Ondersteunen van mensen met een lichte of matige verstandelijke beperking

Ondersteunen van mensen met een lichte of matige verstandelijke beperking 
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Ondersteunen van mensen met een lichte of matige verstandelijke beperking 

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we bespreken deze les
  • Gevoel van eigenwaarde vergroten;
  • Begeleiden bij relatievorming en seksualiteit; 
  • Ondersteunen bij netwerkontwikkeling; 
  • Ondersteunen bij het omgaan met negatieve reacties';
  • Spel en activiteit. 

Slide 2 - Diapositive

wat betekend voor jou
het begrip eigenwaarde

Slide 3 - Carte mentale

Gevoel van eigenwaarde vergroten

Mensen met een lichte of matige beperking hebben vaak een laag zelfbeeld, zijn faalangstig en hebben weinig zelfvertrouwen. 

Ze hebben veel bevestiging en stimulans nodig en kunnen vaak lastig met kritiek omgaan. Ze voelen zich snel aangevallen

Slide 4 - Diapositive

Gevoel van eigenwaarde vergroten

Het gebrek aan zelfvertrouwen bij mensen met een beperking wordt veroorzaakt doordat zij relatief vaak ervaringen opdoen waarbij dingen niet lukken of veel moeite kosten. 

Als een beperking aan de buitenkant niet zo zichtbaar is, bestaat het risico dat de client overvraagt wordt. Dit vergroot de kans op mislukkingen en daarmee een negatief zelfbeeld.

Toch proberen? --> "Het zal toch wel weer fout gaan!!

Slide 5 - Diapositive

Aandachtspunten 
  • Accepteer de persoon zoals hij is. Reageer begripvol en inlevend op gevoelens emoties van de cliënt. 
  • Heb vertrouwen en straal dit uit. Laat client dingen doen die hij zelf ook kan doen.
  • Negeer zoveel mogelijk dat wat niet lukt en geef complimenten op datgene wat goed gaat.
  •  Geef concrete feedback. Geef aan welk gedrag je prettig vind en welk gedrag niet. Spreek vanuit de IK boodschap.
  • Geef de cliënt de kans om fouten te maken en grijp niet gelijk is. 
  • Wees blij met elke kleine vooruitgang.
  • Stimuleer de cliënten nieuwe uitdagingen aan te gaan. 

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Begeleiden van Relatievorming en seksualiteit. 
Bij mensen met een verstandelijke beperking kunnen zich verschillende problemen voordoen op het gebied van seksualiteit. 
Uitgangspunten zijn: 
  • Mensen met een verstandelijke beperking hebben net als ieder ander recht op seksualiteit en relaties. Relaties kunnen bijdragen aan een zinvol bestaan. 
  • De kwaliteit van het bestaan van de individuele cliënt is richtinggevend. Het gaat er niet om wat jij normaal of niet normaal, goed of niet goed vindt. Het gaat erom wat goed is voor de client. 

Slide 8 - Diapositive

Begeleiden van Relatievorming en seksualiteit. 
Als begeleider gehandicaptenzorg moet je rekening houden met de grenzen van anderen, de grenzen van jezelf en de beroepscode in het werk.

Niet ALLES kan en mag. Er zijn grenzen.

Het is belangrijk om je bij twijfel af te vragen of de cliënt zichzelf of anderen schade toebrengt. 

'Schade' moet je daarbij ruim zien.

Wie kan hier een voorbeeld bij noemen?  

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Onwetendheid en misverstanden
Bij het geven van seksuele voorlichting kunnen makkelijk misverstanden ontstaan door verhullende uitspraken. 
Denk  bijvoorbeeld aan: 
  • Met elkaar naar bed gaan
  • Met elkaar de liefde bedrijven


Maar ook een seks site bezoeken op internet geeft geen reëel beeld  of een serie als Goede Tijden, Slechte tijden. Mensen met een licht verstandelijke beperking  doorzien dit vaak niet. 




Slide 11 - Diapositive

Seksuele voorlichting
Bij seksuele voorlichting moet je denken aan de volgende punten:

  • Technische zaken als menstruatie, zaadlozing zwangerschap en seksueel overdraagbare aandoeningen;
  • Beleving aan seksualiteit zoals plezier, gevoelens, verliefdheid;
  • Onjuiste beeldvorming: kijken naar soap tv series en het bezoeken van seks sites
  • Weerbaarheid. Nee durven zeggen!
  • Maak voorlichting concreet door gebruik van plaatjes, pictogrammen etc. 


Slide 12 - Diapositive

Lijfelijk, minder remmingen en grenzen aangeven

Mensen met een verstandelijke beperking zijn vaak lijfelijke dan mensen zonder beperking. Ook kennen ze minder remmingen. 
  • Ze gaan sneller over grenzen heen

Meestal is er bij 'lijfelijkheid' sprake van een 'gewoon spel'. Toch is het goed om jezelf de vraag te stellen of er meer achter zit. 
Als er wel sprake is van een seksuele ondertoon is het belangrijk dat jij je grenzen aangeeft.   

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Machtsmisbruik 
Mensen met een verstandelijke beperking zijn vaker slachtoffer van seksueel misbruik.

  • Ze zijn minder weerbaar en afhankelijk van ouders en/of zorgverleners;
  • Worden begeleid in situaties die een zeer intiem karakter hebben;
  • Weten vaak minder goed waar hoort en niet hoort. Ze kunnen makkelijk om de tuin geleid worden.  

Er is sprake van machtsmisbruik als een cliënt bijvoorbeeld misbruikt wordt door een begeleider. 
Signalen die wijzen op seksueel misbruik (Boek: pagina 130) 

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Aan de slag
Maken praktijksituatie: 
Het gezin Mantel met twee kinderen die een verstandelijke beperking hebben

Slide 17 - Diapositive

Handelingsverlegenheid
Handelingsverlegenheid betekend dat je niet weet hoe je moet handelen in een bepaalde situatie. Je voelt je verlegen en onzeker. 

Als in een team nauwelijks over seksualiteit en relaties wordt gepraat dan versterkt dat handelingsverlegenheid.

Het is belangrijk dat dit thema besproken wordt in elk team. 


Slide 18 - Diapositive

Netwerkontwikkeling

Slide 19 - Diapositive

Wat betekent
netwerkontwikkeling

Slide 20 - Carte mentale

Ondersteunen bij netwerkontwikkeling
Netwerkontwikkeling betekent het ondersteunen van de persoon met een verstandelijke beperking, gericht op het verkrijgen en behouden van contacten met andere mensen in de samenleving.

Mensen met een beperking integreren en participeren in de samenleving. Dit heeft veel voordelen. 
Het nadeel is dat de betrokkenen in die 'gewone' maatschappij een uitzonderingspositie heeft. 

Het is belangrijk om cliënten te ondersteunen bij het leggen van contacten met mensen in de buurt  of op het werk.

Slide 21 - Diapositive

Ondersteunen bij netwerkontwikkeling
Gericht werken aan een netwerk van cliënten is belangrijk. Zeker als cliënten buiten de instelling gaan wonen. 

  • Stil staan bij hoe het sociale netwerk eruit ziet van de cliënt;
  • Informele contacten zoals buren, sportvereniging / formele contacten dokter, tandarts; 

Als begeleider  kun je gericht werken aan netwerkontwikkeling.
 

Slide 22 - Diapositive

Stappenplan netwerkontwikkeling
Stap 1: Net werktekening maken en verklaren: 
  • Met wie heeft de client het afgelopen jaar contact gehad? 
  • Maak een onderverdeling naar soorten contacten cliëntcontacten, familiecontacten, betaalde contacten zoals begeleiders, tandarts, dokter en samenlevingscontacten (buren
  • Orden de contacten op een tekening: 

Stap 2: Mogelijkheden zoeken ter versterking en vergroting van het netwerk 
Je bespreekt met de client welke mensen hij vaker wil zien en wat hij met wie zou willen doen.
Ga uit van de wensen van de cliënt. 

Slide 23 - Diapositive

Stappenplan netwerkontwikkeling
Stap 3: Actieplan maken
Na alles wat besproken is maak je een wensenlijstje: wat zou hij willen? 
Leg op papier vast wat de rol van de cliënt is en wat de rol is van de begeleider; 
Leg vast wie wanneer welke stap onderneemt.

Stap 4: Actieplan uitvoeren
Samen met de cliënt werken aan zijn wensen. 

Stap 5: Evaluatie van plan en werkwijze
Het is goed om af en toe te kijken of de netwerktekening al veranderd moet worden of dat het netwerk wordt zoals de cliënt dat wenst. 

Slide 24 - Diapositive

Voorbeeld netwerktekening

Slide 25 - Diapositive

Opdracht
  • Maak je eigen netwerktekening (Stap 1)
  • Bespreek je tekening met een medestudent en  werk gezamenlijk stap 2 en 3 uit.

Presentatie van een aantal netwerktekeningen

Slide 26 - Diapositive

Sociale rolversterking
Sociale rolversterking houdt in dat je je inzet om cliënten sociaal gewaardeerde rollen te laten innemen. 
Deze hebben allerlei positieve gevolgen, namelijk: 
- Contacten en ontmoetingen met andere mensen;
- Gevoel ergens bij te horen; 
- Op verschillende plekken komen; 
- Positieve ervaringen/ iets te vertellen hebben; 
- Zelfvertrouwen en persoonlijke groei.

Bij het werken aan sociale rol versterking kun je het beste klein beginnen. (Eén rol en één situatie)

Slide 27 - Diapositive

Ondersteunen bij het omgaan met negatieve reacties
Mensen met een verstandelijk beperking krijgen regelmatig te maken met negatieve reacties. Het zijn soms ronduit discriminerende opmerkingen en het is lastig hierop te reageren. 

Mensen met een verstandelijke beperking zijn vaak minder weerbaar of ze kunnen de sociale vaardigheden missen. Meestal is de oorzaak een negatief zelfbeeld of een te hoge dunk van anderen. 
Zij zoeken de oorzaak van de negatieve reacties vaak bij zichzelf. 

Slide 28 - Diapositive

Ondersteunen bij het omgaan met negatieve reacties
Het is belangrijk dat de client met een verstandelijke beperking leert hoe hij op een goede manier kan reageren: 

  • Help hem mondig en weerbaar te maken; 
  • Ondersteunen bij negatieve ervaringen; 
  • Agressief reageren helpt niet; 
  • Voorlichting, concrete tips en adviezen helpen wel.

Welke ervaring heb jij als begeleider? 
Bespreken in groepjes ( 10 minuten) 

Slide 29 - Diapositive

Spel en activiteiten 
Ook voor volwassenen met een lichte of matige beperking heeft spel een functie. In het leven mensen met een beperking kan spel: 
  • Zorgen voor ontspanning; 
  • Voor een invulling van vrije tijd zorgen; 
  • Verveling voorkomen en tegengaan; 
  • Voldoening geven en het gevoel geven nuttig bezig te zijn; 
  • Bijdragen aan contact met anderen;
  • Bijdragen aan ontwikkeling. 

Slide 30 - Diapositive

Individuele en gezamenlijke activiteiten 
Gezamenlijke activiteiten bevorderen de saamhorigheid en gezelligheid Ze verbeteren de onderlinge relaties. 

Bedenk wel dat cliënten niet altijd alles samen moet doen. Zij wonen vaak ook al samen in een woongroep waar zij veel gezamenlijke activiteiten uitvoeren. 

Individuele aandacht voldoet soms meer aan de behoefte.

Slide 31 - Diapositive

Methodisch handelen bij activiteiten 

Als je een activiteit doet, moet je niet alleen weten wat je gaat doen en waarom. Het moment waarom je de activiteit uit wilt voeren is ook belangrijk. Let hierbij op het dagprogramma van de cliënt. Balans in inspanng en ontspanning.


Soms is het nodig om een activiteit goed te organiseren. Je kunt er dan voor kiezen om een activiteitenplan te maken. 


Slide 32 - Diapositive

Activiteitenplan. 
Een activiteitenplan is een soort draaiboek dat bestaat uit de volgende stappen:

Stap 1: Gegevens verzamelen: 
Gegevens verzamelen over de cliënten met wie je de activiteit gaat doen. 
  • Leeftijd, geslacht, niveau van functioneren.
  • Hoe functioneert de cliént op lichamelijk (motorisch), cognitief en sociaal gebied? 
Duidelijk krijgen welke voorwaarden gelden voor de activiteit.
  • Beschikbare tijd, geld, locatie en ruimte, vervoer en beschikbare begeleiding


Slide 33 - Diapositive

Activiteitenplan. 

Stap 2: Behoefte aan activiteit vaststellen
Probeer vast te stellen wat de behoefte is van de cliënten. Wat vinden zij leuk om te doen en wat niet. Ben ook zelf enthousiast als je iets nieuws wilt doen. 

Stap 3: Doel van de activiteit formuleren
Gebruik hierbij het zorg- of begeleidingsplan




Slide 34 - Diapositive

Activiteitenplan. 
Stap 4: Plannen van je activiteit.
Voordat je met de uitvoering start maak je een plan. Bij het plannen van activiteiten beantwoord je allerlei vragen: 
  1. Wat ga je doen? Welke activiteit? 
  2. Wat zijn de te volgen stappen? 
  3. Hoe leidt je de activiteit in en hoe rond je de activiteit af? 
  4. Welke middelen en materialen heb je nodig? Wat zijn de kosten? 
  5. Welke voorbereidingen moet je treffen? 
  6. 5 W-H methode --> wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe? 
  7. Wie gaat de activiteit begeleiden? 
  8. Wie ruimt op?

Slide 35 - Diapositive

Activiteitenplan. 
Stap 5: Uitvoeren van de activiteit 
Weet dat je activiteitenplan een handvat is! Het kan zijn dat de activiteit anders loopt dan gepland. Voel je vrij om hierop in te spelen en te improviseren. 

Stap 6: Evalueren
Het is goed om na afloop van de activiteit terug te kijken en te bedenken; wat ging goed? 
Wat verliep anders?  Waar ben ik tevreden over? 
Vraag hierbij ook feedback van collega's. Zij kunnen je helpen bij het evalueren van de activiteit. Zij zien andere dingen dan jij. 

Slide 36 - Diapositive

Opdracht
Maak groepjes van 4
Bedenk een activiteit en werk deze uit volgens de 
5 stappen van het maken van een activiteitenplan.
Maak een presentatie en presenteer deze aan de klas

Slide 37 - Diapositive

Ondersteunen bij werk
Voor mensen met een lichte en matige beperking is het belangrijk dat ze een zinvolle dagbesteding hebben. Bij voorkeur werk, maar dat is niet altijd mogelijk.

Vanuit de overheid is er wetgeving waarmee mensen met afstand tot de arbeidsmarkt toch aan het werk kunnen. Werkgevers krijgen op verschillende manieren ondersteuning (loonkostensubsidie, begeleiding van de werknemer) Begeleiding is nodig, omdat voor het werken in een organisatie allerlei vaardigheden nodig zijn. 

Re-integratie-coach: Brengt de mogelijkheden en wensen van de cliënt is beeld
Jobcoach: stelt samen met de cliënt en werkgever een coaching plan op. 

Slide 38 - Diapositive

Aan het werk
Boek A
Thema 3 Cliënten met een verstandelijke beperking
Hoofdstuk 9

Opdracht 1 t/m 14
Huiswerk: Opdracht gezin Mantel 


Slide 39 - Diapositive