4.3 Proeven, ruiken voelen

4.3 Proeven, ruiken en voelen
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

4.3 Proeven, ruiken en voelen

Slide 1 - Diapositive

Maken
Eerste 8 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 4.2
Maken: opdracht 29 t/m 37

Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna maken samenvatting of testjezelf 

timer
8:00

Slide 2 - Diapositive

Zet het onderdeel van je oor bij het juiste nummer:
3
4
10
2
7
11
oorschelp
trommelvlies
slakkenhuis
gehoorbeentjes
gehoorzenuw
gehoorgang

Slide 3 - Question de remorquage

Je kunt de route die een geluidstrilling aflegt door de onderdelen van het oor noemen. Zet de onderdelen in de juiste volgorde.
-->
-->
-->
-->
-->
-->
gehoorbeentjes trillen
vocht in het slakkenhuis trilt
zintuigcellen zetten prikkel om in impulsen
impulsen gaan naar hersenen
geluid zorgt voor trillingen in de lucht
trommelvlies gaat trillen

Slide 4 - Question de remorquage

Welk onderdeel zorgt ervoor dat de druk buiten je oor en binnen in je oor even groot is?
A
Trommelvlies
B
Slakkenhuis
C
Buis van Eustachius
D
Gehoorgang

Slide 5 - Quiz

In het oor worden trillingen uit de lucht versterkt. In welk onderdeel van het oor gebeurt dit?
A
Het slakkenhuis
B
De oorschelp
C
De gehoorbeentjes
D
Het trommelvlies

Slide 6 - Quiz

Welk deel van het oor beschadigd door langdurige overbelasting?
A
trommelvlies
B
gehoorbeentjes
C
trommelholte
D
trilhaartjes in het slakkenhuis

Slide 7 - Quiz

Hoe heten de onderdelen van het evenwichtsorgaan die gevuld zijn met vloeistof?
A
gehoorbeentjes
B
zintuigcellen
C
halve cirkelvormige kanalen
D
evenwichtszenuw

Slide 8 - Quiz


Startopdracht:
Nakijken van je huiswerk:
par. 4.2 opdracht 29 t/m 37




Slide 9 - Diapositive

4.3 Proeven, ruiken, voelen.
Leerdoelen:
  • Je kunt de zintuigen in de tong en neus benoemen en hun werking beschrijven.
  • Je kunt uitleggen uit welke lagen de huid is opgebouwd.
  • Je kunt de zintuigen in de huid benoemen en hun werking beschrijven.
  • Je kunt uitleggen hoe de huid helpt bij het constant houden van je lichaamstemperatuur.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Maken

Zelf bestuderen/doorlezen: 4.3
Maken: opdracht 5, 7, 9, 11 en 14

Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna maken samenvatting of testjezelf 

Slide 15 - Diapositive

Startopdracht:
Lezen blz 37




timer
5:00

Slide 16 - Diapositive

4.3 Proeven, ruiken, voelen.
Leerdoelen:
  • Je kunt de zintuigen in de tong en neus benoemen en hun werking beschrijven.
  • Je kunt uitleggen uit welke lagen de huid is opgebouwd.
  • Je kunt de zintuigen in de huid benoemen en hun werking beschrijven.
  • Je kunt uitleggen hoe de huid helpt bij het constant houden van je lichaamstemperatuur.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Maken
Eerste 8 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 4.3
Maken: opdracht 11 t/m 14

Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna maken samenvatting of testjezelf 

timer
8:00

Slide 20 - Diapositive

Opperhuid
12
Hoornlaag
9
Kiemlaag
10
Tastknopje - Tastzintuig
13
Zweetporie
14
Haar
1
Twee delen:
Lederhuid en Onderhuids bindweefsel
11
Pijnpunt
4
Zweetklier
5
Drukzintuig
6
Zenuw
7
Vetweefsel
8
Talgklier
3
Bloedvaten
2
Haarzakje
16
Leer de onderdelen van de huid
Haarspiertje
15

Slide 21 - Diapositive

Combineer de prikkel(s) met het juiste zintuig(en).
Warmtezintuig
Koudezintuig
Tastzintuig
Pijnzintuig
Hoge temperatuur
Lage temperatuur
Vorm en structuur
Pijn

Slide 22 - Question de remorquage

In welke laag van de huid liggen de zintuigen van de huid?
A
Alleen in de opperhuid.
B
Alleen in de lederhuid.
C
In de opperhuid en in de lederhuid.
D
Alleen in het onderhuids bindweefsel.

Slide 23 - Quiz

Wat gebeurt er wanneer de warmte- en koudezintuigen in je huid voelen dat je lichaam afkoelt / opwarmt?
Om af te koelen
Om op te warmen
Bloedvaten verwijden
Bloedvaten vernauwen
Je gaat rillen
Je gaat zweten

Slide 24 - Question de remorquage

Slide 25 - Vidéo