Herhaling 1.1 tot en met 1.4

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 3

Wat is de bedoeling

Turf per paragraaf de hoeveelheid foutjes die je hebt gemaakt. 

1.1 organismen indelen

Alle organismen vertonen de zes levenskenmerken. 

Bij welke levenskenmerk hoort:

Je mouwen worden kort.

1. Ademen
2. Uitscheiden
3. Groeien
4. Voortplanten

Alle organismen vertonen de zes levenskenmerken. 

Bij welke levenskenmerk hoort:

De zeeleeuwen krijgen vissen als middagmaal.

1. Voeden
2. Ademen
3. Groeien
4. Voortplanten

Wanneer is een dier van dezelfde soort?

plantencel

dierlijke cel

schimmelcel

bacterie

Een afdeling van het dierenrijk?
Eencelligen

1. Waar
2. Niet waar

hoeveel dierenrijken zijn er?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Wat is geen afdeling van het dierenrijk?

1. Geleedpotigen
2. Sponzen
3. Slakken
4. Weekdieren

Wat is geen afdeling van het dierenrijk?

1. Geleedpotigen
2. Wormen
3. Sponzen
4. Slakken

Wat is determineren?

Rijk

Afdeling 

Klasse

Orde

Geslacht

Soort

Familie

1,2 Het planten rijk

Wat is een weefsel?

Noem drie organen van een plant.

Welke onderdelen van de plantencel worden hier aangegeven? 

Celwand

Celkern

Bladgroenkorrel

Cytoplasma

Vacuole

Hoe kan het dat kruidachtige planten toch recht op kunnen staan?

1. Dat komt doordat de zon hen omhoog laat staan om aan fotosynthese te kunnen doen
2. Dat komt omdat ze weinig water hebben en daardoor hun cellen doodgaan en uithollen, dit zorgt voor een stevige holte waarop ze steunen.
3. Als ze veel water hebben nemen ze dit op in hun cellen en de vacuole en celwand samen zorgen voor veel druk van binnenuit.
4. Er was ooit een heks en die heeft haar toverstafje gezwaaid en daardoor staan alle planten rechtop.

Algen zijn planten

1. Waar
2. Niet waar

1.3: Dierenrijk

Welke onderdelen tref je zowel aan in een plantaardige cel als een dierlijke cel? Sleep deze onderdelen naar het gele vak.

Deze onderdelen zitten zowel in een plantaardige cel als een dierlijke cel

Celwand

Celmembraan

Cytoplasma

Bladgroenkorrels

Celkern

Vacuole

Zet in volgorde van groot naar klein. 

Organisme

Cel

Orgaan

Orgaanstelsel

Organel

Weefsel

Wat is een orgaanstelsel?

Inwendig of
uitwendig skelet?

1. Inwendig
2. Uitwendig

Inwendig of
uitwendig skelet?

1. Inwendig
2. Uitwendig

Inwendig of
uitwendig skelet?

1. Inwendig
2. Uitwendig

Inwendig of uitwendig skelet?

1. Inwendig
2. Uitwendig

Hier zie je het kleinste en het grootste dier, wat heeft het grootste dier wel wat het kleinste dier niet heeft?

Hier zie je het kleinste en het grootste dier, wat heeft het grootste dier wel wat het kleinste dier niet heeft?

1. Organellen
2. Organen
3. Orgaanstelsels
4. Meerdere cellen

Hier zie je een cel van het dijbeen. Van welk orgaanstelsel is dit een onderdeel?

1. Bottenstelsel
2. Benenstelsel
3. Beenderenstelsel
4. Spierstelsel

1,4: Schimmels en bacteriën

Welke onderdelen zitten er in een schimmelcel? Sleep de goede antwoorden ernaar toe

schimmelcel

celmembraan

cytoplasma

Vacuole

celwand

bladgroenkorrels

celkern

Bacterie

Schimmel

Welk onderdeel van een cel heeft een schimmel NIET?

1. Celwand
2. Vacuole
3. Celmembraan
4. Bladgroenkorrel

Welke onderdelen hebben bacteriën en schimmels allebei?

1. Celkern en celwand
2. Celwand en bladgroenkorrels
3. Alleen een celkern
4. Alleen een celwand

Welk onderdeel is dit?

1. Hoed
2. Paddenstoel
3. Stengel
4. Spore

Op welk moment begint de levenscyclus van een schimmel?

1. Op het moment dat de sporen van de papa losgelaten zijn.
2. Op het moment dat de sporen schimmeldraden beginnen te vormen.
3. Als er een volledige zwamvlok is onder de grond.
4. Als er een paddenstoel boven de grond komt.