Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Beeldspraak
Beeldspraak
herhaling
1 / 21
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Cette leçon contient
21 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Beeldspraak
herhaling
Slide 1 - Diapositive
Wat is beeldspraak eigenlijk?
(zie ook theorie: BLOK 1)
Slide 2 - Diapositive
Vergelijking
Een vergelijking herken je aan de woorden 'als' en 'net'.
Hij is zo rood als een kreeft. Ze is net (als) een nachtegaal.
Ook bij de woorden 'van een' kun je denken aan een vergelijking: hij is een beer van een vent.
Slide 3 - Diapositive
Metafoor
Bij een metafoor zijn de woorden 'als' of 'van een' weggelaten. Wél worden er twee dingen vergeleken, maar alleen het beeld is overgebleven.
"Het is hier een zwijnenstal!" roept moeder, als ze Tommy's kamer ziet.
Slide 4 - Diapositive
Personificatie
Aan abstracte begrippen, iets uit de natuur of levenloze zaken wordt een menselijke eigenschap toegekend:
de oude auto kwam hoestend en proestend op gang.
Slide 5 - Diapositive
Metonymia
Bij een metonymia worden twee dingen met elkaar vergeleken, die niet op elkaar lijken.
Er zijn
acht
veel voorkomende metonymieën:
Slide 6 - Diapositive
1. Je bedoelt het voorwerp, maar noemt het materiaal
"Het vriest flink, dus ik heb mijn ijzers alvast maar tevoorschijn gehaald."
Slide 7 - Diapositive
2. Je bedoelt de inhoud, maar noemt het voorwerp
"Zullen we een blikje kopen?"
Slide 8 - Diapositive
3. Je bedoelt het voorwerp, maar noemt de maker
"Ik heb thuis een originele Herman Brood aan de muur hangen."
Slide 9 - Diapositive
4. Je bedoelt het geheel, maar noemt het deel.
"Die snor deelt de ene na de andere bekeuring uit!"
Slide 10 - Diapositive
5. Je bedoelt het deel, maar noemt het geheel.
"Nederland heeft gelukkig van Duitsland gewonnen!"
Slide 11 - Diapositive
6. Je bedoelt meervoud, maar noemt enkelvoud.
"De vrouw gebruikt vaker make-up dan de man."
Slide 12 - Diapositive
7. Je bedoelt het bezit, maar noemt de bezitter.
"De buren hebben lekkage."
(Je bedoelt dat het huis van de buren lekt.)
Slide 13 - Diapositive
8. Je bedoelt een groep, maar noemt de leider.
"Hitler rukte op naar de Russische grens."
Slide 14 - Diapositive
Een vergelijking herken je aan:
A
het woordje '(net) als'
B
het woordje 'met'
C
het woordje 'als', of 'van een'
D
het woordje 'vergeleken'
Slide 15 - Quiz
Hij is zo sterk als een beer = een metafoor. Juist of onjuist?
A
onjuist
B
juist
Slide 16 - Quiz
'Die Rembrandt vind ik mooier dan die Van Gogh.' Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
vergelijking
B
metonymie
C
metafoor
D
personificatie
Slide 17 - Quiz
'Geef mij nog eens een glas'. Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
synesthesie
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie
Slide 18 - Quiz
'Zij is net een nachtegaal.' Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
vergelijking
B
metonymie
C
metafoor
D
personificatie
Slide 19 - Quiz
'De wind huilt door de bomen.' Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
metafoor
B
personificatie
C
metonymie
D
vergelijking
Slide 20 - Quiz
www.cambiumned.nl
Slide 21 - Lien
Plus de leçons comme celle-ci
Beeldspraak
Novembre 2017
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Beeldspraak
Mai 2016
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Beeldspraak
Décembre 2017
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Beeldspraak
Novembre 2021
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Beeldspraak
Mars 2022
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Beeldspraak
Novembre 2023
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
H2 Woordenschat
Novembre 2021
- Leçon avec
30 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H3 - herhaling beeldspraak + metoniem
Mars 2022
- Leçon avec
31 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3