretatie

Slide 10 - Quiz

Waar let je op bij het
waarnemen van anderen?

Slide 11 - Carte mentale

Stereotypes en vooroordelen

Slide 12 - Diapositive

Hoe worden vooroordelen gevormd?
A
Opvoeding
B
Ervaringen

Slide 13 - Quiz

Vooroordelen, interesses kunnen invloed hebben op je observatie. Hoe noemen we dit?
A
Subjectief waarnemen
B
objectief waarnemen
C
Projectie
D
Halo- en horn effect

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

In je eigen woorden weergeven wat iemand anders gezegd of geschreven heeft noemen we
A
papegaaien
B
hardop reflecteren
C
parafraseren
D
samenvatten

Slide 16 - Quiz

Attributie

De manier waarop mensen verklaringen zoeken voor succes of falen.

Externe attributie
Bij externe attributie schrijft iemand het succes of falen toe aan iets buiten de eigen invloed. Diegene zegt eigenlijk: ik kon er niets aan doen.

Interne attributie
Bij interne attributie schrijft iemand het succes of falen toe aan iets wat binnen de eigen invloed ligt. Diegene zegt eigenlijk: dit is mijn eigen prestati
e!

Slide 17 - Diapositive

Lieke niest en besmet Billy met corona. Lieke voelt zich schuldig... ze weet dat ze beter een mondmasker had gedragen.
Massimo verliest steeds met tafeltennis. 'Slechte balletjes', zegt hij.
Interne attributie
Externe attributie

Slide 18 - Question de remorquage

Heb jij nog vragen over de theorietoets?
De toets vindt plaats volgens je lesrooster. Dus zelfde dag en tijd wanneer je les hebt. 

Slide 19 - Diapositive

Wat vond je van de workshop communicatie gesprekstechnieken 1
TIPS/TOPS

Slide 20 - Question ouverte

Denk aan het op tijd inleveren van de samenvatting!

Slide 21 - Diapositive