45. Thema 6, week 1 Les 4 meewerkend voorwerp

• Nederlands
• Basisschool
• Groep 8

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Het zijn 3 werkwoorden

Wat is het onderwerp?

Wat is het lijdend voorwerp?

Het meewerkend voorwerp

* het meewerkend voorwerp is altijd een mens, die of ding

* het meewerkend voorwerp kan één woord zijn, maar het kunnen ook meerdere woorden zijn.

* het meewerkend voorwerp staat niet altijd in een zin.

* je vindt het meewerkend voorwerp door aan wie  of  voor wie te vragen.

Hij geeft de voetbal aan Hassan.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Hij geeft de voetbal aan Hassan.
Wat is het onderwerp?

Hij geeft de voetbal aan Hassan.
Wat is het lijdend voorwerp?

Hij geeft de voetbal aan Hassan.
Wat is het lmeewerkend voorwerp?

De wielrenner fietste 200 kilometer voor een goed doel.
Wat is het gezegde?

De wielrenner fietste 200 kilometer voor een goed doel.
Wat is het onderwerp?

In welke zin is het meewerkend voorwerp (aan wie of voor wie deel) onderstreept?

1. 
2. 
3. 

Staat er een meewerkend voorwerp in deze zin?
(aan wie of voor wie  deel)

1. ja
2. nee

Maak de zin af met een meewerkend voorwerp.

(aan wie of voor wie  deel)

Ik geef deze les aan jullie.

Ik benoem steeds aan wie of voor wie iets is?

Het meewerkend voorwerp is iemand die iets ontvangt.

Je kunt het woordje aan of voor ervoor zetten.

Meewerkend voorwerp:

‘aan-wie/voor-wie deel’.

Wat is het meewerkend voorwerp?

Wat is het meewerkend voorwerp?

Vader heeft voor zijn kinderen een auto gekocht.

Wat is het meewerkend voorwerp?

Aan Eva hebben wij een poppenhuis cadeau gegeven.

Wat is het meewerkend voorwerp?

Zij heeft haar zoon een fiets gegeven.

Wat is het meewerkend voorwerp?

De vrolijke man wijst mij de weg.

het werkwoordelijk gezegde

het onderwerp

het lijdend voorwerp

het meewerkend voorwerp

Ik

regel

voor hem

een taxi.

het werkwoordelijk gezegde

het onderwerp

het lijdend voorwerp

het meewerkend voorwerp

Jip

vraagt

de man

hulp.

Wat is het meewerkend voorwerp?

Wat is het meewerkend voorwerp?

Wat is het meewerkend voorwerp?

Wat is het meewerkend voorwerp?

Wat is het meewerkend voorwerp?

Wat is het meewerkend voorwerp?

De wielrenner fietste 200 kilometer voor een goed doel.
Wat is het lijdend voorwerp?

De wielrenner fietste 200 kilometer voor een goed doel.
Wat is het meewerkend voorwerp?

Wat is het meewerkend voorwerp?
Mijn moeder geeft de leraar een hand.

Het meewerkend voorwerp is:
Mijn broer mailde Eefje een leuke foto.

Wat is het meewerkend voorwerp?

De man biedt haar een stoel aan.

1. een stoel
2. biedt
3. haar
4. een stoel

Wat is het meewerkend voorwerp?

Tim koopt een lolly voor zijn klas.

1. zijn klas
2. voor zijn klas
3. Tim
4. een lolly

Wat is het meewerkend voorwerp?

Sarah leent een boek aan Thomas.

1. leent
2. aan Thomas
3. Sarah
4. een boek

Wat is het meewerkend voorwerp?

Lisa koopt limonade voor Eva

1. Lisa
2. koopt
3. limonade
4. voor Eva

Aan de slag

GROEP 7
Taal- Blok 6 - Week 1 - Les 4
KLAAR!!!!! Plussen

GROEP 8
Junior Einstein week 10