Lezen: Nieuwsbegrip week 17 2023 'Videobellende papegaaien'

• NT2
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Lezen non fictie

Lezen non fictie

Videobellende papegaaien

Week 17 2023

Programma

1)  Voorkennis ophalen (wat weet je al?). 

2)  Inhoud van de tekst voorspellen.

3)  Docent leest een deel van de tekst hardop denkend voor

     en lost onduidelijkheden op.

4)  Leerlingen lezen om de beurt een deel van de tekst hardop voor

     en lossen onduidelijkheden op.

5)  Video bekijken.

6)  Terugkijken naar de doelen.

Doelen

1) Ik kan onduidelijkheden in de tekst oplossen door

    de betekenis van het woord te voorspellen

    en de betekenis te checken.

2) Ik kan de hoofdzaak van de tekst vertellen.

3) Ik kan respectvol samenwerken.

Schema woordraadstrategieën

Is het mogelijk om de betekenis van het onbekende woord af te leiden uit de afbeelding, de tekst of het woord? Voorspel de betekenis. Check zo nodig de betekenis. Kijk in het woordenboek. Klopt de voorspelling?

afbeel-ding	uitleg in de tekst	syno-niem	tegen-stelling	voor-beeld	woord	niet in de tekst	Klopt het?
							ja/nee

Schema woordraadstrategieën

Wilde dieren zijn geen huisdieren. De natuur biedt wilde dieren alles wat ze nodig hebben, zoals ruimte, voedsel en soortgenoten.

Kun je de betekenis van wilde voorspellen?

afbeel-ding	uitleg in de tekst	syno-niem	tegen-stelling	voor-beeld	woord	niet in de tekst	Klopt het?
							ja/nee

Voorzitter zijn

Bij de eerste en tweede alinea is een leerling de voorzitter.

Daarna is de docent de voorzitter.

Taken van de voorzitter:

1) Zorgt ervoor dat de leerlingen de werkwijze volgen; 

2) Geeft beurten; 

3) Zorgt ervoor dat iedereen meedoet.

Doelen  1) Ik kan onduidelijkheden in de tekst oplossen door de betekenis van het woord te voorspellen en de betekenis te checken.

2) Ik kan de hoofdzaak vertellen. 3) Ik kan respectvol samenwerken.

Werkwijze 1) Lees allemaal de alinea in stilte.

2) Zet een streep onder onduidelijkheden, zoals onbekende woorden.

3) ...., lees de alinea hardop. Voorspel de betekenis van onbekende

    woorden.  

4) Check allemaal de betekenis in het woordenboek en schrijf hem op.

5) Lees de tekst opnieuw in stilte en zoek de hoofdzaak.

Klaar 1) Leer de woorden. 2) Overhoor elkaar de woorden.

Verwerking 1) Vertel de hoofdzaak van de tekst.

Doelen

1) Ik kan onduidelijkheden in de tekst oplossen door

    de betekenis van het woord te voorspellen

    en de betekenis te checken.

2) Ik kan de hoofdzaak van de tekst vertellen.

3) Ik kan respectvol samenwerken.

Ik kan onduidelijkheden in de tekst oplossen door de betekenis van het woord te voorspellen
en de betekenis te checken.

1. Ja, ik kan het.
2. Ja, ik kan het een beetje.
3. Ik heb nog hulp nodig.

Ik kan vertellen wat de hoofdzaak van de tekst is.

1. Ja, ik kan het.
2. Ja, ik kan het een beetje.
3. Ik heb nog hulp nodig.

Ik vind het onderwerp interessant.

1. Ja
2. Een beetje
3. Nee

Vragen?

Heb je nog vragen?

Programma

1)  Quiz woordenschat.

2)  Video opnieuw bekijken.

3)  Voorgelezen tekst meelezen.

4)  In groepjes de opdrachten maken.

5)  Terugkijken naar de doelen.

Doelen

1) Ik kan respectvol samenwerken.

2) Ik kan het woord typen als ik de betekenis lees.

3) Ik kan vertellen wat het doel is van het onderzoek

    naar videobellen bij papegaaien.

4) Ik kan drie resultaten van het onderzoek vertellen.

Iets wat je nodig hebt.

de pijn - het verdriet

tenminste

in het begin - eerst

Weer vrolijk worden. Weer energie krijgen.

Zoals je vindt in verre warme landen.

zeer zeker - zonder twijfel

Een ander dier van dezelfde soort.

Wat met denken en voelen te maken heeft - geestelijk

Voordeel hebben van.

nadoen

alleen

Taken tijdens het samenwerken

Voorzitter  1) Zorgt ervoor dat de leerlingen de werkwijze volgen. 

2) Geeft beurten. 

3) Zorgt ervoor dat iedereen meedoet.

Tijdbewaker  Let op de tijd. Zorgt er samen met de voorzitter voor dat er doorgewerkt wordt.

Sfeerbewaker  Zorgt ervoor dat er respectvol samengewerkt wordt.

Opzoeker Zoekt de woorden op in het digitale woordenboek.

Doelen 1) Ik kan respectvol samenwerken. 2) Ik kan vertellen hoe de kinderen in de jungle overleefd hebben.

Opdrachten maken​.  Maak opdracht ________________

1) De voorzitter zegt welke leerling een opgave mag lezen.

2) Alle leerlingen zoeken het antwoord in de tekst.​

3) De leerling die aan de beurt is, geeft antwoord.​

4) De leerlingen bespreken het antwoord en schrijven hetzelfde op.

Hulp nodig? De docent loopt rondes.​ Tijd: ____ minuten.

Klaar? De informatie (zie doelen) aan elkaar vertellen (zonder papier).

Doelen

1) Ik kan respectvol samenwerken.

2) Ik kan vertellen hoe de kinderen in de jungle overleefd hebben.

Opdracht

Ik kan vertellen wat het doel is van het onderzoek naar videobellen bij papegaaien.

1. Ja, ik kan dat.
2. Ja, ik kan het een beetje.

Ik kan drie resultaten van het onderzoek vertellen.

1. Ja, ik kan dat.
2. Ja, ik kan het een beetje.

We hebben prettig samengewerkt.

1. ja
2. nee

We hebben goed doorgewerkt.

1. ja
2. nee