*Werkwoordspelling oefentoets, vwo 1

Werkwoordspelling
Oefentoets
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Werkwoordspelling
Oefentoets

Slide 1 - Diapositive

Kies de juiste vorm van de pvtt.

Je verraad / verraadt toch zeker je spiekende klasgenoot niet?

A
verraad
B
verraadt

Slide 2 - Quiz

Kies de juiste vorm van de pvtt.

De vader van het grote gezin laad / laadt de caravan al dagen van tevoren in.


A
laad
B
laadt

Slide 3 - Quiz

Kies de juiste vorm van de pvtt.

Ik bevind / bevindt mij momenteel in een lastige situatie.


A
bevind
B
bevindt

Slide 4 - Quiz

Kies de juiste vorm van de pvtt.

In de tuin van de buren bespied / bespiedt de kat van de buren de vogels.


A
bespied
B
bespiedt

Slide 5 - Quiz

Kies de juiste vorm van de pvtt.

Vind / Vindt je dit compromis wel een goede oplossing?


A
vind
B
vindt

Slide 6 - Quiz

Kies de juiste vorm van de pvtt.

Normaal gesproken vergoed / vergoedt de verzekering de inbraakschade.


A
vergoed
B
vergoedt

Slide 7 - Quiz

Noteer de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes.

Na de melding (vinden) de boswachter het (doden) hert al snel.

Slide 8 - Question ouverte

Noteer de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes.

Houtwormkevers kunnen veel schade (aanrichten) aan houten meubelen.

Slide 9 - Question ouverte

Noteer de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes.

Tijdens de excursie hebben de oudere leerlingen de eersteklassers (begeleiden)

Slide 10 - Question ouverte

Noteer de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes.

Luid (schreeuwen) (vluchten) de (schrikken) bewoner eergisteren uit het (instorten) pand.

Slide 11 - Question ouverte

Noteer de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes.

Pas na middernacht heeft de ober de kaarsen in het restaurant (doven).

Slide 12 - Question ouverte

Noteer de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes.

(aanvaarden) jij ook de nadelen van de geboden oplossing?

Slide 13 - Question ouverte

Noteer de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes.

(worden) nu eindelijk eens wakker!

Slide 14 - Question ouverte

Noteer de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes.

Nienke (verwaarlozen, vt) jarenlang haar (wandelen) takken.

Slide 15 - Question ouverte

Noteer de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes.

(vinden) je een (schrijven) brief in deze tijd niet veel leuker?

Slide 16 - Question ouverte

Noteer de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes.

De (verroesten) spijkers werden door de (klussen) man zorgvuldig (verwijderen).

Slide 17 - Question ouverte

Noteer de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes.

(zingen) kwam het (opluchten) meisje de klas binnen.

Slide 18 - Question ouverte

Noteer de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes.

Wanneer (worden) je tweedehands omafiets (repareren).

Slide 19 - Question ouverte

Noteer de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes.

(houden) je goed vast aan de draaimolen!

Slide 20 - Question ouverte

Noteer de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes.

Hopelijk (gebeuren) er niets vervelends bij de volgende wedstrijd.

Slide 21 - Question ouverte

Noteer de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes.

De (schaven) knie van het (vallen) meisje (bloeden, tt) nog altijd hevig.

Slide 22 - Question ouverte

Noteer de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes.

(verblinden) de laagstaande zon gisteren de chauffeur van het bestelbusje?

Slide 23 - Question ouverte

Noteer de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes.

Een maand geleden (verpoten) de eigenaar van de volkstuin zijn plantjes

Slide 24 - Question ouverte

Noteer de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes.

Op de veiling bracht de (barsten) vaas afgelopen vrijdag toch nog 100 euro op.

Slide 25 - Question ouverte

Benoem de vorm van het grootgedrukte werkwoord.
Kies uit: pvtt - pvvt - inf - gw - vd - od - bn

Waarom hadden de opstandelingen deze beroemde beelden VERNIETIGD?

Slide 26 - Question ouverte

Benoem de vorm van het grootgedrukte werkwoord.
Kies uit: pvtt - pvvt - inf - gw - vd - od - bn

Maar na een paar minuten kan ik het niet meer VERBERGEN.

Slide 27 - Question ouverte

Benoem de vorm van het grootgedrukte werkwoord.
Kies uit: pvtt - pvvt - inf - gw - vd - od - bn

Vijf mensen DRUKKEN op hun belletje.

Slide 28 - Question ouverte

Benoem de vorm van het grootgedrukte werkwoord.
Kies uit: pvtt - pvvt - inf - gw - vd - od - bn

Door de BESLAGEN ramen zagen we bijna niets.

Slide 29 - Question ouverte

Benoem de vorm van het grootgedrukte werkwoord.
Kies uit: pvtt - pvvt - inf - gw - vd - od - bn

Vrolijk FLUITEND fietst Katja naar huis.

Slide 30 - Question ouverte

Benoem de vorm van het grootgedrukte werkwoord.
Kies uit: pvtt - pvvt - inf - gw - vd - od - bn

Het huis BRANDDE gisteren helemaal af.

Slide 31 - Question ouverte

Benoem de vorm van het grootgedrukte werkwoord.
Kies uit: pvtt - pvvt - inf - gw - vd - od - bn

Op de bus WACHTEND stond Pierre druk te bellen.

Slide 32 - Question ouverte

Benoem de vorm van het grootgedrukte werkwoord.
Kies uit: pvtt - pvvt - inf - gw - vd - od - bn

Ik laat je nog WETEN hoe laat we vertrekken.

Slide 33 - Question ouverte

Benoem de vorm van het grootgedrukte werkwoord.
Kies uit: pvtt - pvvt - inf - gw - vd - od - bn

Mijn opa heeft mij een groot cadeau BELOOFD voor mijn verjaardag.

Slide 34 - Question ouverte

Benoem de vorm van het grootgedrukte werkwoord.
Kies uit: pvtt - pvvt - inf - gw - vd - od - bn

Na de toets WAREN er veel tevreden leerlingen.

Slide 35 - Question ouverte

Benoem de vorm van het grootgedrukte werkwoord.
Kies uit: pvtt - pvvt - inf - gw - vd - od - bn

Hij BELOOFT me een mooi cadeau voor mijn verjaardag.

Slide 36 - Question ouverte

Benoem de vorm van het grootgedrukte werkwoord.
Kies uit: pvtt - pvvt - inf - gw - vd - od - bn

HOUD nu eens op met dat gezeur!

Slide 37 - Question ouverte

Benoem de vorm van het grootgedrukte werkwoord.
Kies uit: pvtt - pvvt - inf - gw - vd - od - bn

Randy was heel blij met het BEREIKTE resultaat.

Slide 38 - Question ouverte

Benoem de vorm van het grootgedrukte werkwoord.
Kies uit: pvtt - pvvt - inf - gw - vd - od - bn

Op het feest hebben Kim en Raymond met elkaar GEDANST.

Slide 39 - Question ouverte