T5B3 - Assimilatie en dissimilatie
Via de wortelharen neemt een plant water met mineralen op. Vervolgens wordt dit via bepaalde vaten de plant in gestuurd. In de bladeren vindt vooral fotosynthese plaats, hierbij ontstaat o.a. glucose.
1. Via welke vaten vindt vooral transport van glucose plaats?
2. En wat is de stroomrichting binnen deze vaten?
1. Via welke vaten vindt vooral transport van glucose plaats?
2. En wat is de stroomrichting binnen deze vaten?
A
1. Via houtvaten
2. gaan omhoog
B
1. Via bastvaten
2. gaan omhoog
C
1. Via hout- en bastvaten
2. gaan omhoog en omlaag
D
1. Via bastvaten
2. gaan omlaag (en omhoog)
1 / 12
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Via de wortelharen neemt een plant water met mineralen op. Vervolgens wordt dit via bepaalde vaten de plant in gestuurd. In de bladeren vindt vooral fotosynthese plaats, hierbij ontstaat o.a. glucose.
1. Via welke vaten vindt vooral transport van glucose plaats?
2. En wat is de stroomrichting binnen deze vaten?
1. Via welke vaten vindt vooral transport van glucose plaats?
2. En wat is de stroomrichting binnen deze vaten?
A
1. Via houtvaten
2. gaan omhoog
B
1. Via bastvaten
2. gaan omhoog
C
1. Via hout- en bastvaten
2. gaan omhoog en omlaag
D
1. Via bastvaten
2. gaan omlaag (en omhoog)
Slide 1 - Quiz
Twee typen transportprocessen zijn actief transport en diffusie. Door welk of door welke van deze processen komen zouten vanuit het bodemwater in de houtvaten van een plant?
A
Alleen door actief transport
B
Alleen door diffusie
C
door een combinatie van actief transport en diffusie
Slide 2 - Quiz
Vaatbundels transporten stoffen door de plant. Transport van glucose begint bij ....
A
De bloem
B
De wortels
C
De stengel
D
De bladeren
