Paragraaf 5.1 & 5.2

CASUS: GENOEG ETEN?
Paragraaf 5.1
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

CASUS: GENOEG ETEN?
Paragraaf 5.1

Slide 1 - Diapositive

NA DEZE LES WEET JE ...
  • ... wat het welvaartsvraagstuk inhoudt.

Slide 2 - Diapositive

WELVAARTSVRAAGSTUK
Vraagstuk hoe een samenleving haar bestaansvoorwaarden veiligstelt, hoe ze de productiefactoren verdeelt en hoe ze de reproductie regelt.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Slide 5 - Vidéo

SAMENWERKING EN CONFLICT

Paragraaf 5.2

Slide 6 - Diapositive

NA DEZE LES WEET JE ...
  • ... wat het kernconcept samenwerking inhoudt.
  • ... wat de eisen aan een succesvolle samenwerking zijn.
  • ... wat het kernconcept conflict inhoudt.
  • ... wat het verschil is tussen collectieve en private goederen.
  • ... wat het dilemma van collectieve actie inhoudt.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Waarom zouden mensen met elkaar samenwerken?

Slide 9 - Question ouverte

Geef een voorbeeld
van een situatie waarin
wordt samengewerkt

Slide 10 - Carte mentale

SAMENWERKING
Het proces waarin individuen, groepen en/of staten relaties vormen om hun handelen op elkaar af te stemmen voor een gemeenschappelijk doel.

Vb. Je kunt in je eentje vijf paragrafen samenvatten van het hoofdstuk. Je kunt ook samenwerken met klasgenoten en allemaal één paragraaf samenvatten en die dan uitwisselen.

Slide 11 - Diapositive

EISEN VOOR EEN SUCCESVOLLE SAMENWERKING
  1. Compromisbereidheid
  2. Wederzijdse acceptatie
  3. Onderling vertrouwen

Slide 12 - Diapositive

SAMENWERKEN IS EEN COMPROMIS
Aan een samenwerking gaan vaak afspraken tussen de deelnemende partijen vooraf.

Partijen moeten namelijk op dezelfde 
golflengte komen en daarom soms wat 
inleveren / toegeven, zoals tijd of geld.

Slide 13 - Diapositive

EISEN VOOR EEN SUCCESVOLLE SAMENWERKING
  1. Compromisbereidheid
  2. Wederzijdse acceptatie
  3. Onderling vertrouwen

Slide 14 - Diapositive

WEDERZIJDSE ACCEPTATIE
Wanneer beide partijen elkaar niet accepteren, kan een samenwerking niet succesvol zijn. 

Wederzijds = beide kanten op

Slide 15 - Diapositive

EISEN VOOR EEN SUCCESVOLLE SAMENWERKING
  1. Compromisbereidheid
  2. Wederzijdse acceptatie
  3. Onderling vertrouwen

Slide 16 - Diapositive

ONDERLING VERTROUWEN
Als partijen elkaar niet vertrouwen, dan kunnen de doelen van de samenwerking niet behaald worden. 

Vb. Tijdens operatie Market Garden waarschuwde het Nederlandse verzet de geallieerden dat er grote weerstand van de Duitsers rond Arnhem zou zijn. De Britten wuifden dit weg en werden hierdoor bij Arnhem heel erg verrast.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

CONFLICT
Een situatie waarin individuen, groepen en/of staten elkaar tegenwerken om de eigen doelen te bereiken.

Vb. In oorlogstijd vallen landen elkaar aan om hun eigen doelen te bereiken (bijv. meer grondstoffen of landsuitbreiding) ten koste van andere landen.

Slide 19 - Diapositive

Geef een voorbeeld van een conflict dat je kan hebben op school

Slide 20 - Question ouverte

Slide 21 - Diapositive

COLLECTIEVE GOEDEREN
Collectieve goederen:
  • zijn non-exclusief (niemand kan er van worden uitgesloten);
  • worden vaak door de overheid geleverd;
  • dienen het algemeen belang;
  • worden ook wel publiek goed genoemd.

Vb. Dijken of het onderwijs.

Slide 22 - Diapositive

PRIVATE GOEDEREN
Private goederen:
  • zijn exclusief (je kan er van worden uitgesloten);
  • worden voornamelijk door de markt geleverd;
  • dienen vooral het eigen belang.

Vb. Abonnement voor de sportschool.

Slide 23 - Diapositive

COLLECTIEF OF PRIVAAT?

Slide 24 - Diapositive

DILEMMA VAN COLLECTIEVE ACTIE
Als mensen samenwerken om een collectief goed te realiseren, heet dat collectieve actie.

Soms kiezen mensen er bewust voor om niet bij te dragen aan deze collectieve actie. Zo ontstaat het dilemma van collectieve actie: de keus waar mensen voor staan om wel of niet mee te werken aan de samenwerking. Zowel het meedoen als niet meedoen heeft namelijk voordelen.

Slide 25 - Diapositive

FREE RIDERS
Free riders = Actoren die niet bijdragen aan een collectief goed, maar er wel van profiteren.

Bv. Belastingontduikers.

Slide 26 - Diapositive