6.2 Analyse: samenwerking en conflict

6.2 Analyse
Samenwerking en conflict
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

6.2 Analyse
Samenwerking en conflict

Slide 1 - Diapositive

Na deze les weet je ...
  • ... wat het kernconcept samenwerking inhoudt;
  • ... wat de eisen aan succesvolle samenwerking zijn;
  • ... wat het kernconcept conflict inhoudt;
  • ... wat het verschil is tussen collectieve en private goederen;
  • ... wat het dilemma van collectieve actie inhoudt.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Noem een situatie waarin er
wordt samengewerkt

Slide 4 - Carte mentale

Samenwerking
Het proces waarin individuen, groepen en/of staten relaties vormen om hun handelen op elkaar af te stemmen voor een gemeenschappelijk doel.

Vb. Je kunt in je eentje vijf paragrafen samenvatten van het hoofdstuk. Je kunt ook samenwerken met klasgenoten en allemaal één paragraaf samenvatten en die dan uitwisselen.

Slide 5 - Diapositive

Een samenwerking levert altijd positieve resultaten op.
EENS
ONEENS

Slide 6 - Sondage

Slide 7 - Vidéo

redenen voor samenwerking:
 “samen staan we sterk”:
  voorbeelden: staking /coalitieregering

gebruik maken van elkaars sterke punten:
 voorbeelden: rol Nederland in de NAVO

Slide 8 - Diapositive

Eisen voor succesvolle samenwerking
  1. Compromisbereidheid
  2. Wederzijdse acceptatie
  3. Onderling vertrouwen

Slide 9 - Diapositive

Samenwerken is een compromis
Aan een samenwerking gaan vaak afspraken tussen de deelnemende partijen vooraf.

Partijen moeten namelijk op dezelfde 
golflengte komen en daarom soms wat 
inleveren / toegeven, zoals tijd of geld.

Slide 10 - Diapositive

Eisen voor succesvolle samenwerking
  1. Compromisbereidheid
  2. Wederzijdse acceptatie
  3. Onderling vertrouwen

Slide 11 - Diapositive

Wederzijdse acceptatie
Wanneer beide partijen elkaar niet accepteren, kan een samenwerking niet succesvol zijn. 

Wederzijds = beide kanten op

Slide 12 - Diapositive

Eisen voor succesvolle samenwerking
  1. Compromisbereidheid
  2. Wederzijdse acceptatie
  3. Onderling vertrouwen

Slide 13 - Diapositive

Onderling vertrouwen
Als partijen elkaar niet vertrouwen, dan kunnen de doelen van de samenwerking niet behaald worden. 

Vb. Tijdens operatie Market Garden waarschuwde het Nederlandse verzet de geallieerden dat er grote weerstand van de Duitsers rond Arnhem zou zijn. De Britten wuifden dit weg en werden hierdoor bij Arnhem heel erg verrast.

Slide 14 - Diapositive

Bij samenwerking moet je soms iets opgeven:

Het KERNCONCEPT MACHT speelt daarin een belangrijke rol:
 *Het vermogen om hulpbronnen in te zetten
  om bepaalde doelstellingen te bereiken en de handelingsmogelijkheden van anderen te beperken of te vergroten.


Slide 15 - Diapositive

Wat is de relatie tussen de kernconcepten samenwerking en macht.

Slide 16 - Question ouverte

Waarom spelen vertrouwen en wederzijds acceptatie daarin een belangrijke rol?

Slide 17 - Question ouverte

Aan de slag!
Lezen: pagina 11 - 16 (lesboek)
Maken: samenvatting paragraaf 6.1 + 6.2 

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Conflict
Een situatie waarin individuen, groepen en/of staten elkaar tegenwerken om de eigen doelen te bereiken.

Vb. In oorlogstijd vallen landen elkaar aan om hun eigen doelen te bereiken (bijv. meer grondstoffen of landsuitbreiding) ten koste van andere landen.

Slide 20 - Diapositive

KERNCONCEPT: CONFLICT
Een situatie waarin individuen, groepen en/of staten elkaar tegenwerken om de eigen doelen te bereiken.

Geef voorbeelden van conflicten op:
 microniveau
 mesoniveau
 macroniveau

Slide 21 - Diapositive

Geef een voorbeeld van een conflict dat je kan hebben op school.

Slide 22 - Question ouverte

Wat is een conflict op micro-niveau?
A
Nederland legt Italië een handelsembargo op
B
Ajax kaapt een speler voor de neus van PSV weg
C
Jan geeft Thomas niet de antwoorden van de toets

Slide 23 - Quiz

Sancties spelen vaak een grote rol bij conflicten.

Wat zijn sancties?


Slide 24 - Diapositive

Geef voorbeelden van sancties in een conflict op
microniveau
mesoniveau
macroniveau

Slide 25 - Question ouverte

Manifest: zichtbaar

Latent: verborgen

Slide 26 - Diapositive


Samenwerking

Gemeenschappelijk doel
Handelen op elkaar afstemmen

Confilct

Eigen doel
Elkaar tegen werken

Slide 27 - Diapositive

Aan de slag!
Lezen: pagina 11 - 16 (lesboek)
Maken: opdracht 2

Slide 28 - Diapositive

Collectieve goederen
Samenwerken om een ideaal te bereiken waar iedereen baat bij heeft (ook wel algemeen belang genoemd).
Voorbeelden:
 schoon drinkwater, infrastructuur, openbare orde en veiligheid.

Kenmerken van collectieve goederen:
 1. iedereen draagt bij d.m.v. belasting.
 2. iedereen kan evenveel profiteren van het collectieve goed.
 3 collectieve goederen zijn non-exclusief (niemand kan worden uitgesloten)

Slide 29 - Diapositive

Private goederen:

Goederen waar mensen voor moeten betalen.

Kenmerk van private goederen:
 1. Je kunt uitgesloten worden van een privaat goed.
 2. Het is dus exclusief

Slide 30 - Diapositive

Sleep de goederen en/of diensten naar de juiste sector.
collectieve sector
particuliere sector

Slide 31 - Question de remorquage

Dilemma van de collectieve actie:
Collectieve actie:
Als mensen samenwerken om een collectief goed te realiseren.

Mensen hebben de keuze om wel of niet mee te werken. Dat noemen we het dilemma van de collectieve actie.



Slide 32 - Diapositive

FREE RIDERS.
Als je meedoet met de collectieve actie kun je mee profiteren van de voordelen.
Als je niet meedoet aan de collectieve actie hoef je niets op te offeren maar kun je wel profiteren van de voordelen. 


Slide 33 - Diapositive

Wanneer het lidmaatschap van een vakbond verplicht zou zijn...

I kunnen vakbondsleden niet meer voorgetrokken worden tegenover niet-vakbondsleden.

II zijn er in ieder geval geen free riders meer.
A
Bewering I is juist, bewering II is onjuist
B
Beide bewerkingen onjuist
C
Beide bewerking juist
D
Bewering I is onjuist, bewering II is juist

Slide 34 - Quiz

Huiswerk
Maak vragen in lessonup!
Maak en kijk na opdracht 4 blz 10 oefenboek

Slide 35 - Diapositive