Woordenschat H2 les 1

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1-5

Vandaag....

Nakijken opdracht 5 en 6, blz. 23 en 24

Beeldspraak: metoniem

M. opdracht 2 en 3, blz. 65

Opdracht 5

1 tornen aan

2 getto

3 verloochenen

4 integratie

5 superieure

6 cohesie

7 ongegrond

8 aversie

9 origine

10 compassie

11 segregatie

12 concept

Opdracht 6

1 a de dooi = de ontspanning; het einde van de kille verstandhouding

b er waait een frisse wind = er is een nieuwe aanpak die voor frisheid zorgt

c het regent (klachten) = er zijn ontzettend veel (klachten)

d de herfst (van zijn leven) = de laatste jaren (van zijn leven)

e dansen op een vulkaan = een zorgeloos leven leiden ondanks dreigend onheil

2 a zonnetje

b storm

c sneeuw

d mist

e kou

Wat wordt bedoeld 

met de volgende zin?

Arnhem heeft met 3-0 verloren.

Kijk eens wat voor 

benen daar aankomen!

Veel burgers willen meer

blauw op straat.

Ik wil even de koppen tellen!

Daar hangt een Herman 

Brood aan de muur.

Metoniem/metonymie

Bij een metonymie geef je iets direct de naam van iets, omdat er een ander verband dan overeenkomst is, bijvoorbeeld een eigenschap, deel van het geheel, producent, materiaal, voorwerp, etc.

Gisteren dronk hij een glaasje te veel.
Er zijn in Rome drie Rembrandts gestolen.
Geef me de vijf, zei de vrouw.

Maken

Opdracht 2 en 3, blz. 65

Evaluatieopdracht: 

Kies minimaal één van de onderstaande opdrachten.

- Schrijf één nieuw ding op dat je geleerd hebt. 

- Schrijf één ding op waar je beter in geworden bent.

- Schrijf één ding op waarbij je een ander hebt geholpen

Huiswerk:

Maak opdracht 2 en 3, blz 65