Mijn Dagelijkse Routine

Mijn Dagelijkse Routine

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je vertellen over jouw dagelijkse routines.

Introduceer het leerdoel van de les aan de studenten.

Wat doe jij iedere dag?

Slide 1: Wat zijn dagelijkse routines?

Dagelijkse routines zijn de activiteiten die je elke dag doet, zoals opstaan, ontbijten en naar school gaan.

Beschrijf wat dagelijkse routines zijn en geef voorbeelden.

Slide 2: Voorbeelden van dagelijkse routines

Voorbeelden van dagelijkse routines zijn tandenpoetsen, douchen, huiswerk maken en sporten.

Laat afbeeldingen zien van verschillende dagelijkse routines en bespreek ze met de studenten.

Slide 3: Mijn ochtendroutine

In de ochtend sta ik op, kleed ik me aan, eet ik ontbijt en poets ik mijn tanden.

Laat de studenten hun eigen ochtendroutine bespreken en geef ze de opdracht om deze op te schrijven.

Slide 4: Mijn middagroutine

Na school eet ik een snack, maak ik mijn huiswerk en speel ik buiten.

Laat de studenten hun eigen middagroutine bespreken en geef ze de opdracht om deze op te schrijven.

Slide 5: Mijn avondroutine

In de avond eet ik mijn avondeten, neem ik een douche en ga ik slapen.

Laat de studenten hun eigen avondroutine bespreken en geef ze de opdracht om deze op te schrijven.

Slide 6: Vertel over jouw dagelijkse routines

Vertel aan de klas over jouw dagelijkse routines en deel interessante details.

Laat de studenten om de beurt vertellen over hun dagelijkse routines en moedig aan om vragen te stellen.

Slide 7: Quiz over dagelijkse routines

Beantwoord de volgende vraag: Wat is een voorbeeld van een dagelijkse routine?

Stel een multiple-choice vraag aan de studenten en laat hen individueel antwoorden.

Slide 8: Samenvatting

We hebben vandaag geleerd over dagelijkse routines en hoe we erover kunnen vertellen.

Vat de belangrijkste punten van de les samen en geef de studenten de gelegenheid om vragen te stellen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.