Thema 4 - Stevigheid en beweging

Thema 4
Stevigheid en beweging
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 4
Stevigheid en beweging

Slide 1 - Diapositive

Basisstof 1
- Je kent de delen van het lichaam
- Je kunt in een afbeelding van het skelet de botten benoemen
- Je kunt de functies van het skelet noemen

Slide 2 - Diapositive

Skelet
  • Schedel, wervelkolom, borstkas schoudergordel, bekken
  • Stevigheid, beweging, bescherming, vorm 

Slide 3 - Diapositive

Er is een foto van Dominique haar arm gemaakt.
Sleep naar de botten die je ziet op de röntgenfoto:
Extra hulpje, het skelet
Spaakbeen
Opperarmbeen
Ellepijp



middenhands
beentjes



handwortel
beentjes
vingerkootjes

Slide 4 - Question de remorquage

Benoem alle botten
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
schedel
Lendewervels
Scheenbeen
Sleutelbeen
opperarmbeen
Spaakbeen
Ellepijp
Kuitbeen
Knieschijf
dijbeen
Borstwervels
Nekwervels

Slide 5 - Question de remorquage

Hoeveel tijd (minuten) ben je gemiddeld kwijt aan HW voor biologie?
0100

Slide 6 - Sondage

Heb je het HW voor biologie ............ af?
A
nooit
B
meestal wel
C
altijd
D
meestal niet

Slide 7 - Quiz

Basisstof 2
- Je kunt de bouw van botweefsel en kraakbeenweefsel beschrijven
- Je kunt beschrijven hoe de samenstelling van botten verandert tijdens het leven

Slide 8 - Diapositive

Bouw botten
  • Mergholte in pijpbeenderen
  • Geel beenmerg in mergholte slaat vet op
  • Rood beenmerg vormt bloedcellen, in koppen pijpbeenderen en platte beenderen

Slide 9 - Diapositive

Botweefsel
  • Cellen in kringen rondom dunne kanaaltjes
  • Uitlopers waarmee ze met elkaar in contact staan
  • Kanaaltjes bevatten bloedvaten en vocht
  • Tussencelstof van kalkzouten (stevigheid) en lijmstof/collageen (buigzaamheid)

Slide 10 - Diapositive

Kraakbeen
  • Buigzaam en zachter dan bot
  • Botten baby bestaan uit kraakbeen, verandert in bot
  • Fontanellen: ruimte tussen botten schedel baby, ook kraakbeen
  • Cellen in groepjes bij elkaar
  • Tussencelstof elastisch en stevig

Slide 11 - Diapositive

Een fontanel is de naam voor de verbinding tussen de delen van de schedel
A
Mergholte
B
Geel beenmerg
C
Rood beenmerg
D
Bloed beenmerg

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Vidéo

Basisstof 3
- Je kunt de beenverbindingen beschrijven
- Je kunt de bouw van een gewricht beschrijven
- Je kunt de werking van een kogelgewricht, een scharniergewricht en een rolgewricht beschrijven

Slide 14 - Diapositive

Botverbindingen
  • Vergroeid
  • Naden
  • Kraakbeen
  • Gewricht

Slide 15 - Diapositive

Bouw van een gewricht

Slide 16 - Diapositive

Typen gewrichten
  • Kogelgewricht: gewrichtskogel draait in gewrichtskom, beweging in verschillende richtingen
  • Scharniergewricht: botten bewegen als scharnier ten opzichte van elkaar, alleen beweging heen en terug
  • Rolgewricht: botten draaien in lengteas om elkaar

Slide 17 - Diapositive

Gewricht
Naad-verbinding- 
Vergroeide botten
Kraakbeen

Slide 18 - Question de remorquage

Basisstof 4
- Je kunt de werking van spieren beschrijven
- Je kunt voorbeelden noemen van bewuste en onbewuste spierbewegingen



Slide 19 - Diapositive

practicum botten

Slide 20 - Diapositive

Bouw spier (VG)
  • Spierschede: bindweefsel om spier heen
  • Pees: verbindt spier met bot bij aanhechtingsplaats
  • Spier bestaat uit spierbundels, die uit spiervezels bestaan

Slide 21 - Diapositive

Spierstelsel
  • Skeletspieren en diepe spieren werken samen om botten te bewegen
  • Onbewuste spieren in darmen
  • Hartspier
  • Spieren in huid

Slide 22 - Diapositive

Antagonisten
  • Als spiervezels samentrekken wordt spier korter en dikker
  • Biceps en triceps bewegen onderarm. Biceps buigt de arm, triceps strekt de arm
  • Antagonist: twee spieren werken samen om een bot te bewegen, maar hebben een tegengesteld effect

Slide 23 - Diapositive

Spiervezels
  • Langzaam: doen er lang over om samen te trekken, kunnen minder kracht zetten, hebben weinig energie nodig
  • Snel: snel en krachtig samentrekken, veel energie nodig

Slide 24 - Diapositive

Spierfibril
  • Spiervezel bestaat uit fibrillen
  • Actine- en myosinemoleculen schuiven in elkaar als spier aanspant
  • Moleculen liggen gerangschikt in fibrillen, overlappen elkaar
  • Dwarsgestreept spierweefsel

Slide 25 - Diapositive

Spierweefsel (VG)
  • Dwarsgestreept: skeletspieren
  • Glad: langwerpige cellen, actine en myosine niet netjes gerangschikt
  • Hart: fibrillen liggen niet naast elkaar in vezel

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Wat is van groot naar klein?
A
Spier - spiervezel - spierbundel - spierfibril
B
spierfibril - spiervezel - spierbundel - spier
C
Spierbundel - spierfibril - spier - spiervezel -
D
Spier - spierbundel -spiervezel - spierfibril

Slide 28 - Quiz

Basisstof 5
- Je kunt aangeven wat een goede lichaamshouding is en waarom deze belangrijk is

Slide 29 - Diapositive

Wervelkolom
  • Dubbele S-vorm
  • Tussenwervelschijven: kraakbeen met geleiachtige kern tussen wervels, schokbrekers
  • Goede houding: beter bewegen, geen rugklachten, zelfvertrouwen

Slide 30 - Diapositive

hernia 
split

Slide 31 - Diapositive

Hernia
  • Kraakbeenschijf puilt uit
  • Drukt op zenuwen
  • Operatie is soms een oplossing

Slide 32 - Diapositive

Lichaamsbeweging
  • Spieren trainen
  • Ontspanning
  • Conditie
  • Coördinatie
  • Motorisch geheugen, geautomatiseerde beweging

Slide 33 - Diapositive

Even over de vakantie!
De vakantie begint bijna!!!

Nog 1 vraag.....

Slide 34 - Diapositive

Wat is het leukste dat je gaat doen in de vakantie?

Slide 35 - Question ouverte

Basisstof 6
- Je weet dat spieren sterker worden door training
- Je kunt uitleggen dat lichaamsbeweging goed is voor je gezondheid

Slide 36 - Diapositive

Motorische ontwikkeling
  • Coördinatie 
  • motorisch geheugen 
  • geautomatiseerde beweging 

Slide 37 - Diapositive

Motorisch geheugen


Zorgt voor de juiste coördinatie van een beweging, zonder dat je je spieren bewust aanstuurt. 

Een beweging die je kunt uitvoeren zonder erbij na te denken, noem je een geautomatiseerde beweging.

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Lien

Slide 40 - Lien