Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
§2.1 Leven in een Griekse stad
H2 De Grieken
Oriëntatie
Slide 1 - Diapositive
Door Grieken bewoonde gebieden, ca. 800-550 v.C
Slide 2 - Diapositive
Het Perzische Rijk, 539-330 v.C
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Grieken?
Slide 8 - Carte mentale
Slide 9 - Diapositive
De Griekse stadstaten rond 450 v.C.
Wonen aan de randen van het Middellandse Zeegebied
Gescheiden van elkaar -> bergen/water
Slide 10 - Diapositive
De Griekse stadstaten rond 450 v.C.
Ongeveer 700 stadstaten, elk met eigen bestuur en wetten ( gemiddeld 1000 inwoners behalve: Sparta en Athene)
Stadstaat = (Grieks) Polis = Een stad (met het omringend gebied) die zichzelf bestuurt (meervoud: poleis)
Slide 11 - Diapositive
Verschillen en overeenkomsten
Tussen poleis waren grote verschillen in bestuur en wetten
Toch hadden de Grieken veel overeenkomsten (cultuur)
Dezelfde taal
Dezelfde verhalen/Goden
Dezelfde kunst
Slide 12 - Diapositive
Acropolis
De acropolis (hoge stad) was het middelpunt van de stad. Het was een versterkte heuvel.
Tempel
De tempel (Parthenon) was voor de Grieken erg belangrijk. Net als de Egyptenaren dachten de Grieken dat de goden invloed hadden op het dagelijks leven en ze moesten dus tevreden gehouden worden.
Agora
De agora was het marktplein. Hier konden burgers elkaar ontmoeten om te praten over het bestuur en konden de handelaren handelen.
Stad
Om de acropolis groeide vaak een stad. Door de handel en veiligheid kwamen veel mensen hier wonen.
Platteland
Veel mensen woonden in de stad, maar de meeste mensen waren toch nog boer en woonden op het platteland.
Haven
De Grieken waren handelaren. Veel handel gebeurde over zee en bijna elke stad had dan ook een haven.
Stadsmuur
In de tijd van de Grieken werd veel oorlog gevoerd. Veel steden bouwden dus een stadsmuur om de stad en burgers te beschermen.
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Vidéo
Er was een persoon die over alle Griekse stadstaten heerste.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quiz
Iedere Griekse polis had andere goden
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quiz
Een stad (met het omringend gebied) die zichzelf bestuurt.
A
Stadstaat
B
Polis
Slide 17 - Quiz
Griekse woord voor stadstaat: een stad (met het omringend gebied) die zichzelf bestuurt.
A
Stadstaat
B
Polis
Slide 18 - Quiz
Aan de slag
Oriëntatie: 1 t/m 3
§2.1 A: Opdracht 1 t/m 4
Hoe? Rustig overleggen met buurman/buurvrouw mag, fluisteren, geen andere dingen....
Klaar? Samenvatting maken of rustig verder werken
timer
10:00
Slide 19 - Diapositive
Tekst
Slide 20 - Diapositive
Slavernij was in het Oude Griekenland heel normaal.
Je werd slaaf door oorlog of je werd geboren als slaaf.
Werken: landbouw, mijn, huishouden, arts, leraar etc.
Heel soms: vrijgelaten of vrijkopen
Griekse samenleving
Slide 21 - Diapositive
In de polis bestond grote ongelijkheid tussen mensen -> Vrije mensen en Slaven
Ongelijkheid Vrije mensen onderling
Griekse samenleving
Slide 22 - Diapositive
In de polis bestond grote ongelijkheid tussen mensen -> Vrije mensen en Slaven
Burgerrecht bij de Grieken: Het lidmaatschap van een polis. Alleen volwassen vrije mannen die geen vreemdeling waren, hadden burgerrecht
Griekse samenleving
Slide 23 - Diapositive
Slaven : als slaaf had je geen rechten.
Ook ongelijkheid onder vrije mensen:mannen met burgerrecht stonden bovenaan. Dit waren vrije mannen die uit de stad zelf kwamen. Vreemdelingen hadden dus geen burgerrecht.
Vrouwen, vreemdelingen en slaven hadden geen burgerrechten.
Sociale verschillen
Slide 24 - Diapositive
De meeste mensen leefden van de landbouw (graan, druiven, olijven)
Grieken handelden ook veel --> ze verkochten aardewerk, wijn en olijfolie en kochten graan in.
De Grieken waren zeevaarders en hadden langs de kusten van de Middellandse Zee en de Zwarte Zee handelscontacten.
Het leven in een Griekse stadstaat (1)
Slide 25 - Diapositive
Er was een strikte taakverdeling tussen mannen en vrouwen.
De man was het hoofd van het gezin. De vrouwen stonden meestal onder toezicht van een man.
Arme vrouwen werkten vaak buitenshuis.
Er zijn bijna geen teksten van vrouwen bewaard gebleven..
Het leven in een Griekse stadstaat (2)
Slide 26 - Diapositive
In de Griekse stadstaten leefden de meeste mensen van
A
Industrie
B
Landbouw
C
Jagen- verzamelen
Slide 27 - Quiz
Het Griekse woord polis betekent
A
politie
B
stadstaat
C
eiland
D
land
Slide 28 - Quiz
Het lidmaatschap van een polis. Alleen volwassen vrije mannen die geen vreemdeling waren, hadden burgerrecht.
A
burgerrecht
B
stadstaat
C
ongelijkheid
D
land
Slide 29 - Quiz
Aan de slag
§2.1 A/B/C Opdracht 1 t/m 13
Hoe? Rustig overleggen met buurman/buurvrouw mag, fluisteren, geen andere dingen....