Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
Éléments de cette leçon
evenaar
30 o NB
60 o NB
90 o NB
30 o ZB
60 o ZB
90 o ZB
H
L
H
H
H
L
L
Slide 1 - Question de remorquage
Wind zonder coriolis effect
H
H
H
H
H
L
L
L
L
L
L
H
Wind MET coriolis effect
MET coriolis effect
zonder coriolis effect
MET coriolis effect
Slide 2 - Question de remorquage
Slide 3 - Diapositive
Als de aardas recht zou staan, zouden de seizoenen verdwijnen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quiz
Over het algemeen verwarmt de zon het water minder snel dan het land.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quiz
Door de hoge zonnestand wordt het aardoppervlak in de tropen sterk verwarmd. De lucht zal dalen, condenseren en dit zal tot regen leiden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quiz
Leg uit waarom het in de tropen nooit droog is
Slide 7 - Question ouverte
Leg uit waarom er in de Sahara weinig regen valt.
Slide 8 - Question ouverte
In België waait de wind vaak uit het zuidwesten. Verklaar dit aan de hand van de mondiale luchtcirculatie en het corioliseffect
Slide 9 - Question ouverte
Wat is de relatie tussen lage luchtdruk en ITCZ?
Slide 10 - Question ouverte
De intertropischeconvergentiezone (ITCZ) is altijd een
A
Maximum
B
Minimum
Slide 11 - Quiz
Wind waait altijd naar:
A
de evenaar
B
naar het ITCZ= lage druk
C
naar het hoge druk gebied
D
naar het ITCZ= hoge druk
Slide 12 - Quiz
In de maand juli ligt de ITCZ op het
A
Noordelijk halfrond
B
Zuidelijk halfrond
Slide 13 - Quiz
De ITCZ ligt in januari op het ..... halfrond
A
zuidelijk
B
oostelijk
C
westelijk
D
noordelijk
Slide 14 - Quiz
Waarom is de ITCZ zo belangrijk voor de landen rond de evenaar?
Slide 15 - Question ouverte
Doordenkertje... Columbus zeilde niet in een rechte lijn over de Atlantische Oceaan. Waarom voer Columbus op de HEENreis eerst naar het zuidwesten? Gebruik de atlas.
Slide 16 - Question ouverte
Op Sulawesi valt veel neerslag. Geef twee oorzaken voor de vele neerslag. Gebruik het internet en de atlas.
Slide 17 - Question ouverte
Je hebt alle vragen gemaakt. Scrol nu terug en schrijf hieronder welke vraag/vragen je moeilijk vond. Maak deze oefeningen nog eens opnieuw naar aanleiding van het examen.