1TH Kern Les 75: Lijdend voorwerp

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 1

Welkom 1A!

- Doe je telefoon in de telefoontas.

- Doe je jas uit en ga zitten volgens de plattegrond.

Deze les...

- Voorlezen: Katvis

- Planning

- Lesdoelen 

- Vragen stellen over Les 33: Werkwoordelijk gezegde (wg)

- Uitleg en oefening Les 75: Lijdend voorwerp (lv)

- Aan de slag!

- Afsluiting

Planning

Kijk mee en zorg dat je bij blijft!

Voorlezen

Katvis,

geschreven door

Tjibbe Veldkamp

Lesdoelen

- Ik kan de persoonsvorm (pv) van een zin benoemen.

- Ik kan een zin in zinsdelen verdelen.

- Ik kan het onderwerp (ow) van een zin benoemen.

- Ik kan het werkwoordelijk gezegde (wg) van een zin 

   benoemen.

- Ik kan het lijdend voorwerp (lv) van een zin benoemen.

Terugblik Les 33: Werkwoordelijk gezegde (wg)

- Heb je opdr. 2, 3, 4 en 5, blz. 70-71, gemaakt en nagekeken?

- Waarom wel/niet?

- Welke vragen heb je nog?

Les 75: Lijdend voorwerp (lv)

- Je hebt al geleerd de persoonsvorm (pv), het onderwerp (ow)

   en het werkwoordelijk gezegde (wg) te benoemen.

- Een ander zinsdeel is het lijdend voorwerp (lv). 

- Het lv vind je met de vraag: wie/wat + wg + ow?

Les 75: Lijdend voorwerp (lv)

>> Marieke / heeft / gisteren / heerlijke koekjes / gebakken.

Pv =       heeft

Ow =     Marieke

Wg =     heeft gebakken

Wie/wat heeft Marieke gebakken? >> heerlijke koekjes

Lv =       heerlijke koekjes

Les 75: Lijdend voorwerp (lv)

>> Wilco / vertelt / ons / altijd / spannende verhalen.

Pv =       vertelt

Ow =     Wilco

Wg =     vertelt

Wie/wat vertelt Wilco? >> spannende verhalen

Lv =       spannende verhalen

Les 75: Lijdend voorwerp (lv)

Het lv vind je dus met de vraag: wie/wat + ow + wg?

Het lv begint nóóit met een voorzetsel.

Les 75: Lijdend voorwerp (lv)

Benoem op de volgende pagina's de gevraagde zinsdelen.

Eerst de pv, dan het ow, daarna het wg en ten slotte het lv.

Wat is de pv?

Morgen / gaat / Melanie / een nieuwe trui / kopen.

Wat is het ow?

Morgen / gaat / Melanie / een nieuwe trui / kopen.

Wat is het wg?

Morgen / gaat / Melanie / een nieuwe trui / kopen.

Wat is het lv?

Morgen / gaat / Melanie / een nieuwe trui / kopen.

Wat is de pv?

Rob en Bas / zitten / samen / een bordspel / te spelen.

Wat is het ow?

Rob en Bas / zitten / samen / een bordspel / te spelen.

Wat is het wg?

Rob en Bas / zitten / samen / een bordspel / te spelen.

Wat is het lv?

Rob en Bas / zitten / samen / een bordspel / te spelen.

Wat is de pv?

Is / Rogier / weer / grapjes over Sinterklaas / aan het maken?

Wat is het ow?

Is / Rogier / weer / grapjes over Sinterklaas / aan het maken?

Wat is het wg?

Is / Rogier / weer / grapjes over Sinterklaas / aan het maken?

Wat is het lv?

Is / Rogier / weer / grapjes over Sinterklaas / aan het maken?

Aan de slag!

Maak de opdrachten op het stencil.

Lees goed en werk zorgvuldig.

Deze opdrachten zijn huiswerk voor donderdag 7 december.