HNE Duits M2a: Stunde 2

• Duits
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Herzlich Willkommen 

im Deutschunterricht

Donnerstag 25. Mai - 2023

Woche 21 - Frühling

Was machen wir heute??

- zuerst Wörter für SO in Woche 23: 9 juni

- Wörterbuch und lesen

- Information über Präsentation Essen u Trinken 

- Noch Zeit? >> FILM

Leesstrategiën

hoe lees je een tekst in een andere taal?

Het gebruik van een woordenboek

Kijk mee!

Kijk naar het filmpje en let goed op...

Er volgen zo meteen vragen over de inhoud van het filmpje.

1. Welk van de onderstaande woorden vind ik WEL in het woordenboek?

1. afkortingen
2. verkleinwoord
3. zelfstandig naamwoord - enkelvoud
4. zelfstandig naamwoord - meervoud

2. De dame in het filmpje heeft het over de infinitief van een werkwoord. Wat is een infinitief eigenlijk?

1. vervoeging
2. de stam van een werkwoord
3. de ik-vorm
4. het hele werkwoord

3. Er wordt steeds gesproken over de context. Wat is de context?

1. betekenis
2. samenhang
3. verband
4. achtergrond

Wat is de infinitief van het werkwoord in de zin?

De infinitief is het hele werkwoord.

11. Die Parkzeit ist unbegrenzt.

1. ist
2. sein
3. sind

12. Ein kostenfreies Parkticket gilt 10 Minuten.

1. gilt
2. gilten
3. gelten

15. Er macht die Menschen neugierig.

Dat was de infinitief.

Dan gaan we verder met de zelfstandige naamwoorden.

Zoek de vertaling van de volgende woorden op in het woordenboek.

16. Ausland
Schrijf betekenis nummer 1 op.

Meerdere betekenissen

Als een trefwoord duidelijk verschillende betekenissen heeft, worden de vertalingen genummerd met 1, 2 enz.

Kies de vertaling die het beste in de context past.

17. Verwaltung
Schrijf betekenis nummer 1 op.

18. Parkschein
Welk lidwoord staat ervoor?

19. Absatz
Wat is de betekenis van dit woord als het gaat over het thema leesvaardigheid?

21. Berufswechsel

Leesstrategiën

hoe lees je een tekst in een andere taal?

Lesen Cito text mit Wörterbuch

Stappenplan

1. Oriëntatie: Bekijk de tekst, titel, tussenkopjes, lay-out, plaatjes, bron.            Lees de inleiding. Voorspel: Waarover zou de tekst kunnen gaan? 

2. Vraag en antwoorden lezen (per alinea) + markeren kernwoorden

3. Tekst(deel) lezen + markeren belangrijke tekstdelen

4. Beantwoorden vraag.

Zeit: 10 Minuten, danach besprechen

Klaar  = woordjes leren.