Pincode H3 Aan het werk! VMBO

Hoofdstuk 3: Aan het werk!
3.1 Hoe ga je geld verdienen?
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 3: Aan het werk!
3.1 Hoe ga je geld verdienen?

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen 3.1 Hoe kom je aan werk?
  • Je weet wat het verschil tussen een werknemer en werkgever
  • Hoe lees je een staafdiagram 
  • Wat staat er in een arbeidsovereenkomst
  • Voor wie geld een CAO en wat staat erin geregeld
  •  Hoe bereken je het nettoloon

Slide 2 - Diapositive

Wat is het verschil tussen werkgevers en werknemers?
A
Werknemers nemen mensen in dienst.
B
Werkgevers hebben mensen in loondienst
C
Werknemers werken in loondienst
D
Werkgevers nemen werk aan.

Slide 3 - Quiz

Wat is een vacature?
A
Een vacature is een manier om te solliciteren
B
Een vacature is een baan die niet meer beschikbaar is
C
Een vacature is een baan die vrij is
D
Een vacature is een manier om geld te betalen

Slide 4 - Quiz

Arbeidsovereenkomst
Proeftijd
Opzegtermijn
Hierin staan afspraken die je met je werkgever maakt
Als je stopt bij je oude baan heb je te maken met een
In het begin mag je altijd stoppen met je baan dit noemen we

Slide 5 - Question de remorquage

Wat is een arbeidsovereenkomst?
A
Een afspraak tussen werkgever en werkgever
B
Opzegtermijn
C
Proeftijd
D
Vacature

Slide 6 - Quiz

Wat betekent een CAO (collectieve arbeidsovereenkomst)?
A
Afspraken tussen jou en een werkgever
B
Afspraken tussen werknemers en werkgevers in een bedrijfstak
C
Een arbeidsovereenkomst
D
Een arbeidsovereenkomst over collectieve arbeid

Slide 7 - Quiz

Van bruto naar netto loon
Als je in loondienst werkt ontvang je loon. Op het brutoloon houdt de werkgever loonheffing in. Dan blijft het nettoloon over.


Voorbeeld:\\\
Je bruto loon is € 1.886. Daarop wordt € 175 aan loonheffing ingehouden. Hoeveel is je netto loon?
  • je nettoloon = € 1.886 – € 175  (loonheffing) = € 1.711


Slide 8 - Diapositive

Leerdoelen 3.2 Hoe kom je aan werk?
  • Je weet het verschil tussen een vaste - en een tijdelijke baan
  • Verschil tussen deeltijdbaan en een voltijdbaan
  • Je kunt een cirkeldiagram aflezend
  • In welke produciesectoren kun je werken
  • Wat is het nut van arbeidsverdeling

Slide 9 - Diapositive

Wat is het verschil tussen een vaste en tijdelijke baan?
A
Een vaste baan heeft geen einddatum in het contract staan. Een tijdelijke baan wel.
B
Een vaste baan heeft wel een einddatum in het contract staan. Een tijdelijke baan niet.
C
Als je een vaste baan hebt kun je geen ander werk doen.
D
Als je een tijdelijke baan hebt mag je nergens anders een vaste baan hebben.

Slide 10 - Quiz

Je kunt kiezen voor een voltijd of deeltijdbaan. Vanaf hoeveel uur per week spreek je van een voltijdbaan?
A
vanaf 27 uur
B
vanaf 32 uur
C
vanaf 36 uur
D
vanaf 40 uur

Slide 11 - Quiz

Sleep het beroep naar de juiste productiesector.
dokter
fruitteler
pottenbakker

schaapsherder
sigarenmaker
telefonist
visser
wever

Slide 12 - Question de remorquage

Arbeidsverdeling

Slide 13 - Diapositive

Wat is het nut van arbeidsverdeling?

Slide 14 - Question ouverte

nu:
aan de slag 


maken opgave 1 t/m 4 van je rekenblad
timer
15:00

Slide 15 - Diapositive

Wat hebben we gedaan?
  • Verschil tussen een vaste - en een tijdelijke baan?
  • Verschil tussen deeltijdbaan en een voltijdbaan?
  • Wat zijn de drie productiesectoren?
  • Wat is een cao?

Slide 16 - Diapositive

Welk onderwerp vond je lastig en moet je nog goed oefenen?
Deeltijd/Voltijd
Staaf/cirkeldiagram
Arbeidsovereenkomst
Vast/tijdelijk contract
CAO

Slide 17 - Sondage

Hoofdstuk 3: Aan het werk!
3.3 Hoe is het werk geregeld?

Slide 18 - Diapositive

Leerdoelen 3.3 Hoe is het werk geregeld?
  • Wat is minimumloon en hoe is dat geregeld
  • Wat zijn de arbowet en de arbeidstijdenwet
  • Hoe beïnvloeden technologische ontwikkelingen ons werk?
  • Wat is scholing en waarom is dat nodig

Slide 19 - Diapositive

Wat is het minimumloon?
A
Bruto loon voor fulltime werkers
B
Loon wat je minimaal krijgt vanaf je 18de
C
Bruto loon voor parttime werkers
D
Loon wat je minimaal krijgt vanaf je 21ste

Slide 20 - Quiz

Gaat over veilige arbeidsomstandigheden.
Gaat over werk en rusttijden.
Verbiedt ongezonde werkomgevingen
Arbowet
Arbeidstijdenwet

Slide 21 - Question de remorquage

Technologische ontwikkelingen zijn nieuwe uitvindingen en het gebruik van nieuwe technieken. Ook in bedrijven zijn er technologische ontwikkelingen. Geef hiervan een voorbeeld.

Slide 22 - Question ouverte

Voor welke baan heb je scholing nodig?
Scholing
Geen scholing
Afwasser
Vakkenvuller
Leraar
Advocaat
Kok

Slide 23 - Question de remorquage

Hoofdstuk 3: Aan het werk!
3.4 Zonder werk? 

Slide 24 - Diapositive

Leerdoelen 3.4 Zonder werk?
  • Je kunt uitleggen wanneer iemand werkloos is.
  • Je weet wat ontslag is en wat de gevolgen ervan kunnen zijn
  • Je kunt uitleggen wat het UWV voor je kan betekenen na ontslag

Slide 25 - Diapositive

Wat is ontslag?
A
Het nemen van vakantie.
B
Het ontvangen van een bonus.
C
Het vinden van ander werk.
D
Het beëindigen van je arbeidsovereenkomst.

Slide 26 - Quiz

Wat is de opzegtermijn?
timer
1:00
A
de periode waarin jij en de baas kijken of jullie bij elkaar passen
B
wanneer je ontslag hebt genomen werk je een periode door
C
dit staat in de arbeidstijdenwet

Slide 27 - Quiz

Je wilt graag werken, maar er is geen werk
Het beëindigen van je arbeidsovereenkomst
Tijd tussen het moment waarop je ontslag neemt of krijgt en de einddatum van je baan 
Instelling die de uitkeringen uitgeeft en mensen helpt solliciteren
Werkloos
Ontslag
Opzegtermijn
UWV

Slide 28 - Question de remorquage

nu:
aan de slag

 
timer
15:00
Opdracht: Maak nu de samenvatting van Hfdst. 3 uit je boek
Klaar? Maak dan de plusopgaven. 
Klaar? Maak dan de online oefentoets

Slide 29 - Diapositive

Klaar voor de toets?
Ja
Bijna
Ik heb nog een vraag

Slide 30 - Sondage