3m - Ch 2 - bron B

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

1 novembre

TOUSSAINT

Bienvenue!

Prenez vos livres, cahiers et stylos.

le programme d'aujourd'hui

1. apprendre bron B
2. stappenplan lezen
3. tekst & vragen
4. les devoirs

 

tekst over vrije tijd begrijpen

Apprendre: le vocabulaire

• Bron B, page 86

• thuis max kwartier

• WAAROM echt doen? nodig voor les morgen!
• schrijven, mindmap, eerst woordjes kleuren die lijken op het Nederlands, tekenen...

par exemple

1. overmorgen
2. ook niet
3. bijvoorbeeld
4. het moet

il faut

après-demain

vrai

il y a un heure

echt

je/het moet

overmorgen

een uur geleden

écrire

descendre

lire

recharger

stappenplan lezen

1. oriëntatie
   titel & plaatjes
   
   
2. globaal lezen
   inleiding & tussenkopjes
   
   
3. gedetailleerd lezen

ORIËNTATIE: Kijk naar de titel en de plaatjes, page 63

Qu'est-ce que tu penses:
waar gaat de tekst over?

Test: l'ennui, tu connais?

GLOBAAL LEZEN:

Lees de inleiding & 'tussenkopjes'

voor jou, stilte betekent

hoe vaak verveel jij je?

in welke situatie verveel jij je het meest?

als je de keuze had tussen deze beroepen

wat doe je als je veel tijd hebt?

si tu avais le choix entre ces métiers

pour toi, le silence

dans quelle situation tu t'ennuies le plus?

à quelle fréquence tu t'ennuies?

quand tu as beaucoup de temps devant toi

Test: l'ennui, tu connais?

GEDETAILLEERD LEZEN:

Lees de hele tekst

vrai

faux

Meer C: niks doen levert je een slecht humeur op

Meer A: na een actieve dag neem je geen rust

Meer B: verveling levert jou inspiratie op

Meer C: het leven is leuker als je je af en toe verveelt

au travail

 

• fais l'exercice 10 a,b

• thuis max kwartier

• WAAROM echt doen? nodig voor les morgen!

au travail

par jour = per dag

nécessaire = nodig

dès que = zodra

pour = om

tranquillement = rustig

• thuis max kwartier

• WAAROM echt doen? nodig voor les morgen!

les devoirs / huiswerk

lundi 6 novembre, 2e uur

• leren voor de toets!

agenda

• thuis max kwartier

• WAAROM echt doen? nodig voor les morgen!

Terugblik: 

• Lesdoel bereikt?
  
  
• Hoe verliep de les, wat schrijf ik in het klassenboek?

À la fin du cours:

• Stoel aanschuiven.
• Rustig lokaal uit.
• Rommel? In prullenbak.