lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp en bijwoordelijke bepaling

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Voordat we gaan beginnen...

Doe je telefoon in de telefoontas

Leg je boeken op tafel

Leg je huiswerk (zinnen van Teams) op de hoek van je tafel

Lezen uit je leesboek

10 minuten

in stilte

Wat gaan we doen vandaag?

Lezen uit je leesboek

WWG / NG
Weet je het nog?

Huiswerk nakijken

LV/MV/BWB

Uitleg

Opdracht maken

Weet je het nog?

Wat is het verschil tussen:

- een werkwoordelijke gezegde

- een naamwoordelijk gezegde?

a. De boete voor het gebruik van een telefoon op de fiets zal 95 euro worden.

b. De politie vond in de woning de gestolen sieraden.

Uitleg

Lijdend voorwerp

Meewerkend voorwerp

Bijwoordelijke bepaling

Lijdend voorwerp

Is gelinkt aan het onderwerp.

Vraag: wie/wat + wwg + ond?

Ik heb vandaag een film gekeken.

Ik heb vanochtend mijn hond uitgelaten/

De verdwaalde toerist vroeg de weg aan de politieagent.
LV = ?

Alle aanwezigen zongen voor de jarige een vrolijk welkomstlied.
LV = ?

De stad Amersfoort doneert de speeltuinvereniging jaarlijks subsidie
LV = ?

Meewerkend voorwerp

Een meewerkend voorwerp is iemand die meewerkt met het onderwerp. Het meewerkend voorwerp ontvangt iets.

Leon geeft een cadeau aan Emma.

Meewerkend voorwerp

De vraag die je stelt om het meewerkend voorwerp te vinden, is:

Aan wie/voor wie + ond + wwg + lv?

Leon geeft een cadeau aan Emma.

Aan wie of voor wie geeft (wwg) Leon (ond) een cadeau (lv)?

De verdwaalde toerist vroeg de weg aan de politieagent.
MV = ?

Alle aanwezigen zongen voor de jarige een vrolijk welkomstlied
MV = ?

De stad Amersfoort doneert de speeltuinvereniging jaarlijks subsidie.
MV = ?

Bijwoordelijke bepaling

Op welke vraag geeft dit zinsdeel antwoord?

Sebastiaan is [naar Noorwegen] op vakantie geweest.

1. Hoe
2. Waar
3. Waarom
4. Wanneer

Op welke vraag geeft dit zinsdeel antwoord?

Sebastiaan is [twee jaar geleden] naar Noorwegen geweest.

1. Hoe
2. Waar
3. Waarom
4. Wanneer

Op welke vraag geeft dit zinsdeel antwoord?

Sebastiaan is [met de boot] naar Noorwegen geweest.

1. Hoe
2. Waar
3. Waarom
4. Wanneer

Op welke vraag geeft dit zinsdeel antwoord?

Sebastiaan is met de boot naar Noorwegen geweest, [omdat hij vakantie had.]

1. Hoe
2. Waar
3. Waarom
4. Wanneer

Bijwoordelijke bepaling

Een bijwoordelijke bepaling geeft antwoord op vragen als

Hoe? Hoelang? Hoever? Waar? Waardoor? Waarheen? Waarom? Waarover? Waarvandaan? Waar? Wanneer?

+ prullenbak (alle woorden/zinsdelen die over blijven in een zin)

Vrijdag 17 november

                                                   pv - ond - wg/ng - lv - mv - bwb

a. De gemeente legde de jongen een dwangsom van 500 euro per nieuw vergrijp op.

b. De bestuurder van een minigraafmachine heeft een ravage aangericht in een nieuw hotel in Liverpool.

c. Ondanks het koude weer lijkt de griepgolf dit jaar minder hevig dan voorgaande jaren te zijn.

d. Afgelopen twee weken hebben in totaal 450 groep 8-leerlingen het Maerlant-Lyceum bezocht.

Voordat we gaan beginnen...

10 minuten lezen uit je leesboek

In stilte!

Grammatica zinsdelen

Bijwoordelijke bepaling

Huiswerk nakijken

Opdrachten 1 + 2

Bladzijde 178 + 179

Opdracht 1

1. Sommige ouders kopen in de dierenwinkel een huisdier voor hun kind.

2. Naast een hond of kat worden gekko's en leguanen aangeschaft.

3. De zorg voor deze diersoorten moet je niet onderschatten.

Opdracht 1

4. Gekko's kunnen ondersteboven klimmen.

5. Je kunt deze diertjes nauwelijks aaien.

6. Een konijn, hamster of cavia kun je tenminste knuffelen!

Opdracht 2

1. Ik raad je in dit geval een open vliegticket aan.

2. Met een chartermaatschappij vlieg je niet volgens een vaste dienstregeling.

3. Lange mensen wensen graag meer beenruimte in het vliegtuig.

4. Tijdens een langere vlucht zou je sowieso de benen een keer moeten strekken.

Opdracht 2

5. Overigens biedt een vliegtuig meer veiligheid dan een auto.

6. Desalniettemin durven sommige mensen nooit te vliegen.

Extra oefenen

Kies van opdracht 3 (blz. 179) vijf zinnen die je in zijn geheel gaat ontleden (pv - ond - wwg - lv - mv - bwb)

Klaar? Wissel van schrift met je klasgenootje en kijk elkaars zinnen na.

Voordat we gaan beginnen...

10 minuten lezen uit je leesboek

In stilte!

Grammatica zinsdelen

Bijwoordelijke bepaling

Huiswerk nakijken

Opdrachten 1 + 4 (t/m zin 5)

Bladzijde 178 + 179

Opdracht 1

1. In België worden geregeld projectielen uit de Eerste Wereldoorlog gevonden.

2. Waarom zijn vuurtorens tegenwoordig minder belangrijk voor schepen?

3. Dankzij jouw hulp hebben we die moeilijke opdracht op tijd kunnen inleveren.

4. Vanwege voedselgebrek houden sommige dieren jaarlijks een winterslaap.

5. Waar wil de gemeente eigenlijk dat nieuwe overdekte zwembad bouwen?

6. Door de vele zeepokken op hun lijf zwemmen walvissen minder snel.

Opdracht 4

1. Superfoods hebben de laatste jaren heel wat mensen bereikt.

2. Tegenwoordig zijn die producten immers in elke grote supermarkt voorradig.

3. Volgens het Voedingscentrum schrijven veel mensen aan deze voedingsmiddelen 'superkrachten' toe.

4. Zo zouden gojibessen de ziekte kanker kunnen tegengaan.

5. Chiazaad zou in veel gevallen een verjongende werking hebben.

Extra oefenen

Opdracht 3

Blz. 179

Klaar? Ruil van schrift zodat je elkaars antwoorden kan nakijken.