Zenuwstelsel

Zenuwstelsel
Vandaag: herhaling
Nieuwe stof
Opdracht
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Zenuwstelsel
Vandaag: herhaling
Nieuwe stof
Opdracht

Slide 1 - Diapositive

B
C
D
E
F
G
H

Slide 2 - Diapositive

Autonome zenuwstelsel is het ........ zenuwstelsel
A
onwillekeurig
B
Willekeurig

Slide 3 - Quiz

Autonome zenuwstelsel (onwillekeurig/vegetatief)

Sympathisch zenuwstelsel
Parasympatisch zenuwstelsel

Slide 4 - Diapositive

Animale zenuwstelsel (willekeurig)
Aanvoerende banen (afferent)(sensorische prikkels)
Afvoerende banen (efferent) (motorische prikkels)

Slide 5 - Diapositive

verhoging van het hormoon adrenaline komt door activatie van het
A
Sympathisch zenuwstelsel
B
Parasympatisch zenuwstelsel

Slide 6 - Quiz

?
?

Slide 7 - Diapositive

Welk onderdeel hoort bij het vraagteken?
A
Dendriet
B
Cellichaam
C
Myelineschede
D
Axon

Slide 8 - Quiz

- dendriet
- axon
-impulsrichting

Slide 9 - Diapositive

Witte stof en grijze stof

witte stof: neurieten
Grijze stof: cellichamen en dendrieten


Slide 10 - Diapositive

Wat gebeurt er bij een reflex?
A
Dan gaat de prikkel niet via het ruggenmerg
B
Dan gaat de prikkel niet via de hersenen
C
Dan wordt de prikkel niet doorgestuurd

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Diapositive

De grote hersenen  (cerebrum)
 denken, zien , spreken ruiken, proeven, voelen, emoties


De kleine hersenen
(cerebellum)
Coordinatie


Slide 13 - Diapositive

Hersenvlies & ruggenmergvlies
Hersenvocht
4 hersenkamers (hersenventrikels)
Lumbaalpuctie

Slide 14 - Diapositive

Tussenhersenen
Hypothalamus 
Werkt als zeef
Tussenhersenen > hersenschors

Slide 15 - Diapositive

Hersenstam:
Grote hersenen
Kleine hersenen
Ruggenmerg

Spijsvetering, ademhaling etc


Slide 16 - Diapositive

Ruggenmerg
Sensorische prikkels
Ruggenmerg
Hersenen


Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Welke antwoorden horen bij A en B?
Twee antwoorden zijn juist
A
A: sensorische achterhoorn
B
B: motorische achterhoorn
C
A: motorische achterhoorn
D
B sensorische achterhoorn

Slide 19 - Quiz

wat zijn neurotransmitters en kun je een voorbeeld noemen?

Slide 20 - Question ouverte