Dierenrijk

Dierenrijk
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Dierenrijk

Slide 1 - Diapositive

Indelen organismen
Organismen zijn ingedeeld in 
4 groepen, ook wel Rijken genoemd:

1. Planten
2. Schimmels
3. Dieren en mensen
4. Bacteriën

Slide 2 - Diapositive

Verschillen op cel-niveau

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Bij welk rijk kan fotosynthese plaatsvinden
A
plantenrijk
B
dierenrijk
C
schimmelrijk
D
bacterierijk

Slide 5 - Quiz

Op basis welke kenmerken van de cel wordt het dierenrijk ingedeeld?

Slide 6 - Question ouverte

Zet in de juiste volgorde van groot naar klein:
organen-cellen- organisme- orgaanstelsel-weefsel
timer
0:30

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

timer
0:30
organen

Slide 10 - Carte mentale

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Bij welke afdeling van het dierenrijk hebben de dieren een uitwendig skelet?
A
bij de geleedpotigen
B
bij de gewervelden
C
bij de stekelhuidigen
D
bij de wormen

Slide 16 - Quiz

Geen skelet

Slide 17 - Diapositive

Uitwendig skelet
stekelhuidigen
weekdieren
geleedpotigen

Slide 18 - Diapositive

Inwendig skelet
Sponzen
Alle gewervelden
  • vissen
  • amfibieën
  • reptielen
  • vogels
  • zoogdieren

Slide 19 - Diapositive


A
inwendig skelet
B
uitwendig skelet
C
geen skelet

Slide 20 - Quiz


A
inwendig skelet
B
uitwendig skelet
C
geen skelet

Slide 21 - Quiz

Heeft een vlieg een inwendig of een uitwendig skelet?
A
Inwendig skelet
B
Uitwendig skelet

Slide 22 - Quiz

Wat voor skelet heeft dit dier?
A
Geen
B
Uitwendig
C
Inwendig

Slide 23 - Quiz

Dit dier heeft...
A
Een inwendig skelet
B
Een uitwendig skelet
C
Geen skelet

Slide 24 - Quiz

Dit is een voorbeeld van...
A
Ongewerveld dier
B
Gewerveld dier

Slide 25 - Quiz

Een mossel heeft een:
A
Inwendig skelet
B
Uitwendig skelet
C
Geen skelet
D
Weet ik niet

Slide 26 - Quiz