Verhoudingen, procenten en rekenen

Verhoudingen, % & rekenen
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Verhoudingen, % & rekenen

Slide 1 - Diapositive

Géén huiswerk?
De top 4 van de leerlingen na de Quizvragen!

Slide 2 - Diapositive

Procenten
Voorbeeld: Je hebt 100 knikkers.
Als je 100% van de knikkers meeneemt dan neem je er 100 mee.

Slide 3 - Diapositive

50%
Hoeveel knikkers neem ik mee als ik 50 % van de knikkers meeneem?

Slide 4 - Diapositive

10%
Hoeveel knikkers neem ik mee als ik 10 % van de knikkers meeneem?

Slide 5 - Diapositive

Berekenen
100% = 100 knikkers 
50% = de helft van de knikkers --> 50
10% = 1/10 deel --> 10 knikkers

Slide 6 - Diapositive

100 knikkers --> 12%
Wat nu als ik 12% van 100 knikkers mag meenemen.

Slide 7 - Diapositive

Rekenen met 1%
1% = 1/100 deel
1 Knikker
12 % = 12 knikkers
100%
1 %
12
100 
1 Knikker
12 Knikkers

Slide 8 - Diapositive

Verhoduingstabel
250 Knikkers
Hoeveel knikkers heb ik als ik 30% meeneem
100%
1 %
30
100 

Slide 9 - Diapositive

50% = ?
A
een kwart
B
de helft
C
50
D
0,05

Slide 10 - Quiz

Wat is meer?
A
3/4
B
80%
C
60%
D
1/5

Slide 11 - Quiz

24,8 % is ongeveer?
A
7/10
B
3/10
C
1/4
D
1/2

Slide 12 - Quiz

1/4 is hetzelfde als?
A
8%
B
12,5%
C
80%
D
25%

Slide 13 - Quiz

Wat is het minste?
A
1/4
B
25%
C
0,25
D
1/5

Slide 14 - Quiz

1/3 deel = ?
A
30%
B
3%
C
33,3%
D
0,3%

Slide 15 - Quiz

Een hamburger kost 3 Euro.
Deze hamburger wordt de helft duurder. Hoe veel kost deze hamburger?
A
1,5 Euro
B
3 Euro
C
4,5 Euro
D
6 Euro

Slide 16 - Quiz

25% van 400 = ?
A
200
B
100
C
50
D
25

Slide 17 - Quiz

75 % decimaal geschreven = ?
A
75
B
7,5
C
0,75
D
0,075

Slide 18 - Quiz

Een auto van 2000 Euro wordt 10% duurder. Wat gaat deze auto kosten?
A
2010 Euro
B
2020 Euro
C
2200 Euro
D
2100 Euro

Slide 19 - Quiz

Hoeveel is 30% van 300?
A
30
B
90
C
180
D
270

Slide 20 - Quiz

Schrijf als decimaal getal: 22%
A
22/100
B
0,22
C
2,2
D
22

Slide 21 - Quiz

1/3 + 1/3 = ?
A
0,66
B
2/3
C
2/6
D
0,33

Slide 22 - Quiz

Bij een cirkeldiagram betekent een volle cirkel:
A
360 %
B
100 %
C
Hangt er vanaf
D
90%

Slide 23 - Quiz

300 appels komen overeen met 100%
100 appels zijn dan?
A
3,3%
B
33,3%
C
66,6%
D
Staat geen juist antwoord

Slide 24 - Quiz

Bram en Delano lopen op straat!
A
Mooi man
B
Je kunt beter fietsen
C
Wie?
D
Kan sneller

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Vidéo