KERN 30 Functiewoorden

Op tafel:
Kern-boek hst 16, map, pen
Telefoon in zwarte zakkie
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Op tafel:
Kern-boek hst 16, map, pen
Telefoon in zwarte zakkie

Slide 1 - Diapositive

Welkom!
Op tafel:
 Kernboek, map, pen
Telefoon in zwarte zakkie


Slide 2 - Diapositive

Agenda hst 30
Uitleg hst 30
Aan de slag met hst 30 

Slide 3 - Diapositive

Lesdoel KERN 30
Je leert functiewoorden herkennen in een tekst, zodat je sneller snapt waarover een tekst gaat.
Dit omdat je een structuur kunt herkennen in een tekst. 

Slide 4 - Diapositive

Begrijpend lezen PTO-2
KERN 29: tekststructuur (heb je al gedaan in PTO-1. Ging over inleiding - kern-slot)
vandaag Kern 30: Functiewoorden.
donderdag Kern 31: inleiding en slot tekst.

Slide 5 - Diapositive

Waarom is dit hoofdstuk belangrijk?

a. Komt terug op PTO-2.
b. Je kunt sneller teksten lezen bij andere schoolvakken.
c. Je kunt duidelijkere teksten schrijven.

Slide 6 - Diapositive

Herhaling KERN 29 (quiz)
>> 3 vragen. 
Als je hebt: wisbordje pakken.

Slide 7 - Diapositive

In welk deel van de tekst staan de volgende zinnen?

Slide 8 - Diapositive


A
inleiding
B
kern
C
slot

Slide 9 - Quiz


A
inleiding
B
kern
C
slot

Slide 10 - Quiz


A
inleiding
B
kern
C
slot

Slide 11 - Quiz

alinea 1
alinea 2,3,4,5
alinea 6
functie

Wat kun je verwachten?



Slide 12 - Diapositive

zie blz. 64

Slide 13 - Diapositive

2. Aantekeningen maken

Welke spullen?

a. Map (Cornell Methode)
b. Pennen

Slide 14 - Diapositive

KERN 30: Functiewoorden
Iedere alinea in de tekst heeft een functie = rol, taak
Herken je aan functiewoorden.

Welke functies zijn er zoal? (p.64 KERN)
  • Voorbeeld
  • Uitleg
  • Anekdote (grappig verhaal)
  • Argument
  • Oplossing

Slide 15 - Diapositive

Pak pagina 64 uit KERN erbij

Slide 16 - Diapositive

Uitleg bij moeilijke functiewoorden:
  • aanleiding= de reden waarom
  • afweging= keer dat je erover nadenkt wat het beste is
  • Constatering: vaststelling van een feit. (Bijv. het gemiddelde van de klas is een 6.2)
  • argument=reden
  • Definitie= omschrijving begrip
  • Verklaring = uitleg waarom iets is gebeurd. 
 

Slide 17 - Diapositive

Quiz: test jezelf!
>> 3 vragen
>> Wisbordje.

Slide 18 - Diapositive

Wat is het functiewoord?

Slide 19 - Question ouverte

Wat is het functiewoord?

Slide 20 - Question ouverte

Wat is het functiewoord?

Slide 21 - Question ouverte

4. Zelfstandig werken
Wat?
Maak vraag 6 en 7 op blz. 65. 
( Tekst: Moet je niezen? Niet tegenhouden!)
Hoe?
Lees theorie op bladzij 64
Tijd?
5 minuten. Daarna klassikaal nakijken.
Klaar?
Werk aan NUMO.
timer
5:00

Slide 22 - Diapositive

Opgaven nakijken.

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

1: alinea 1 aanleiding
alinea 2: analyse
alinea 3: uitleg
alinea 4: (Dokters)advies

Slide 27 - Diapositive


Slide 28 - Question ouverte

Tot volgende week

Let op: veel huiswerk voor donderdag
Maak dit huiswerk en schrijf vragen op over de dingen die je niet snapt: dat bespreken we in de les

Slide 29 - Diapositive