Thema 7 WW en Woordendictee
Ik eet geen vlees en vis.
Ik ben een ........
Ik ben een ........
1 / 40
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Ik eet geen vlees en vis.
Ik ben een ........
Ik ben een ........
Slide 1 - Question ouverte
Wij zijn met z'n .......
Slide 2 - Question ouverte
De klas uit 1946 hield in 2023 een .......
Slide 3 - Question ouverte
Dit is een bladzijde uit het ...... van mijn moeder.
Slide 4 - Question ouverte
Dit boek heeft meer dan honderd ......
Slide 5 - Question ouverte
Dit land heet .....
Slide 6 - Question ouverte
Hoeveel .... staan in dit kantoor?
Slide 7 - Question ouverte
Wat veel ...... staan er op de grond.
Slide 8 - Question ouverte
Hoeveel ...... zitten er in dit recept?
Slide 9 - Question ouverte
Zomers draag ik graag .... kleding.
Slide 10 - Question ouverte
Dit jongetje doet een .....
Slide 11 - Question ouverte
De burgemeester kwam de taart ..... overhandigen.
Slide 12 - Question ouverte
Welke ..... heb jij?
Slide 13 - Question ouverte
Je moet met glas ..... zijn.
Slide 14 - Question ouverte
Wat een .... huis is dit.
Slide 15 - Question ouverte
Er wordt veel personeel gezocht, de ........ is goed.
Slide 16 - Question ouverte
Wat voor ..... zijn er deze zomer?
Slide 17 - Question ouverte
Weet jij hoe de ..... van Amerika heet?
Slide 18 - Question ouverte
De ..... was uitgevallen. Nu is het donker in de stad.
Slide 19 - Question ouverte
Hoe is het met jouw .... gesteld?
Slide 20 - Question ouverte
Slide 21 - Diapositive
werkwoord: schrijven
Mijn tante heeft een gedicht .........
Slide 22 - Question ouverte
werkwoord: brengen
Hij heeft een cadeau .....
Slide 23 - Question ouverte
werkwoord: roepen
Mijn vader heeft heel hard een scheldwoord ........
Slide 24 - Question ouverte
werkwoord: bewijzen
De politieagent heeft ........ dat hij de dader is.
Slide 25 - Question ouverte
werkwoord: wegen
Ik heb de tomaten .....
Slide 26 - Question ouverte
werkwoord: bespuiten
De boer heeft de planten ......
Slide 27 - Question ouverte
werkwoord: bespuiten
De boer heeft de planten ......
Slide 28 - Question ouverte
Slide 29 - Diapositive
werkwoord: proeven
Ik heb het dropje ........
Slide 30 - Question ouverte
werkwoord: aanschaffen
Iedereen heeft een computer .....
Slide 31 - Question ouverte
werkwoord: voorbereiden
De ....... spreekbeurt ging goed.
Slide 32 - Question ouverte
werkwoord: verblijden
Het ....... kind bedankte oma.
Slide 33 - Question ouverte
werkwoord: wedden
Joris ... dat hij gaat winnen.
Slide 34 - Question ouverte
werkwoord: profiteren
De hele wijk ...... van de gewonnen prijs.
Slide 35 - Question ouverte
werkwoord: vergroten
Gisteren ..... mijn moeder de foto.
Slide 36 - Question ouverte
werkwoord: vergroten
De ....... foto is mooi geworden.
Slide 37 - Question ouverte
werkwoord: bevrijden
Het hondje is ....
Slide 38 - Question ouverte
werkwoord: bevrijden
Het hondje is ....
Slide 39 - Question ouverte
werkwoord: verspreiden
Gisteren ..... mijn moeder de foto.
