Invalles 1c Nederlands

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Invalles Nederlands

- Welkom!

- Ga zitten

- Pak je spullen

- Begin met je startopdracht

- In stilte

- Laat de opdracht op je tafel liggen als je klaar bent

1. Ik (worden)……………………….moe van al dat harde werken

 2. (worden)…………………………..jij jarig in de vakantie ?

 3. De musicus (worden)………………. door het publiek begroet.

 4. Wat (worden) ……………………je zus als ze later groot is?

 5. De drie gevangen spinnen (worden)…………………..weer vrijgelaten.

 6. Vader (braden)…………………………………een worst in de frituurpan.

 7. De nieuwe fiets van Pijke ( rijden)……………………………erg hard.

 8. Je (proeven)…………………….. de taart die Meike gebakken heeft.

 9. (Vinden)………………………jullie de taart ook zo lekker?

 10. (Blozen) ……………………je omdat je verliefd bent op dat meisje?

 

11. Ik (durven)………………………….. haar niet aan te kijken.

12. Gemma (schrijven)…………………………… een brief aan Vita.

13. Robert (beantwoorden)……………………… een brief van zijn oom.

14. De geiten(grazen)……………………………in de wei.

15. Vincent (spelden)…………………….de bek van de sokpop dicht

Vul de goede vorm van het werkwoord in.

1. Ik (worden)word moe van al dat harde werken

 2. (worden)…………………………..jij jarig in de vakantie ?

 3. De musicus (worden)………………. door het publiek begroet.

 4. Wat (worden) ……………………je zus als ze later groot is?

 5. De drie gevangen spinnen (worden)…………………..weer vrijgelaten.

 6. Vader (braden)…………………………………een worst in de frituurpan.

 7. De nieuwe fiets van Pijke ( rijden)……………………………erg hard.

 8. Je (proeven)…………………….. de taart die Meike gebakken heeft.

 9. (Vinden)………………………jullie de taart ook zo lekker?

 10. (Blozen) ……………………je omdat je verliefd bent op dat meisje?

 

11. Ik (durven)………………………….. haar niet aan te kijken.

12. Gemma (schrijven)…………………………… een brief aan Vita.

13. Robert (beantwoorden)……………………… een brief van zijn oom.

14. De geiten(grazen)……………………………in de wei.

15. Vincent (spelden)…………………….de bek van de sokpop dicht

Vul de goede vorm van het werkwoord in.

1. Ik (worden)word moe van al dat harde werken

 2. (worden)word jij jarig in de vakantie ?

 3. De musicus (worden)………………. door het publiek begroet.

 4. Wat (worden) ……………………je zus als ze later groot is?

 5. De drie gevangen spinnen (worden)…………………..weer vrijgelaten.

 6. Vader (braden)…………………………………een worst in de frituurpan.

 7. De nieuwe fiets van Pijke ( rijden)……………………………erg hard.

 8. Je (proeven)…………………….. de taart die Meike gebakken heeft.

 9. (Vinden)………………………jullie de taart ook zo lekker?

 10. (Blozen) ……………………je omdat je verliefd bent op dat meisje?

 

11. Ik (durven)………………………….. haar niet aan te kijken.

12. Gemma (schrijven)…………………………… een brief aan Vita.

13. Robert (beantwoorden)……………………… een brief van zijn oom.

14. De geiten(grazen)……………………………in de wei.

15. Vincent (spelden)…………………….de bek van de sokpop dicht

Vul de goede vorm van het werkwoord in.

1. Ik (worden)word moe van al dat harde werken

 2. (worden)word jij jarig in de vakantie ?

 3. De musicus (worden)wordt  door het publiek begroet.

 4. Wat (worden) ……………………je zus als ze later groot is?

 5. De drie gevangen spinnen (worden)…………………..weer vrijgelaten.

 6. Vader (braden)…………………………………een worst in de frituurpan.

 7. De nieuwe fiets van Pijke ( rijden)……………………………erg hard.

 8. Je (proeven)…………………….. de taart die Meike gebakken heeft.

 9. (Vinden)………………………jullie de taart ook zo lekker?

 10. (Blozen) ……………………je omdat je verliefd bent op dat meisje?

 

11. Ik (durven)………………………….. haar niet aan te kijken.

12. Gemma (schrijven)…………………………… een brief aan Vita.

13. Robert (beantwoorden)……………………… een brief van zijn oom.

14. De geiten(grazen)……………………………in de wei.

15. Vincent (spelden)…………………….de bek van de sokpop dicht

Vul de goede vorm van het werkwoord in.

1. Ik (worden)word moe van al dat harde werken

 2. (worden)word jij jarig in de vakantie ?

 3. De musicus (worden)wordt  door het publiek begroet.

 4. Wat (worden) wordt je zus als ze later groot is?

 5. De drie gevangen spinnen (worden)…………………..weer vrijgelaten.

 6. Vader (braden)…………………………………een worst in de frituurpan.

 7. De nieuwe fiets van Pijke ( rijden)……………………………erg hard.

 8. Je (proeven)…………………….. de taart die Meike gebakken heeft.

 9. (Vinden)………………………jullie de taart ook zo lekker?

 10. (Blozen) ……………………je omdat je verliefd bent op dat meisje?

 

11. Ik (durven)………………………….. haar niet aan te kijken.

12. Gemma (schrijven)…………………………… een brief aan Vita.

13. Robert (beantwoorden)……………………… een brief van zijn oom.

14. De geiten(grazen)……………………………in de wei.

15. Vincent (spelden)…………………….de bek van de sokpop dicht

Vul de goede vorm van het werkwoord in.

1. Ik (worden)word moe van al dat harde werken

 2. (worden)word jij jarig in de vakantie ?

 3. De musicus (worden)wordt  door het publiek begroet.

 4. Wat (worden) wordt je zus als ze later groot is?

 5. De drie gevangen spinnen (worden)worden weer vrijgelaten.

 6. Vader (braden)…………………………………een worst in de frituurpan.

 7. De nieuwe fiets van Pijke ( rijden)……………………………erg hard.

 8. Je (proeven)…………………….. de taart die Meike gebakken heeft.

 9. (Vinden)………………………jullie de taart ook zo lekker?

 10. (Blozen) ……………………je omdat je verliefd bent op dat meisje?

 

11. Ik (durven)………………………….. haar niet aan te kijken.

12. Gemma (schrijven)…………………………… een brief aan Vita.

13. Robert (beantwoorden)……………………… een brief van zijn oom.

14. De geiten(grazen)……………………………in de wei.

15. Vincent (spelden)…………………….de bek van de sokpop dicht

Vul de goede vorm van het werkwoord in.

1. Ik (worden)word moe van al dat harde werken

 2. (worden)word jij jarig in de vakantie ?

 3. De musicus (worden)wordt  door het publiek begroet.

 4. Wat (worden) wordt je zus als ze later groot is?

 5. De drie gevangen spinnen (worden)worden weer vrijgelaten.

 6. Vader (braden)braadt een worst in de frituurpan.

 7. De nieuwe fiets van Pijke ( rijden)……………………………erg hard.

 8. Je (proeven)…………………….. de taart die Meike gebakken heeft.

 9. (Vinden)………………………jullie de taart ook zo lekker?

 10. (Blozen) ……………………je omdat je verliefd bent op dat meisje?

 

11. Ik (durven)………………………….. haar niet aan te kijken.

12. Gemma (schrijven)…………………………… een brief aan Vita.

13. Robert (beantwoorden)……………………… een brief van zijn oom.

14. De geiten(grazen)……………………………in de wei.

15. Vincent (spelden)…………………….de bek van de sokpop dicht

Vul de goede vorm van het werkwoord in.

1. Ik (worden)word moe van al dat harde werken

 2. (worden)word jij jarig in de vakantie ?

 3. De musicus (worden)wordt  door het publiek begroet.

 4. Wat (worden) wordt je zus als ze later groot is?

 5. De drie gevangen spinnen (worden)worden weer vrijgelaten.

 6. Vader (braden)braadt een worst in de frituurpan.

 7. De nieuwe fiets van Pijke ( rijden)rijdt erg hard.

 8. Je (proeven)…………………….. de taart die Meike gebakken heeft.

 9. (Vinden)………………………jullie de taart ook zo lekker?

 10. (Blozen) ……………………je omdat je verliefd bent op dat meisje?

 

11. Ik (durven)………………………….. haar niet aan te kijken.

12. Gemma (schrijven)…………………………… een brief aan Vita.

13. Robert (beantwoorden)……………………… een brief van zijn oom.

14. De geiten(grazen)……………………………in de wei.

15. Vincent (spelden)…………………….de bek van de sokpop dicht

Vul de goede vorm van het werkwoord in.

1. Ik (worden)word moe van al dat harde werken

 2. (worden)word jij jarig in de vakantie ?

 3. De musicus (worden)wordt  door het publiek begroet.

 4. Wat (worden) wordt je zus als ze later groot is?

 5. De drie gevangen spinnen (worden)worden weer vrijgelaten.

 6. Vader (braden)braadt een worst in de frituurpan.

 7. De nieuwe fiets van Pijke ( rijden)rijdt erg hard.

 8. Je (proeven)proeft de taart die Meike gebakken heeft.

 9. (Vinden)………………………jullie de taart ook zo lekker?

 10. (Blozen) ……………………je omdat je verliefd bent op dat meisje?

 

11. Ik (durven)………………………….. haar niet aan te kijken.

12. Gemma (schrijven)…………………………… een brief aan Vita.

13. Robert (beantwoorden)……………………… een brief van zijn oom.

14. De geiten(grazen)……………………………in de wei.

15. Vincent (spelden)…………………….de bek van de sokpop dicht

Vul de goede vorm van het werkwoord in.

1. Ik (worden)word moe van al dat harde werken

 2. (worden)word jij jarig in de vakantie ?

 3. De musicus (worden)wordt  door het publiek begroet.

 4. Wat (worden) wordt je zus als ze later groot is?

 5. De drie gevangen spinnen (worden)worden weer vrijgelaten.

 6. Vader (braden)braadt een worst in de frituurpan.

 7. De nieuwe fiets van Pijke ( rijden)rijdt erg hard.

 8. Je (proeven)proeft de taart die Meike gebakken heeft.

 9. (Vinden)Vinden jullie de taart ook zo lekker?

 10. (Blozen) ……………………je omdat je verliefd bent op dat meisje?

 

11. Ik (durven)………………………….. haar niet aan te kijken.

12. Gemma (schrijven)…………………………… een brief aan Vita.

13. Robert (beantwoorden)……………………… een brief van zijn oom.

14. De geiten(grazen)……………………………in de wei.

15. Vincent (spelden)…………………….de bek van de sokpop dicht

Vul de goede vorm van het werkwoord in.

1. Ik (worden)word moe van al dat harde werken

 2. (worden)word jij jarig in de vakantie ?

 3. De musicus (worden)wordt  door het publiek begroet.

 4. Wat (worden) wordt je zus als ze later groot is?

 5. De drie gevangen spinnen (worden)worden weer vrijgelaten.

 6. Vader (braden)braadt een worst in de frituurpan.

 7. De nieuwe fiets van Pijke ( rijden)rijdt erg hard.

 8. Je (proeven)proeft de taart die Meike gebakken heeft.

 9. (Vinden)Vinden jullie de taart ook zo lekker?

 10. (Blozen) Bloos je omdat je verliefd bent op dat meisje?

 

11. Ik (durven)………………………….. haar niet aan te kijken.

12. Gemma (schrijven)…………………………… een brief aan Vita.

13. Robert (beantwoorden)……………………… een brief van zijn oom.

14. De geiten(grazen)……………………………in de wei.

15. Vincent (spelden)…………………….de bek van de sokpop dicht

Vul de goede vorm van het werkwoord in.

11. Ik (durven)………………………….. haar niet aan te kijken.

12. Gemma (schrijven)…………………………… een brief aan Vita.

13. Robert (beantwoorden)……………………… een brief van zijn oom.

14. De geiten(grazen)……………………………in de wei.

15. Vincent (spelden)…………………….de bek van de sokpop dicht

11. Ik (durven)durf haar niet aan te kijken.

12. Gemma (schrijven)…………………………… een brief aan Vita.

13. Robert (beantwoorden)……………………… een brief van zijn oom.

14. De geiten(grazen)……………………………in de wei.

15. Vincent (spelden)…………………….de bek van de sokpop dicht

11. Ik (durven)durf haar niet aan te kijken.

12. Gemma (schrijven)schrijft een brief aan Vita.

13. Robert (beantwoorden)……………………… een brief van zijn oom.

14. De geiten(grazen)……………………………in de wei.

15. Vincent (spelden)…………………….de bek van de sokpop dicht

11. Ik (durven)durf haar niet aan te kijken.

12. Gemma (schrijven)schrijft een brief aan Vita.

13. Robert (beantwoorden)beantwoordt een brief van zijn oom.

14. De geiten(grazen)……………………………in de wei.

15. Vincent (spelden)…………………….de bek van de sokpop dicht

11. Ik (durven)durf haar niet aan te kijken.

12. Gemma (schrijven)schrijft een brief aan Vita.

13. Robert (beantwoorden)beantwoordt een brief van zijn oom.

14. De geiten(grazen)grazen in de wei.

15. Vincent (spelden)…………………….de bek van de sokpop dicht

11. Ik (durven)durf haar niet aan te kijken.

12. Gemma (schrijven)schrijft een brief aan Vita.

13. Robert (beantwoorden)beantwoordt een brief van zijn oom.

14. De geiten(grazen)grazen in de wei.

15. Vincent (spelden)speldt de bek van de sokpop dicht

Planning 

- Taalverzorging hoofdstuk 1

- Aan het werk

- Tijd over? Jeugdjournaal 

- Ga naar bladzijde 32 van je boek

- Taalverzorging spelling

- Hoofdletters en leestekens

- maak opdracht 1 t/m 6

- samenwerken mag in tweetallen

jeugdjournaal.nl