Language Teaching and Assessing week 1.3

• Onderwijswetenschappen
• WO
• Studiejaar 2

Language Teaching and Assessing

week 1.3 De Beginsituatie en Leerdoelen opstellen

Programma

• Theorie H3 receptieve vaardigheden: o.a. zoekend, structurerend, weergeven, samenvatten, interpreteren en oefenparameters
• De beginsituatie uitdenken / bepalen
• ERK doel selecteren en lesdoel ontwerpen 

Doelen

Aan het eind van de les kun je ...

• de begrippen weergeven, samenvatten en interpreteren uitleggen, herkennen en toepassen
  
• het doel van een lees- of luisteropdracht benoemen 
• drie verschillen noemen tussen lezen en luisteren 
• de moeilijkheidsgraad van een lees-luisteropdracht beïnvloeden m.b.v. oefenparameters. 
• een beginsituatie beschrijven en bijbehorende lesdoelen opstellen

Hoofdstuk 3

Luisteren en lezen, hoe werkt dat?

Test je kennis over hfd. 3

De volgende vragen gaan over hoofdstuk 3.
Bij onduidelijkheid, opnieuw lezen.

zoekend of structurerend?

Je wilt een vakantiehuisje boeken en je kijkt op de site van een camping naar de prijzen. Met welk soort lezen ben je bezig?

1. structurerend
2. zoekend (selectief)

welk soort teksten leent zich vooral voor structurerend luisteren:

1. bericht op station over vertragingen
2. interview over nieuwe film
3. weerbericht op radio
4. SLB bijeenkomst met praktische info

zoekend / selectief lezen

structurend / samenvattend lezen

verhaal over vakantie

website van mobiele telefoons

email van de bank

recensie van Netflix serie

weerbericht

Weergeven, samenvatten, interpreteren

Bestudeer het tabel op bl. 63.
Bij de receptieve vaardigheden is het belangrijk om de leerling te laten weten wat van ze verwacht wordt. 
Je kunt vragen om ze een lees of luistertekst te weergeven, samenvatten of interpreteren. 

Weergeven = opnieuw in woorden zeggen

Samenvatten = de hoofdzaken / bijzaken onderscheiden

Interpreteren+ een betekenis geven aan de woordenstroom

Als je aan iemand vertelt waar een film over gaat, ben je bezig met:

1. weergeven
2. samenvatten
3. interpreteren
4. A, B en C

Jouw VMBO klas moet twee brieven vergelijken en aangeven welke formeel is en welke informeel. Zijn de leerlingen bezig met weergeven, samenvatten of interpreteren?

1. weergeven
2. samenvatten
3. interpreteren

Verschillen luisteren en lezen 

• Luisteren is een lineair proces
• Het schriftbeeld is overzichtelijker
• Luisteren gaat in een tempo dat door de spreker bepaald wordt

Wat is moeilijker om te onderwijzen, Lezen of luisteren? Noem 2 redenen.

lees/luisterdoel

Tempo

van te voren bedenken de leerlingen welke woorden bij dit thema horen

ipv meerkeuze vragen, de leerlingen vragen naar " wie praten en waar zijn ze"?

van te voren een filmpje bekijken over dit onderwerp

een tutorial tussentijds stoppen en tussendoor vragen stellen over vervolg

inhoudelijke moeilijkheidsgraad

talige moelijkheidsgraad

WERKBLAD 1.3 - OEFENING 1: Oefenparameters

Je krijgt een lees- of luistertekst uit een leergang en bepaal de parameters. 

(Zie werkblad 1.3 - oefening 1)

10 min - in twee- of drietallen

Deel daarna bevindingen met een 

ander groepje. 

De Beginsituatie

• Wat weten de leerlingen al over het onderwerp?
• Wat kunnen de leerlingen al? (Dit haal je uit reeds behaalde leerdoelen)
• Wat hebben de leerlingen nodig om aan deze les te kunnen beginnen?
  (in dit geval: of de tekst goed te kunnen begrijpen?)

Oefening 2 - De Beginsituatie

Gebruik werkblad 1.3 en volg de stappen.

Zelfstandig

10 minuten

Klaar? Deel jouw ideeën met je buren. Kijk of je van elkaar nog ideeën over kunt nemen.

Leerdoelen formuleren

Voorbeeld:

By the end of this lesson, the pupils can find specific information about public transportation on a timetable.

komt overeen met en/of leidt tot ERK doel: 

Reading for information (A2)

Can identify specific information in simpler written material he/she encounters such as letters, brochures and short newspaper articles describing event (Council of Europe, 2001)

www.slo.nl

Wat is belangrijk voor het formuleren van een lesdoel?

• SMART (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch, tijdsgebonden)
• Communicatief
• Een actief werkwoord
• Een duidelijk middel, product, proces of uitkomst

Welk lesdoel heb jij geformuleerd?

Hebben we de doelen behaald? Kun je

• de begrippen weergeven, samenvatten en interpreteren uitleggen, herkennen en toepassen
  
• het doel van een lees- of luisteropdracht benoemen 
• drie verschillen noemen tussen lezen en luisteren 
• de moeilijkheidsgraad van een lees-luisteropdracht beïnvloeden m.b.v. oefenparameters. 
• een beginsituatie beschrijven en bijbehorende lesdoelen opstellen

Oefening 3 – Aan de slag met je eigen receptieve les  

 

Bespreek met je WPB’er dat je een lees-/luisterles wilt geven in week 6 of 7 en kies samen een tekst uit. Hiermee ga je je beginsituatie beschrijven, een ERK doel selecteren en een lesdoel SMART formuleren. Verwerk dit op het voorblad van het HAN-lesplanformulier. Dit is onderdeel 1B wat je inlevert voor feedback. 

Voeg de lees-/luistertekst (transcript) hier ook aan toe als bijlage!

Voorbereiding volgende week 

Lees 8.1, 8.2, 8.3 en/of 9.1, 9.2 en 9.3. Bestudeer de fasemodellen goed.

Breng mee: tekst/transcript!

Deadline feedback deel 1B: 

Woensdag 21 september 2022 

[23.59 uur] via HandIn

Gebruik werkblad B!